7.3 Rijden
Ga voor de stapelaar staan, iets van het midden weg en houd de disselboom met één hand vast om de
rijschakelaar te bedienen. Kijk recht voor u uit in rijrichting en geleid de stapelaar naar voor. U kunt de
dissel ook met beide handen vasthouden om de stapelaar naar voor te duwen.
Opmerking
⚫
Zorg dat u beschermende laarzen draagt.
⚫
Ga in een lift en andere enge ruimten pas staan nadat de vorken erin zijn geplaatst.
⚫
Zorg dat de grond schoon is en verwijder olievlekken, water of andere verontreinigende stoffen
waardoor u kunt slippen.
Op een helling rijden:
Rijd met de vorken omlaag gericht wanneer u een helling op- of afrijdt zonder last en omhoog gericht als
u dat met een last doet.
Waarschuwing
⚫
Maak geen bocht of rijd niet diagonaal wanneer u op een helling rijdt.
⚫
Parkeer deze stapelaar nooit op een helling.
⚫
Verminder de snelheid wanneer u van een helling rijdt en bereid u voor om op elk ogenblik te
26