Werking
ventileerde plaats buiten bevindt, en dat
de boot stevig werd aangemeerd of ste-
vig op een aanhangwagen staat.
4.
Rook niet en blijf uit de buurt van von-
ken, vlammen, statische ontladingen of
andere ontstekingsbronnen.
5.
Als u een draagbare container gebruikt
om brandstof te bewaren en in de motor
te gieten, gebruik dan uitsluitend een
plaatselijk goedgekeurde rode BENZI-
NEBUS.
6.
Raak met de tuit de vulopening of de
trechter aan om elektrostatische vonken
te voorkomen.
7.
Vul brandstof bij tot aan de bovenste
brandstofmarkering van de brandstof-
tank. Doe de tank niet te vol. De brand-
stof kan uitzetten en overlopen wanneer
de temperatuur stijgt.
28
1. Merkteken hoogste peil
Brandstoftankinhoud:
1.1 L (0.29 US gal, 0.24 Imp.gal)
NOTA:
De bovenste brandstofpeilmarkering bevindt
zich op de ingebouwde brandstoftank.
8.
Draai de vuldop stevig vast.
9.
Veeg eventueel gemorste benzine on-
middellijk op met droge doeken. Werp
die doeken weg zoals het hoort. Over-
eenkomstig de plaatselijk geldende wet-
ten en voorschriften.
DMU27451
DMU27473
Brandstof toevoeren
ZMU04536
DWM00420
WAARSCHUWING
Controleer alvorens te starten of de
●
boot stevig aangemeerd is en dat u niet
belemmerd wordt bij het sturen. Ga na
of er zich niemand in het water rondom
u bevindt.
Als de ontluchtingsschroef wordt los-
●
gedraaid, ontsnapt er benzinedamp.
Benzine is erg ontvlambaar en benzine-
ZMU04484
dampen zijn ontvlambaar en ontplof-
baar. Rook niet en blijf uit de buurt van
open vlammen en vonken wanneer u de
1
De motor gebruiken
ZMU04537