Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stiebel Eltron WPC 04 Handleiding Voor Bediening En Installatie pagina 16

Inhoudsopgave

Advertenties

BEDIENING
Menustructuur
VERWARMEN
VERWARMINGSCIRCUIT 1
„
„
COMFORT TEMPERATUUR
„
ECO TEMPERATUUR
„
MINIMUMTEMPERATUUR
„
STIJGING VERWARMINGSCURVE
„
WEERGAVE STOOKLIJN
VERWARMINGSCIRCUIT 2
„
COMFORT TEMPERATUUR
„
ECO TEMPERATUUR
„
MINIMUMTEMPERATUUR
„
MAXIMAALTEMPERATUUR
„
MENGDYNAMIEK
„
STIJGING VERWARMINGSCURVE
„
WEERGAVE STOOKLIJN
COMFORT TEMPERATUUR en ECO TEMPERATUUR
„
Hier kunt u voor verwarmingscircuit 1 en verwarmingscircuit 2
de gevraagde kamertemperaturen instellen voor comfort- en
ECO-werking alsook de stijging van de verwarmingscurve.
Als u de gevraagde kamertemperatuur wijzigt, wordt de stooklijn
parallel verschoven.
Zodra afstandsbediening FE 7 of FEK aangesloten is en aan ver-
warmingscircuit 1 werd toegewezen, kan ook de actuele kamer-
temperatuur opgevraagd worden.
Zodra afstandsbediening FE 7 of FEK aangesloten is en aan ver-
warmingscircuit 2 werd toegewezen, kan ook de actuele kamer-
temperatuur opgevraagd worden.
De weergave "Verwarmingscircuit 2" verschijnt alleen wanneer
de mengklepaanvoersensor voor het 2e verwarmingscircuit aan-
gesloten is.
„
MINIMUMTEMPERATUUR
De ingestelde MINIMUMTEMPERATUUR wordt verzekerd door de
regeling in het verwarmingscircuit en de temperatuur komt nooit
lager.
„
MAX MENGTEMPERATUUR
Deze instelling begrenst de aanvoertemperatuur van het meng-
klepcircuit. Als op basis van de gegevens van het mengklepcir-
cuit bijvoorbeeld een hogere gevraagde aanvoerwaarde wordt
berekend, wordt voor de regeling gebruik gemaakt van de max.
gevraagde mengklepaanvoerwaarde en wordt op deze waarde
geregeld.
16
| WPC | WPC cool
„
MENGDYNAMIEK
Looptijd van de mengklep
Instelbereik 60 tot 240
Met deze instelling kunt u het gedrag van de mengklep aanpassen.
De instelling 60 tot 240 betekent 6 K tot 24 K regelafwijking.
De aftastsnelheid bedraagt 10 seconden en de minimale inscha-
kelduur bedraagt voor de mengklep 0,5 sec. Binnen de dode zone
±1 K van de gevraagde waarde reageert de mengklep niet.
Voorbeeld voor de instelling 100 = 10 K.
De regelafwijking (gevraagde mengkleptemperatuur – actuele
mengkleptemperatuur) bedraagt 5 K. De mengklep werkt 5 se-
conden en pauzeert daarna 5 seconden, waarna het proces wordt
herhaald.
De regelafwijking (gevraagde mengkleptemperatuur – actuele
mengkleptemperatuur) bedraagt 7,5 K. De mengklep werkt 7,5
seconden en pauzeert daarna 2,5 seconden, waarna het proces
wordt herhaald.
Hoe kleiner de regelafwijking, hoe korter de inschakelduur van
de mengklep en hoe langer de pauzes.
Als bij dezelfde regelafwijking de waarde Loopt-mengkl wordt
verkleind, wordt de inschakelduur altijd langer en de pauze altijd
korter.
Voorbeeld voor instelling 100 en een momentele regelafwijking
van 5 K.
5 K van 10 K = 50 % = inschakelduur
Voorbeeld: Regelafwijking
1 Instelling 100 = regelafwijking 10 K
2 Regelafwijking 5 K
3 Regelafwijking in K
4 Inschakelduur in %
1
± 1 K
2
4
3
www.stiebel-eltron.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave