Gebruik van de flitser
Deze camera beschikt niet over een ingebouwde flitser. U hebt een externe flitser
(afzonderlijk verkocht) nodig om te fotograferen met een flitser.
Raadpleeg eveneens de handleiding van de externe flitser.
Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers
Optionele flitser
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL,
Flitsregeling
FP TTL AUTO, FP MANUAL
RG
(85 mm
(Richtgetal)
(ISO100)
(24 mm
* De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (kleinbeeldequivalent)
Gebruik van een externe elektronenflitser
Schakel de flitser altijd pas in nadat u hem op de camera hebt bevestigd.
1
Schuif het afdekkapje uit de flitsschoen
zoals aangegeven door de pijl in de
afbeelding.
• Bewaar het afdekkapje van de flitsschoen op een
veilige plek zodat u het niet verliest en zet het na
het fotograferen met flits weer op de camera.
2
Schuif de flitser in de flitsschoen.
3
Schakel de flitser in.
• Als de laadindicator op de flitser gaat branden,
is het opladen voltooid.
• De flitser is gesynchroniseerd met de camera
bij sluitertijden van 1/180 seconde of korter.
4
Selecteer een flitserfunctie.
g"Flitserfunctie instellen" (blz. 62)
5
Selecteer de gewenste flitsregeling.
• Kies voor normaal gebruik de instelling TTL-AUTO.
6
Druk de ontspanknop half in.
• De camera en de flitser wisselen nu informatie uit over
de ISO-waarde, de diafragmawaarde en de sluitertijd.
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
FL-50R
FL-36R
RG50
RG36
*
*
)
(85 mm
)
RG28
RG20
*
*
)
(24 mm
)
FL-20
FL-14
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL
RG20
RG14
*
(35 mm
)
(28 mm
Flitsschoendekseltje
RF-11
TF-22
TTL-AUTO,
MANUAL
RG11
RG22
*
)
2
61
NL