Inhoudsopgave
Advertenties
3.2.2 Foutdiagnose
Als kan worden bevestigd dat een fout niet een onjuiste bedrading of een mechanische fout van de
stapelaar is, kan deze worden geëlimineerd door de sleutelschakelaar opnieuw te starten. Als de fout zich
blijft voordoen, vergrendelt u de sleutelschakelaar. Controleer dan of de connector correct is aangesloten
of als deze niet vervuild is Repareer en reinig de connector en sluit opnieuw aan. Probeer vervolgens de
fout te elimineren door de sleutelschakelaar te herstarten.
De controller biedt diagnostische informatie om de technici te helpen bij het elimineren van fouten,
veroorzaakt door problemen van het aandrijfsysteem. Diagnostische informatie is beschikbaar via de
foutcode die wordt voorgesteld door de foutindicator of kan worden afgelezen van de aangesloten
handheld programmeereenheid.
Diagnose via de foutindicator
Tijdens normaal gebruik zonder fout, zal de foutindicator altijd uit zijn. Wanneer een fout wordt
gedetecteerd door de controller, zal de foutindicator doorlopend knipperen volgens de foutcode tot de
fout wordt opgelost.
Raadpleeg de foutanalysetabel (tabel 3) voor de mogelijke oorzaken van elke fout. Fouten worden in
alfabetische volgorde geschikt in de Tabel.
De rode foutindicator knippert in verschillende modi om de foutcode voor te stellen. Raadpleeg de tabel
van de "Foutcode" voor de oorzaak en analyse van elke fout.
Opmerking: De foutindicator kan knipperen om telkens slechts één fout aan te geven. Als er meerdere
fouten worden gedetecteerd, zal de indicator knipperen om de code van de fout met de hoogste
prioriteit voor te stellen tot deze is opgelost.
Diagnose via de programmeereenheid
De programmeereenheid gebruikt algemene en gemakkelijk te begrijpen talen voor het weergeven van
complete diagnostische informatie. Fouten worden weergegeven in het fout-/diagnosemenu en de
controlleringang/-uitgang worden weergegeven in het menu op het display.
Daarnaast bieden de diagnoserecords in het fout-/diagnosemenu een lijst van fouten die werden
gegenereerd nadat de documenten werden gewist. Het raadplegen van de foutgeschiedenis biedt
suggesties voor het tijdstip voor onderhoud.
Raadpleeg de foutanalysetabel (tabel 3) voor de mogelijke oorzaken van elke fout. Fouten worden in
alfabetische volgorde geschikt in de Tabel.
Oplossing
Wanneer een fout wordt gedetecteerd, kan de reactie gaan van een uitschakeling van de stroom tot een
complete uitschakeling van de aandrijving, afhankelijk van de ernst.
De foutindicator knippert volgens een 2-cijferige foutcode. Als bijvoorbeeld een fout voor een lage
batterijspanning (code: 14) optreedt, zal de foutindicator knipperen, zoals hieronder:
¤ ¤¤¤¤
¤ ¤¤¤¤
¤ ¤¤¤¤
(1,4)
(1,4)
(1,4)
61
Advertenties
Inhoudsopgave
