Noodbedrijfsmodus (NF1 / NF2 / NF5 / NF6 optioneel)
Deze functie reserveert een enkele lift voor noodvervoer. Is de noodbedrijfsmodus in werking gesteld? Dan wordt
de daarvoor geselecteerde lift naar de gespecificeerde verdieping teruggeroepen. De lift wordt met geopende
deuren op die evacuatieverdieping geparkeerd. Vervolgens wordt de lift zo voorbereid dat die uitsluitend nog
kooioproepen en bestemmingsoproepen afwikkelt.
Onderstaande varianten van deze functie bestaan:
– NF1: Collectieve besturing van een op voorhand gedefinieerde lift
– NF2: Collectieve besturing van de beste lift uit de liftengroep
– NF5: Bestemmingsbesturing, op voorhand gedefinieerde lift
– NF6: Bestemmingsbesturing, beste lift in de liftengroep
De noodbedrijfsmodus wordt in werking gesteld door de "sleutelschakelaar noodoproep" te bedienen. Deze
schakelaar bevindt zich op de tornverdieping. Als alternatief kunt u vanaf de tornverdieping de code
"Noodoproep" activeren.
Noodmeldlamp op het kooibediening (NLC1 optioneel)
Kooiverlichting in geval van uitval van de elektrische energievoorziening.
Is de voeding van de lichtinstallatie uitgevallen? Dan licht een kleine lichtbron op het kooibediening op zodat het
interieur van de kooi enigszins wordt verlicht. Deze lichtbron wordt vanuit een accu gevoed en wel gedurende
ten minste een uur.
Ontruimen onder noodvoeding (NS1 / NS11 optioneel)
NS1: Na het uitvallen van de netvoeding zal een noodvoedingaggregaat, beschikbaar gesteld door de eigenaar
van het gebouw, de elektrische energievoorziening van alle liften in de groep overnemen. Liften die een
blokkade tussen verdiepingen veroorzaken, zullen achtereenvolgens naar de eerstvolgende verdieping worden
getornd en daar worden ontruimd.
NS11: Na het uitvallen van de netvoeding zal een noodvoedingaggregaat, beschikbaar gesteld door de eigenaar
van het gebouw, de elektrische energievoorziening van alle liften in de groep overnemen. Alle liften worden
achtereenvolgens naar de op voorhand gedefinieerde evacuatieverdieping gehaald en daar ontruimd.
Ontruimen onder noodvoeding (NS2 / NS21 optioneel)
Nadat het ontruimen onder noodvoeding (fase één NS1 of NS11) is voltooid, zullen één of enkele liften worden
vrijgegeven voor de normale bedrijfsmodus (publiek gebruik).
NS2 en NS21 zijn aanduidingen voor de twee functies "ontruimen" en "gebruik" die in de noodvoeding zijn
gecombineerd. Het verschil tussen beide ligt uitsluitend in de ontruimfase. NS2 omvat ontruimtype NS1; NS21
omvat daarentegen ontruimtype NS11.
Toezicht op de temperatuur in de machinekamer (TMX optioneel)
Deze functie voorkomt dat passagiers in een kooi opgesloten raken of dat schade aan de liftuitrusting wordt
toegebracht als gevolg van een te hoge temperatuur. Constateert de lift dat zijn componenten te heet worden?
Dan wordt de onderhanden rit afgewerkt, worden niet-afgewikkelde en nieuwe kooioproepen geannuleerd en
wordt de kooi teruggeroepen naar de aangeduide evacuatie verdieping. Verdiepingsoproepen en
bestemmingsoproepen worden aan andere beschikbare liften toegewezen of – als geen andere lift beschikbaar
is – geannuleerd.
Aangekomen op de aangewezen evacuatie verdieping zal de lift resp. zullen de liften hun deuren openen. De
deuren worden na het verstrijken van de gebruikelijke "deur open"-wachtduur gesloten. De lift parkeert
vervolgens met gesloten deuren tot de te hoge temperatuur van de betroffen componenten is gedaald tot onder
de ingestelde temperatuurgrens.
4.1.7.7
Brandweer
Er is een groot aantal functies voor de brandweer beschikbaar. In vrijwel alle landen bestaan voorschriften
betreffende het gedrag van een lift in geval van brand. De werking van een lift in geval van brand valt uiteen
in twee categorieën (wij beschrijven die hier overigens maar zeer beknopt).
Categorie type 1: Brandevacuatiebesturing : In geval van brand zullen alle liften, voorzien van optie type 1,
worden ontruimd via een op voorhand gedefinieerde evacuatie verdieping. Na ontruiming blijven de liften op die
verdieping geblokkeerd.
Categorietype 2/3/4: Brandwacht-noodritten - brandweerlift : In geval van brand zullen van optie 2, 3 of 4
voorziene liften worden ontruimd via een op voorhand gedefinieerde evacuatie verdieping. Daar blijven de liften
vervolgens beschikbaar voor noodritten door de brandweer. De functie "brandwacht-noodritten" stelt de
brandweer in staat de lift te gebruiken voor het bestrijden van brand of voor het redden van mensen.
Copyright © 2023 INVENTIO AG
J 50900055_NL_03
49 | 394