Foto's maken zonder
te witte wittinten of te
donkere zwarttinten
Monotint-foto's maken
Foto's maken van een
onderwerp met tegenlicht
Een donkere foto met
tegenlicht lichter maken
Foto's maken met een
onscherpe achtergrond
Foto's maken die het
bewegende onderwerp
stoppen of een gevoel
van beweging geven
Foto's maken met
de juiste kleur
Foto's maken zodat
de witte tinten witter
worden en de zwarte
tinten donkerder
34
NL
Foto's maken terwijl u het histogram bekijkt.
Foto's maken terwijl u de sluitertijd en de
diafragmawaarde controleert. Als één van beiden
knippert, is de belichting niet optimaal.
Stel de gradatie in op [AUTO]. Onderwerpen met groot
contrast worden automatisch aangepast.
Pas de belichtingscorrectie aan.
Stel [PICTURE MODE] in op [MONOTONE]. U kunt
monotint-foto's maken in zwart/wit, sepia-tinten,
purperachtige tinten, blauwachtige tinten en
groenachtige tinten.
Opgeslagen foto's kunnen worden omgevormd
tot zwart/wit-foto's of foto's met sepia-tinten.
Stel de kunstfilter in op [GRAINY FILM].
Stel de gradatie in op [AUTO].
Gebruik spotmeting om de belichting van het onderwerp
in het midden van het beeld te meten. Als het onderwerp
zich niet in het midden van het beeld bevindt, gebruikt
u AE-lock om de belichting te vergrendelen, waarna
u de kadrering wijzigt en de foto maakt.
U kunt het beeld aanpassen met [SHADOW ADJ]
van [JPEG EDIT].
Met de stand A (diafragmavoorkeuze) kunt u de
diafragmawaarde zoveel mogelijk verlagen. U kunt de
achtergrond nog meer onscherp maken door de foto
dicht bij het onderwerp te maken.
Gebruik de stand S (sluitertijdvoorkeuze) om de foto
te maken.
Stel de witbalans in overeenkomstig de lichtbron.
U kunt de instellingen ook fijn bijregelen.
Als u foto's maakt met WB bracketing, kunt u 3 tot
9 foto's opnemen, waarbij voor elke foto een andere
witbalans wordt gebruikt. Op die manier kunt u foto's
met de gewenste witbalans maken zonder de
instellingen bij te regelen.
Stel de spotmeting in voor lichte of schaduwpartijen.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het
beeld bevindt, gebruikt u AE-lock om de belichting
te vergrendelen, waarna u de kadrering wijzigt
en de foto maakt.
Pas de belichtingscorrectie aan. Als u niet zeker
bent wat de beste belichtingscorrectiewaarde is,
kunt u eventueel AE bracketing gebruiken.
Stel het motiefprogramma in op [HIGH KEY]
of [LOW KEY] en maak een foto.
blz. 23
blz. 37 – 39,
blz. 136
blz. 73
blz. 43
blz. 72
blz. 85
blz. 11
blz. 73
blz. 42,
blz. 44
blz. 85
blz. 38
blz. 39
blz. 68
blz. 71
blz. 42,
blz. 44
blz. 43,
blz. 45
blz. 11