– Deuromkeervoorziening
– veiligheidtekens / pictogrammen
– Voorzieningen om de deur te openen
Voor liften, uitsluitend bestemd voor goederenverkeer of dienstverkeer, zijn – mits vereist – de uit te voeren
inspecties identiek.
2.4
Plichten van de alarmcentrale
De eigenaar van de liftinstallatie moet de alarmcentrale over de navolgende taken informeren:
– Periodieke inspecties
– Oorsprongadres van het alarm, inclusief locatie van de lift.
– Gebouwenorganisatie, inclusief de vereiste beschikbaarheid van de alarmcentrale, bijvoorbeeld binnen elke
periode van 24 uur.
– Beschrijving van middelen om toegang te krijgen tot opgesloten passagiers.
– Bijzondere gevaren verband houdend met het betreden van het gebouw en het verkrijgen van toegang tot de
liftinstallatie.
– De noodzaak te verifiëren dat de uitrusting compatibel is.
– De verplichting te verifiëren of alarmmeldingen volledig en correct worden ontvangen en geïdentificeerd,
alvorens een bevestiging naar de alarmapparatuur te zenden.
– Informatie van de installateur, omvattende algemene instructies, mede rekening houdende met de eisen,
gesteld in deze norm.
– De verplichting te allen tijde communicatie in twee richtingen te kunnen opzetten om contact mogelijk te
maken met opgesloten passagiers, inclusief de mogelijkheid hen regelmatig te kunnen spreken en hen te
informeren over de status van de reddende handelingen.
– Informatie over de beperkte duur waarin het alarmsysteem onder noodvoeding kan functioneren.
2.5
Plichten van het onderhoudsbedrijf
De informatie betreffende de taken van het onderhoudsbedrijf moet het navolgende omvatten:
– De verplichting onderhoudswerkzaamheden uit te voeren in overeenstemming met de onderhoudsinstructies
en gebaseerd op systematisch uitgevoerde en op vereist onderhoud gerichte inspecties.
– Het onderhoudsbedrijf zal − na genoemde inspectiebeurten te hebben uitgevoerd − een besluit nemen over
de uit te voeren werkzaamheden en wel in overeenstemming met de onderhoudsinstructies.
– De verplichting tot actualiseren van de initiële onderhoudsinstructies als de liftinstallatie een wijziging mocht
ondergaan qua beoogd bedrijf en/of qua de omgevingscondities zoals die bestonden op het moment van het
installeren van de lift in kwestie.
– De verplichting voor het onderhoudsbedrijf te borgen dat een risicoanalyse werd gemaakt voor alle
activiteitenvelden en voor alle onderhoudshandelingen, daarbij rekening houdende met de door de
installateur opgestelde onderhoudsinstructies en alle nadere informatie zoals verstrekt door de eigenaar van
de liftinstallatie.
– De verplichting voor het onderhoudsbedrijf de eigenaar van de liftinstallatie in te lichten over alle uit te voeren
werkzaamheden, voortvloeiende uit de risicoanalyse, en wel in het bijzonder betreffende de toegang tot het
gebouw resp. de liftinstallatie en/of de omgeving van het gebouw resp. de liftinstallatie.
– De verplichting een onderhoudsrooster te volgen zodat preventief onderhoud van toepassing is op de
liftinstallatie en dat de onderhoudsduur zo kort mogelijk is als in de praktijk uitvoerbaar blijkt zonder afbreuk te
doen aan de veiligheid van mensen, teneinde de "buitendienst"-duur van de liftinstallatie zo kort mogelijk te
houden.
– De verplichting een onderhoudsrooster op te stellen dat rekening houdt met voorspelbare defecten,
bijvoorbeeld die welke het gevolg zijn van misbruik, onjuiste handelingen, kwaliteitsvermindering en
dergelijke.
– De verplichting onderhoudshandelingen te laten uitvoeren door vakbekwame onderhoudsmonteurs (zie
paragraaf 3.3) en met de juiste gereedschappen, hulpmiddelen en uitrusting.
– De verplichting tot het handhaven van de vakbekwaamheid van de onderhoudsmonteurs.
– De noodzaak periodiek onderhoud te plegen.
– Om de frequentie van de onderhoudsbeurten te kunnen bepalen, moet deze niet-uitputtende lijst met
aandachtspunten in beschouwing worden genomen:
1. Aantal ritten per jaar, bedrijfsduur en totale duurtijd van alle niet-bedrijfsperioden.
2. Leeftijd en staat van de liftinstallatie.
3. Locatie en soort gebouw waarin de liftinstallatie is geïnstalleerd, evenals de behoeften van gebruikers en/
of het soort vervoerde goederen.
4. De lokale omgeving waar de liftinstallatie is geïnstalleerd, evenals externe milieuaspecten zoals
weersomstandigheden (regen, hitte, koude en dergelijke) of vandalisme.
– De verplichting 24 uur per dag en gedurende alle dagen in een jaar oproepbaar te zijn om passagiers te
redden.
26 | 394
J 50900055_NL_03
Copyright © 2023 INVENTIO AG