Inhoudsopgave
Advertenties
Diafragmavoorkeuze
De camera kiest automatisch de sluitertijd die past bij de diafragmawaarde die u hebt
ingesteld. Naarmate u het diafragma verder opent (door een lagere diafragmawaarde te
kiezen), neemt de scherptediepte verder af waardoor de achtergrond eerder onscherp wordt.
Naarmate u het diafragma verder sluit (door een hogere diafragmawaarde te kiezen), neemt
de scherptediepte toe. Gebruik deze modus als u veranderingen aan de weergave van de
achtergrond wilt toevoegen.
1
Bij een lagere
diafragmawaarde
(f-waarde)
Stel de functieknop in op A en draai de hoofdregelaar (of de subregelaar) om de
diafragmawaarde in te stellen.
A
250 F5.6
250
250
Diafragmawaarde
TIPS
De scherptediepte bij de ingestelde diafragmawaarde controleren:
j Zie "Preview-functie" (gblz. 41).
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g"EV STEP" (blz. 102)
De sluitertijd knippert:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie,
zie "Waarschuwingsindicatie belichting" (gblz. 136).
38
NL
L N
N
3 8
3 8
F5.6
Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
Diafragma verder openen (F-waarde wordt lager)
Bij een hogere
diafragmawaarde
(f-waarde)
Advertenties
Inhoudsopgave
