W # CUSTOM
FLASH MODE
Selecteer het flitspatroon, de timing en andere parameters voor gebruik van de externe
flitser. De beschikbare flitserfuncties variëren afhankelijk van het gekozen programma.
w
Stel de flitsintensiteit in op een waarde tussen [+3] en [-3].
# X-SYNC.
U kunt de sluitertijd instellen die zal worden gebruikt als de flitser flitst. De sluitertijd kan
worden ingesteld van 1/60 tot 1/180 in stappen van 1/3 EV.
#SLOW LIMIT
U kunt de trage grens van de sluitertijd instellen die zal worden gebruikt als de flitser flitst.
De sluitertijd kan worden ingesteld van 1/30 tot 1/180 in stappen van 1/3 EV.
w+F
In de stand [ON] wordt deze waarde opgeteld bij de waarde van de belichtingscorrectie
en wordt de flitssterkteregeling geactiveerd.
X K/COLOR/WB
NOISE REDUCT.
Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange sluitertijden. Met name bij nachtelijke
7
opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. Met
[NOISE REDUCT.] onderdrukt de camera automatisch ruis om scherpere foto's te maken.
Als de ruisonderdrukking is ingesteld op [AUTO] wordt de ruisonderdrukking alleen
ingeschakeld als de sluitertijd lang is. Als het ingesteld is op [ON] wordt de ruisonderdrukking
steeds ingeschakeld.
Indien ingesteld
op [OFF]
• Terwijl de ruisonderdrukking is ingeschakeld, duurt het tweemaal zo lang om een foto te maken.
• Na de opname start het proces waarmee de beeldruis wordt onderdrukt.
• Tijdens de bewerking knippert de indicatie-LED Dataverkeer. U kunt pas een volgende foto
maken zodra de indicatie-LED Dataverkeer niet meer brandt.
104
NL
gblz. 62
gblz. 63
Indien ingesteld op
[ON] of [AUTO]