1
2
3
Afb. Functietoetsen
1. Instelbare (variabele) frequentie (LED
aan)
2. Frequentie, verhogen
3. Frequentie, verlagen
Bodemtype(s)
Bodemtype(s)
Fijne bodemtypes (klei en slib)
Fijne bodemtypes (klei en slib)
Gemengde bodemtypes (leem- en slibachtig)
Gemengde bodemtypes (leem- en slibachtig)
Grove bodemtypes (zand en gravel)
Grove bodemtypes (zand en gravel)
Steenslag (gebroken rots en split)
Steenslag (gebroken rots en split)
82
Instelbare (variabele) frequentie - (optioneel)
De optimale trilsnelheid hangt af van het te verdichten
bodemtype en van de gekozen trillingsamplitude.
Wanneer dubbele springen optreden, verlaagt u als
eerste maatregel de trilfrequentie, indien mogelijk.
Wanneer dit niet helpt, selecteert u in plaats daarvan
een lagere amplitude.
Hoge amplitude
Hoge amplitude
24 - 26 Hz
24 - 26 Hz
24 - 26 Hz
24 - 26 Hz
26 - 28 Hz
26 - 28 Hz
24 - 26 Hz
24 - 26 Hz
4812162614_H.pdf
Bediening
Lage amplitude
Lage amplitude
28 - 30 Hz
28 - 30 Hz
29 - 31 Hz
29 - 31 Hz
31 - 33 Hz
31 - 33 Hz
31 - 33 Hz
31 - 33 Hz
2023-12-19