Snelgids
Fotograferen
Foto's maken met
automatische instellingen
Correcte scherpstelling
is niet mogelijk.
Scherpstellen
op één gebied
Ingesteld effect
controleren voor
u een foto maakt
Gebruiksduur van de
batterijen verlengen
Het aantal foto's dat
gemaakt kan worden,
verhogen
Foto's maken bij weinig
licht zonder de flitser
Stel de functieknop in op A en maak foto's.
Gebruik het scherpstelgeheugen.
Selecteer het AF-kader en maak de foto.
De minimale afstand is afhankelijk van de lens. Ga naar
de voor deze lens minimale afstand tot het onderwerp
en maak een foto.
De camera kan moeilijk automatisch scherpstellen op
het onderwerp. Vergrendel de scherpstelling vooraf op
de positie van het onderwerp of gebruik MF om de
afstand van de scherpstelling te vergrendelen.
Selecteer het AF-kader en maak de foto met het
gewenste AF-kader.
Controleer de scherpstelling en pas het beeld aan met
MF op een vergoot beeld.
Gebruik MF. Het scherpstellen kan vlotter verlopen als
u live bekijken gebruikt met een vergroot beeld.
U kunt een foto maken terwijl u live multi bekijken
gebruikt, om het effect van de witbalans of
belichtingscorrectie te vergelijken.
U kunt de preview-functie gebruiken om de
scherptediepte bij een bepaalde diafragmawaarde
te controleren.
U kunt [TEST PICTURE] gebruiken om het beeld op de
LCD-monitor te controleren zonder het beeld op te slaan
op een kaartje.
Door de ontspanknop half ingedrukt te houden en
beelden gedurende lange tijd weer te geven, wordt veel
batterijvermogen verbruikt. Als u dit minder vaak doet,
zal de batterij langer meegaan.
Stel [SLEEP] zo in, dat de camera sneller naar de
sluimerstand gaat.
Verminder de instelling voor het aantal pixels en de
compressiefactor.
Verhoog de ISO-waarde.
blz. 10
blz. 50
blz. 52
blz. 129
blz. 50,
blz. 122
blz. 52
blz. 54
blz. 50,
blz. 54
blz. 43
blz. 41
blz. 97
k
blz. 100
blz. 65,
blz. 106
blz. 46
33
NL