Lichtmeetmethode wijzigen
De camera kan de helderheid van het onderwerp op vijf manieren meten: digitale
ESP-meting, lichtmeting met nadruk op het centrum en drie soorten spotmeting.
Selecteer de methode die het meest geschikt is voor de lichtomstandigheden.
Live control
1
Superbedieningspaneel
Menu
G Digitale ESP-meting
De camera meet de lichtniveaus en berekent de
lichtniveauverschillen op 324 verschillende plaatsen van
het beeld. Deze methode wordt aanbevolen voor normaal
fotograferen.
H Lichtmeting met nadruk op het centrum
Deze meetmethode berekent het gemiddelde van de lichtniveaus van
het onderwerp en de achtergrond, maar het centrum van het beeld telt
hier zwaarder mee. Kies deze methode als u wilt voorkomen dat het
lichtniveau van de achtergrond de belichting van het onderwerp te
sterk beïnvloedt.
I Spotmeting
De camera meet het lichtniveau binnen een heel klein gebied dat
in LCD-monitor wordt aangegeven door het spotmetingskader.
Gebruik deze methode bij opnamen met fel tegenlicht.
IHI spotmeting – bij veel lichte partijen
Als de achtergrond over het algemeen erg licht is, zullen bij een
normale automatische belichting de witte partijen lichtgrijs worden.
Met deze lichtmeetmethode gaat de camera een beetje overbelichten
zodat de witte partijen wit blijven.
Het meetgebied is hetzelfde als bij spotmeting.
ISH-spotmeting – bij veel schaduwpartijen
Is de achtergrond over het algemeen erg donker, dan worden de zwarte partijen bij een normale
automatische belichting grijs. Met deze lichtmeetmethode gaat de camera een beetje onderbelichten
zodat de zwarte partijen ook zwart worden weergegeven. Het meetgebied is hetzelfde als bij
spotmeting.
42
NL
i j: [METERING]
i INFO
k: [METERING]
MENU [c] [V]
[METERING]
MENU-knop
INFO-knop
i-knop
P
G
ESP
ESP
G H I I
I
HI
: Lichtmeetgebied
j
SH