Download Print deze pagina

Schindler ES1 Gebruikershandleiding pagina 25

Advertenties

2. Direct na het buiten dienst stellen van de liftinstallatie in geval van een gevaarlijke situatie.
3. Na elke reddinginterventie door daartoe gemachtigde, vakbekwame medewerkers.
4. Voorafgaand aan elke modificatie betreffende de liftinstallatie en/of de omgeving of het gebruik daarvan.
Tip:
De eigenaar van de liftinstallatie moet van de onderneming, die de relevante modificatie uitvoert, de
toepasselijke onderhoudsinstructies verlangen ten behoeve van de onderhoudsorganisatie.
5. Voordat enig gemachtigde derde inspectiewerkzaamheden of werkzaamheden anders dan het plegen van
onderhoud aan de liftinstallatie gaat uitvoeren.
6. Alvorens de liftinstallatie voor een langere periode buiten dienst te stellen.
7. Alvorens de liftinstallatie na een langere periode buiten bedrijf te zijn geweest, weer in dienst te stellen.
– De eigenaar van de liftinstallatie moet rekening houden met de gevolgen van een door het onderhoudsbedrijf
uitgevoerde risicoanalyse.
– De eigenaar van de liftinstallatie moet zich ervan vergewissen dat de risicobeoordeling betreffende het plegen
van onderhoud is uitgevoerd:
1. Als van onderhoudsorganisatie wordt gewisseld.
2. Als het gebruik van het gebouw en/of de liftinstallatie wijzigt.
3. Na een belangrijke modificatie van de liftinstallatie of van het gebouw.
4. Mits dat het geval is na een ongeval waarbij de liftinstallatie is betrokken.
– De eigenaar van het gebouw moet borgen dat via een risicoanalyse:
1. De opstallen veilig zijn en voor zover doenlijk vrij zijn van gevaren voor de gezondheid. Dit omvat toegang
tot de opstallen en tot de apparatuur van de liftinstallaties, evenals artikelen of stoffen die worden
toegepast in overeenstemming met het gebruik van arbeidsmiddelen op de werkplek.
2. Zij die gebruikmaken van de opstallen, over eventuele restrisico's worden geïnformeerd.
3. Elke stap die in verband met deze risicoanalyse moet worden gezet, werd uitgevoerd.
Betreffende de toegangswegen tot gebieden die aan onderhoudslieden zijn voorbehouden, is de eigenaar van
de liftinstallatie verplicht de onderhoudsorganisatie te informeren en wel in het bijzonder over:
1. De te gebruiken toegangswegen en de procedures bij ontruiming van het gebouw in geval van brand.
2. De plaats waar de sleutels tot de besloten gebieden te vinden zijn.
3. Zo nodig de medewerkers die de onderhoudslieden naar de liftinstallatie begeleiden.
4. Zo nodig de te dragen persoonlijke beschermmiddelen in de toegangswegen en zo mogelijk waar die
middelen te vinden zijn.
De informatie moet voor de onderhoudsorganisatie eveneens op locatie beschikbaar zijn
– De eigenaar van de liftinstallatie moet verifiëren of naam en telefoonnummer van de onderhoudsorganisatie
altijd beschikbaar zijn voor de gebruiker van de liftinstallatie. Die informatie moet permanent zijn aangebracht
en duidelijk zichtbaar zijn.
– De eigenaar van de liftinstallatie moet verifiëren of de sleutels van de liftmachinedeur en van de
poeliekamerdeuren (valluiken) evenals van inspectieluiken en nooddeuren (valluiken) permanent in het
gebouw aanwezig zijn en uitsluitend worden gebruikt door hen die gemachtigd zijn zich toegang te
verschaffen.
– De eigenaar moet een personen-/goederenlift buiten dienst stellen als de in twee richtingen communicerende
faciliteit buiten dienst is.
– De eigenaar van de liftinstallatie moet de toegangen tot arbeidszones en werkruimten voor onderhoudslieden
veilig en vrij houden. Hij moet de onderhoudsorganisatie in kennis stellen van elk gevaar of verandering qua
werkplek en/of toegang (verlichting, blokkering, grondcondities en dergelijke).
– In aanvulling op dergelijke inspecties en tests die de eigenaar van de liftinstallatie aan de
onderhoudsorganisatie toevertrouwt, is de eigenaar verplicht periodiek en in zijn eigen belang over de volle
hoogte door de schacht te rijden om eventuele veranderingen qua rijkwaliteit te constateren en om eventuele
schade aan de uitrusting op te sporen.
2.3.2
Periodieke inspecties door de eigenaar
De eigenaar moet periodiek door de schacht rijden om veranderingen in de kwaliteit van de rit te constateren of
om eventuele schade aan de liftuitrusting op te sporen.
Typisch te onderzoeken zaken om te borgen dat ze aanwezig zijn, onbeschadigd zijn en correct functioneren:
– Schachtdeursporen en -drempels
– stopnauwkeurigheid
– correct functioneren van de indicatoren
– druktoetsen op het verdiepingbedienpaneel
– druktoetsen op het kooibedienpaneel
– Voorziening voor tweerichtingcommunicatie in de kooi maakt doorlopend contact met een alarmcentrale
mogelijk
– Gebruikelijke kooiverlichting
Copyright © 2023 INVENTIO AG
J 50900055_NL_03
25 | 394

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Schindler ES1