9.2 Regelmatig onderhoudsschema
Het onderhoudsinterval dat is opgegeven in de checklist voor het onderhoud is alleen van toepassing op
systemen met één versnelling en in normale gebruiksomstandigheden. Dit moet op de geschikte manier
worden verminderd als de actuele gebruiksomstandigheden slechter zijn en als de gebruiksfrequentie
hoger is dan het normale niveau, bijv. met overmatig stof, belangrijke temperatuurschommelingen of
meer dan één versnelling.
De gedetailleerde onderhoudstaken en de tijd voor het uitvoeren van deze taken worden hieronder
weergegeven. Het onderhoudsinterval wordt in detail gedefinieerd zoals hieronder:
D = elke 8 uur gebruik (of dagelijks)
W = elke 40 uur gebruik, minstens één keer per week
M = elke 250 uur gebruik, minstens één keer elke 1,5 maanden
T = elke 500 uur gebruik, minstens één keer om de drie maanden
S = elke 1000 uur gebruik, minstens één keer om de zes maanden
Y = elke 2000 uur gebruik, minstens één keer per jaar
● = Standaard onderhoudsinterval
Batterij
1
Inspecteer de batterij en de batterijmontage.
2
Inspecteer het batterijniveau.
3
Inspecteer of de batterij vast zit.
4
Inspecteer of de batterijkabel goed zijn aangesloten.
5
Inspecteer of het batterijoppervlak schoon is.
Frame
1
Inspecteer elke beschermkap.
Inspecteer of de aansluitingen van het frame en de bouten niet beschadigd
2
zijn.
3
Inspecteer of de tekens duidelijk, leesbaar en compleet zijn.
Rijden
Inspecteer of er een abnormaal geluid of lekkage wordt gegenereerd door de
1
versnellingsbak.
2
Inspecteer of de wiellager en wielen bevestigd zijn.
3
Inspecteer of de wielen versleten of beschadigd zijn.
Remmen
34
D
W
M
T
S
●
●
●
●
●
D
W
M
T
S
●
●
●
D
W
M
T
S
●
●
●
D
W
M
T
S
Y
Y
Y
Y