Download Print deze pagina

Schindler ES1 Gebruikershandleiding pagina 50

Advertenties

Brand-/noodsituatie - evacuatie type 1 (BR1 xx optioneel)
Een liftbesturing, werkend in de modus "Brand-/noodsituatie type 1" wordt aangeduid als brandwachtbesturing
BR1. Met de brandwachtbesturing BR1 worden de liften via een op voorhand gedefinieerde evacuatieverdieping
ontruimd. Daar worden de liftkooien geblokkeerd met de deuren gesloten of geopend.
De brandwachtbesturing kan handmatig worden geactiveerd via een schakelaar of op afstand via een
brandmeldsysteem. In sommige landen stipuleren de voorschriften dat de normale bedrijfsmodus pas weer kan
worden geactiveerd na het bedienen van een terugstelschakelaar.
De verschillende landspecifieke verschillen qua brandwachtbesturing BR1 staan vermeld in de beschrijvingen
van de desbetreffende opties.
Brand-/noodsituatie - evacuatie type 2 (BR 2 xx optioneel)
Een liftbesturing, werkend in de modus "Brand-/noodsituatie type 2" wordt aangeduid als brandwachtbesturing
BR2. Brandwachtbesturing BR2 kent een eerste fase waarin de werking van de lift identiek is aan de werking in
optietype 1. Maar na ontruiming van de lift wordt die niet geblokkeerd. Daarentegen komt in fase 2 de lift
beschikbaar voor noodritten door de brandwachten.
Brandwachtbesturing BR2 heeft als bijzonder kenmerk dat afzonderlijke liften van een liftengroep in de status
"Ritten in brand-/noodsituatie" kunnen worden gebracht terwijl de overige liften uit de groepen gewoon in de
normale bedrijfsmodus kunnen blijven. De noodritschakelaar voor de brandwachten bevindt zich op een
bedienpaneel in het veiligheidskantoor van het gebouw of direct naast het verdiepingsbedienpaneel op de
desbetreffende evacuatieverdieping.
De verschillende landspecifieke verschillen qua brandwachtbesturing BR2 staan vermeld in de beschrijvingen
van de desbetreffende opties.
Brand-/noodsituatie - evacuatie type 3 (BR 3 xx optioneel)
Een liftbesturing, werkend in de modus "Brand-/noodsituatie type 3" wordt aangeduid als brandwachtbesturing
BR3. Brandwachtbesturing BR3 kent een eerste fase waarin de werking van de lift identiek is aan de werking in
optietype 1. Maar na ontruiming van de lift wordt die niet geblokkeerd. Daarentegen komt in fase 2 de lift
beschikbaar voor noodritten door brandwachten.
Brandwachtbesturing BR3 heeft als bijzonder kenmerk dat alle liften van een liftengroep via de
brandevacuatieverdieping worden ontruimd. Ze worden vervolgens geblokkeerd, maar de lift, voorzien van optie
BR3, kan worden vrijgegeven voor brandwacht-noodritten. De schakelaar voor het maken van ritten in een
brand-/noodsituatie bevindt zich op het kooibedienpaneel. Daarom moet de lift na te zijn ontruimd met
openstaande deuren worden geblokkeerd. Anders moet een voorziening worden getroffen om de deuren te
openen (DE-oproep en dergelijke).
De verschillende landspecifieke verschillen qua brandwachtbesturing BR3 staan vermeld in de beschrijvingen
van de desbetreffende opties.
Brand-/noodsituatie - evacuatie type 4 (BR 4 xx optioneel)
Een liftbesturing, werkend in de modus "Brand-/noodsituatie type 4" wordt aangeduid als brandwachtbesturing
BR4. Brandwachtbesturing BR4 kent een eerste fase waarin de werking van de lift identiek is aan de werking in
optietype 1. Maar na ontruiming van de lift wordt die niet geblokkeerd. Daarentegen komt in fase 2 de lift
beschikbaar voor noodritten door de brandwachten.
Brandwachtbesturing BR4 heeft als bijzonder kenmerk dat alle liften van een liftengroep via de brandevacuatie
verdieping worden ontruimd. Ze worden vervolgens geblokkeerd, maar de lift, voorzien van optie BR4, kan
worden vrijgegeven voor brandwacht-noodritten. De noodritschakelaar voor de brandwachten bevindt zich op
een bedienpaneel in het veiligheidkantoor van het gebouw of direct naast het verdiepingbedienpaneel op de
desbetreffende evacuatieverdieping. De verschillende landspecifieke verschillen qua brandwachtbesturing BR4
staan vermeld in de beschrijvingen van de desbetreffende opties.
4.1.7.8
Veiligheid
"Anti-inbraak"-bedrijfsmodus (ES optioneel)
De anti-inbraakfunctie is een tegen misbedrijf beschermende functie die beveiligers in staat stelt de besturing
van de lift over te nemen. Weten zij dat een inbreker of een vandaal zich in de lift bevindt? Dan kunnen zij de lift
vergrendelen en naar een op voorhand gedefinieerde verdieping sturen en daar laten stoppen. Zij doen dat door
een speciale sleutelschakelaar te bedienen of door gebruik te maken van de desbetreffende LobbyVision-
functie. De deuren kunnen uitsluitend worden geopend na een speciale opdracht, verstrekt door de beveiligers
op die genoemde verdieping.
De beveiligers activeren de "anti-inbraak"-liftbesturing via een sleutelschakelaar of via een daarvoor bedoelde
functie van de LobbyVision.
50 | 394
J 50900055_NL_03
Copyright © 2023 INVENTIO AG

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Schindler ES1