In gebruik nemen
6.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen
Vergiftigingsgevaar door vrijkomend gas
Ondichte gaskanalen leiden tot concentraties van het meetgas in het apparaat.
• Controleer of de schroefkoppelingen aan de gasaansluitingen goed vastzitten. Draai indien
• Controleer de gaskanalen op dichtheid. Zie hoofdstuk "Gaskanalen op dichtheid
Hete oppervlakken door hete meetgassen en sterk verwarmde apparaten
Gevaar voor brandwonden door apparaatoppervlaktetemperaturen van meer dan 70 °C (155
°F).
• Tref gepaste veiligheidsmaatregelen, bijv. bescherming tegen aanraking.
• Zorg ervoor dat door veiligheidsmaatregelen de maximaal toegestane
LET OP
Condensvorming in het apparaat
Een hoog temperatuurverschil tussen transport of opslag en de inbouwlocatie kan door
condensvorming beschadiging van het apparaat veroorzaken.
• Laat het apparaat meerdere uren in de nieuwe omgeving staan alvorens het in bedrijf te
6.2
Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar
kan heersen
Gebruik buiten toegestane spanningsgrenzen
Ontploffingsgevaar
• Gebruik het apparaat alleen binnen de op het typeplaatje aangegeven spanningsgrenzen.
64
WAARSCHUWING
nodig de schroefkoppelingen aan met een geschikte steeksleutel. Let daarbij op een
onberispelijk vastschroeven van de contramoer.
controleren (Pagina 68)".
VOORZICHTIG
omgevingstemperatuur niet overschreden wordt. Neem goed nota van de informatie in het
hoofdstuk "Technische gegevens voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan
heersen (Pagina 101)".
stellen.
WAARSCHUWING
Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering
Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09