Voorkeursrit-functie (PF optioneel)
De functie "Voorkeursrit" maakt één rechtstreekse rit naar één verdieping mogelijk. Door een sleutelschakelaar
op het kooibediening te bedienen, worden geregistreerde verdiepingsoproepen omzeilt en worden openstaande
kooioproepen geannuleerd. Aan het einde van die ene rit zal de kooi automatisch terugkeren in de normale
bedrijfsmodus. In een simplex-liftinstallatie worden geregistreerde verdiepingsoproepen tijdelijk genegeerd.
Verdiepingsoproepen binnen een liftengroep worden binnen die groep aan andere liften toegewezen.
Geregistreerde kooioproepen worden geannuleerd; de deuren blijven geopend tot een kooioproep wordt
geplaatst of tot een op voorhand gedefinieerde duurtijd is verstreken. De buitendienst kan de op voorhand
gedefinieerde verstrijkduurtijd aanpassen. Na het plaatsen van een kooioproep zal de deur sluiten en zal de kooi
direct naar de gewenste verdieping rijden. De kooi keert vervolgens terug naar de normale bedrijfsmodus.
Onafhankelijke functie exclusief parkeren (RV1 optioneel)
Via deze functie kunt u de lift inzetten voor bijzondere doeleinden, bijvoorbeeld om goederen te vervoeren. De
kooi wordt aan de normale dienstverlening onttrokken en luistert enkel nog naar kooioproepen. Er worden niet
langer verdiepingsoproepen aan de lift doorgegeven.
Onafhankelijke functie inclusief parkeren (RV2 optioneel)
Via deze functie kunt u de lift inzetten voor bijzondere doeleinden die verlangen dat de lift langdurig toegankelijk
is, bijvoorbeeld voor een schoonmaakbeurt. De kooi wordt aan de normale dienstverlening onttrokken en luistert
enkel nog naar kooioproepen. Er worden niet langer verdiepingsoproepen aan de lift doorgegeven. De modus
"Deur openen" kan worden aangepast aan de wensen van de klant. Staat de lift geparkeerd? Dan wordt de kooi
op het verdiepingsniveau met geopende deuren geblokkeerd. Kooioproepen worden dan genegeerd.
Liftsubgroepbesturing (UG optioneel)
Deze functie stelt u in staat een liftengroep op te delen voor afwikkeling van verschillende verkeersbehoeften. De
subgroepbesturing deelt een liftengroep op in twee kleinere groepen die verdiepingsoproepen van bijzondere
verdiepingoproepreeksen afwikkelen. De ene subgroep wordt gebruikelijk gereserveerd voor bijzondere ritten,
terwijl de andere voor algemeen gebruik beschikbaar blijft. Voor elke subgroep kunnen de bijbehorende
verdiepingsoproepreeksen en liften vrij worden toegewezen. Elke subgroep wikkelt uitsluitend
verdiepingsoproepen af van de daaraan toegewezen knoppenreeksen. De toewijzing van verdiepingsoproepen
is gebaseerd op hetzelfde besturingalgoritme als waarvan de normale bedrijfsmodus zicht bedient. Meer dan
één subgroep kan tegelijkertijd in bedrijf zijn.
4.1.7.6
Noodsituatie
Bedrijfsmodus "Aardbeving" (EB optioneel)
Alle liften in de groep stoppen op de eerst mogelijke verdieping zodra de seismische schakelaar van het gebouw
aanspreekt. Wordt het "contact Ontsporing contragewicht" (mits aanwezig) bediend? Dan zal uitsluitend de
betrokken lift op de eerstvolgende verdieping tot stilstand komen. De betrokken lift(en) worden permanent
geblokkeerd en openen hun deuren gedurende een vooraf geconfigureerde duurttijd.
De werking van deze functie kan naar gelang de landencode verschillen.
Zwaai van het gebouw (GSU2 optioneel)
Deze functie voorkomt schade aan de liftuitrusting in de schacht als gevolg van zwaaiende tractiekabels en
hangkabels als gevolg van een zwaaiend gebouw, veroorzaakt door erg slecht weer (krachtige winden,
stormen).
Een voorziening die het zwaaien van het gebouw detecteert, geeft signalen voor maximaal drie verschillende
zwaaigrootten (klein, middelgroot en groot). De liftbesturing verwerkt die signalen. Automatische detectie van
een zwaaiend gebouw kan gebaseerd zijn op windsnelheid of op windrichtingsensoren, op versnellingmeters of
op voorzieningen die de signalen van een aantal sensoren combineren. U kunt deze detectievoorziening
handmatig via een sleutelschakelaar in werking stellen.
Wordt geconstateerd dat het gebouw zwaait? Dan reageert de liftbesturing als volgt:
– Geringe zwaai: optionele reductie van de snelheid en optionele beperking van bediende verdiepingen in
bedreigde schachtzones
– Middelgrote zwaai: optionele verdergaande reductie van de snelheid en optionele uitbreiding van het aantal
verboden schachtzones
– Grote zwaai: passagiers worden bevrijd, waarna de lift wordt geparkeerd.
De beperking qua bediening van oproepen is van toepassing op alle liften in de liftengroep.
48 | 394
J 50900055_NL_03
Copyright © 2023 INVENTIO AG