3.2. Aandrijfmotorcontroller
3.2.1 Onderhoud
De controller bevat geen accessoires die reparatie door de gebruiker vereisen. Probeer de controller niet
te openen, repareren of op een andere wijze te wijzigen, anders kan de controller beschadigd raken en
zal de garantie ongeldig zijn.
Wij raden u aan de controller altijd schoon en droog te houden en regelmatig de diagnosegeschiedenis te
inspecteren en te wissen.
Opruimen
Het regelmatig reinigen van de buitenkant van de controller kan niet alleen corrosie voorkomen, maar
ook andere controllerfouten die zijn veroorzaakt door vervuiling, stof en chemische producten die deel
uitmaken van de omgeving en gebruikelijk zijn voor een batterijvermogensysteem.
U moet de veiligheidsvoorschriften naleven voordat u een voertuig op batterij bedient, met inbegrip van,
maar niet beperkt tot geschikte training, het dragen van een veiligheidsbril en het vermijden van losse
kleding en juwelen.
Reinig de controller volgens de onderstaande procedures. Gebruik nooit een hogedrukreiniger voor het
schoonmaken van de controller.
–
Verwijder de batterij om de stroomtoevoer te onderbreken.
–
Sluit een lading aan (bijv. contactorspoel of claxon) tussen de B+ en B- terminals van de controller
om de condensator in de controller te ontladen.
–
Verwijder vervuiling of corrosie van de voeding en de signaalaansluitingen. Veeg de controller
schoon met een zachte doek. Laat de controller goed drogen voordat u de batterij terugplaatst. De
controller kan de impact die wordt gegenereerd door een waterstroom onder druk, niet weerstaan.
–
Controleer of de aansluitingen correct en veilig zijn.
Waarschuwing
⚫
Zorg dat er nooit water in dit product binnendringt!
⚫
Reinig de controller nooit zonder de voeding los te koppelen!
⚫
Sluit de polen nooit omgekeerd aan!
⚫
Zorg dat er geen kortsluiting optreedt in de motor!
60