Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelling Stooklijn Bij Eerste Ingebruikname; Bediening En Bedrijf; Overdracht Van Het Toestel - Stiebel Eltron WPF 20 Handleiding Voor Bediening En Installatie

Inhoudsopgave

Advertenties

INSTAllATIe
eerste inbedrijfname
Na de inbedrijfname moet het in deze handleiding opgenomen
inbedrijfnameprotocol door de installateur worden ingevuld.
Voor de inbedrijfname dienen de volgende punten te worden ge-
controleerd:
Verwarmingsinstallatie
Werd de verwarmingsinstallatie op de correcte druk gevuld en de
snelontluchter geopend?
Temperatuurvoeler
Werden buitenvoeler en retourvoeler (in combinatie met het buf-
fervat) correct aangesloten en geplaatst?
Netaansluiting
Werd de netaansluiting vakkundig uitgevoerd?
Materiële schade
!
De compressor in het toestel kan slechts in één draairich-
ting werken. Als het toestel verkeerd wordt aangesloten,
blijft de compressor 30 seconden in werking, waarna hij
uitschakelt.
In dit geval verschijnt de storingsmelding „Geen vermogen" op de
warmtepompmanager. Verander dan de richting van het draaiveld
door twee fasen om te keren.
Wanneer alles correct is uitgevoerd, kan het systeem tot de maxi-
male bedrijfstemperatuur worden verwarmd en nogmaals worden
ontlucht.
Materiële schade
!
Bij vloerverwarming dient op de maximale systeemtem-
peratuur te worden gelet.

12.1 Instelling stooklijn bij eerste ingebruikname

Het rendement van een warmtepomp neemt af naarmate de
aanvoertemperatuur stijgt. Stel de stooklijn zorgvuldig in. Als de
stooklijn te hoog wordt ingesteld, sluiten de zone- of thermosta-
tische kranen, zodat het vereiste minimale debiet in het verwar-
mingscircuit eventueel niet kan worden gehaald.
Aan de hand van de volgende procedure kunt u de stooklijn correct
instellen:
f Open volledig de thermostatische of zonekranen in een re-
f
gelkamer (bijvoorbeeld woon- en badkamer).
Het is aan te bevelen geen thermostatische kranen of zone-
kranen te monteren in de regelkamer. Regel voor deze ruim-
tes de temperatuur met behulp van een afstandsbediening.
f Pas bij verschillende buitentemperaturen (bv. –10 °C en
f
10 °C) de stooklijn zo aan dat de gewenste temperatuur in de
regelkamer wordt behaald.
Richtwaarden voor het begin:
Parameters
Vloerverwarming
Verwarmingscurve
0,4
Regeldynamiek
10
Comfort temperatuur
20 °C
Als de kamertemperatuur in het overgangsseizoen (ca. 10  °C
buitentemperatuur) te laag is, moet u de parameter COMFORT
TEMPERATUUR verhogen.
www.stiebel-eltron.com
Als de kamertemperatuur bij lage buitentemperaturen te laag is,
moet u de parameter Stooklijn verhogen.
Als u de parameter Stooklijn heeft verhoogd, moet u bij hogere
buitentemperaturen de zonekraan of de thermostatische kraan in
de referentieruimte op de gewenste temperatuur instellen.

12.2 Bediening en bedrijf

Voor het gebruik van de warmtepomp is de warmtepompmanager
WPM noodzakelijk. De warmtepompmanager regelt de gehele ver-
warmingsinstallatie. Hier worden alle noodzakelijke instellingen
voor en tijdens het bedrijfsgebruik tot stand gebracht.
Alle instellingen in de inbedrijfnamelijst van de warmtepompma-
nager WPM moeten door de vakman worden uitgevoerd.
Wanneer de warmtepomp bij buitenplaatsing of in een plaatsings-
ruimte waarin vorstgevaar bestaat wordt uitgeschakeld, moet het
water uit de installatie worden afgetapt.
Het in de condensor aanwezige water moet na het verwijderen
van de rechter zijwand via de toegankelijke vul- en aftapkraan (zie
afb. "Opbouw van het toestel") worden afgetapt.

12.3 Overdracht van het toestel

Leg aan de gebruiker de werking van het toestel uit en maak hem
vertrouwd met het gebruik.
radiatorverwarming
0,8
10
20 °C
Info
Als er geen afstandsbediening geïnstalleerd is, leidt een
verhoging van de parameter COMFORT TEMPERATUUR tot
een parallelle verschuiving van de stooklijn.
Info
Verlaag de temperatuur in het volledige gebouw niet
door alle zonekranen of thermostatische kranen dicht te
draaien, maar door gebruik te maken van de verlagings-
programma's.
Materiële schade
!
Normaal gesproken is het niet nodig om de installatie
in de zomer uit te schakelen, omdat de WPM over een
automatische zomer / winter- omschakeling beschikt. Bij
uitschakeling van de installatie dient de WPM op stand-by
te worden gezet. De veiligheidsfuncties ter bescherming
van de installatie (bijv. vorstbescherming) blijven zo be-
houden.
Info
Overhandig deze bedienings- en installatiehandleiding
om deze zorgvuldig te bewaren. Alle informatie in deze
aanwijzing moet zeer nauwkeurig worden opgevolgd.
Hier vindt u instructies voor de veiligheid, de bediening,
de installatie en het onderhoud van het toestel.
WPF 20-66 |
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpf 27Wpf 35Wpf 40Wpf 52Wpf 66Wpf 27 ht

Inhoudsopgave