7 Gebruik
7.1 Inspectie voorafgaand aan het
gebruik
Deze stapelaar moet nauwkeurig worden
geïnspecteerd vóór het starten om zeker te zijn
dat deze veilig kan worden gebruikt en in een
goede staat wordt gehouden.
1)
Lekkage van olie en elektrolyten
Inspecteer of er hydraulische vloeistof is gelekt
op de grond waar de stapelaar is geparkeerd.
2)
Vorkcontrole
Inspecteer of de vorken geen barsten vertonen
of gebogen zijn.
3)
Wielen
Inspecteer of de wielen niet
beschadigd
of
abnormaal
Inspecteer of de wielbevestigingen niet los zitten.
Inspecteer of er geen touw rond de wielen is
gedraaid.
4)
Vorken vooraan en koppelmechanisme
Inspecteer of de linker- en rechtervorken
vooraan en het koppelmechanisme gebarsten en
zijn
en
elkaar
hinderen
bewegingspunten overmatig versleten zijn.
5)
Controle hydraulische olie
Open de kap en controleer of het oliepeil binnen
gebarsten,
versleten
zijn.
en
of
de
23
het opgegeven bereik ligt. Vul olie bij als er
onvoldoende is.
6)
Batterij
Inspecteer of de batterij stevig is bevestigd.
Inspecteer of de terminalaansluitingen van de
twee polen zijn los of beschadigd. Pas de
terminals aan of vervang ze, zoals nodig.
7)
Meterweergave
Inspecteer of de meterweergave normaal is.
8)
Knoppen voor heffen en neerlaten
Druk op de hefknop en inspecteer het opheffen
van de vorken. Druk op de neerlaatknop en
inspecteer het zakken van de vorken. Inspecteer
of er een abnormaal geluid wordt gegenereerd
door het hefsysteem.
9)
Vooruit- en achteruitrijden
Kantel
de
disselboom
versnellingsknop geleidelijk naar buiten van de
chassiszijde weg en inspecteer het vooruit rijden.
Duw de versnellingsknop geleidelijk naar binnen
naar de chassiszijde toe en inspecteer het
achteruit rijden.
omlaag.
Duw
de