bijgeleverd, is het brandstofreservoir van
de motor en mag niet worden gebruikt als
een container om brandstof in op te
slaan. Commerciële gebruikers moeten
voldoen aan de van toepassing zijnde li-
centie- of goedkeuringsvoorschriften.
3
1. Ontluchtingsschroef
2. Brandstofmeter
3. Brandstofleiding koppelstuk
4. Brandstoftankkap
DMU25821
Brandstoftank
Als uw model een brandstoftank heeft, zijn
de onderdelen en functies als volgt.
1
3
2
1. Ontluchtingsschroef
2. Ingebouwde brandstoftank
3. Brandstoftankkap
4
1
2
ZMU01992
ZMU02658
Componenten
DMU25830
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruik om de brand-
stofleiding te verbinden.
DMU25841
Brandstofmeter
Deze meter is gesitueerd op de tankdop of
op de basis van het brandstofleidingkoppel-
stuk. Deze geeft de resterende hoeveelheid
brandstof in de tank bij benadering aan.
DMU25850
Brandstoftankdop
Die dop sluit de brandstoftank af. Als hij ver-
wijderd is, kan de tank worden gevuld met
brandstof. Om de dop te verwijderen moet hij
tegen de wijzers van de klok in worden ge-
draaid.
DMU25860
Ontluchtingsschroef
Die schroef bevindt zich op de brandstof-
tankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25872
Brandstofkraan
De brandstofkraan sluit de brandstoftoevoer
van de brandstoftank naar de motor af.
1
1. Brandstofkraan
DMU25881
Gesloten
Om de brandstoftoevoer naar de motor af te
sluiten, moet de hendel of de knop in de ge-
sloten stand worden gezet.
ZMU02659
15