Samenvatting van Inhoud voor Siemens SIPROCESS GA700
Pagina 1
Inleiding Veiligheidsaanwijzingen Algemene aanwijzingen Continue gasanalyse Installeren SIPROCESS GA700 Apparaten in explosiebeveiligde Aansluiten uitvoering In gebruik nemen Beknopte bedieningshandleiding Reparatie en onderhoud Demonteren en verwijderen Technische gegevens Bijlage A 7MB3000-..-..7MB3010-..-..7MB3020-..-..7MB3040-..-..01/2022 A5E35134270-09...
Pagina 2
De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
Pagina 3
Inhoudsopgave Inleiding..............................7 Doel van deze documentatie ....................7 Historie..........................7 Gebruiksdoel ........................7 Toepassingsgebied....................... 8 Productiedatum ......................... 10 Gekwalificeerd personeel voor toepassingen in Ex-zones............. 11 Levering ..........................11 Transport en opslag ......................12 Aanwijzingen bij de garantie ....................13 Veiligheidsaanwijzingen........................
Pagina 4
Inhoudsopgave 4.5.1 Specifieke veiligheidsaanwijzingen voor het apparaat ............31 4.5.2 Wandapparaat installeren ....................32 Aansluiten............................35 Gasaansluitingen ....................... 35 5.1.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen..................35 5.1.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen ...... 36 5.1.3 Aansluitaanwijzingen......................36 5.1.4 Plaatsing van de gasaansluitingen in het inschuifapparaat ..........37 5.1.5 Plaatsing van de gasaansluitingen in het wandapparaat............
Pagina 5
Inhoudsopgave Reparatie en onderhoud........................79 Algemene veiligheidsaanwijzingen..................79 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen ...... 81 7.2.1 Verlies van de explosiebeveiliging ..................81 7.2.2 Ontbrekende voorspoeling ....................82 7.2.3 Openen van het apparaat onder spanning ................82 7.2.4 Stof in de behuizing met inwendige overdruk beschermingswijze Ex p ........ 83 7.2.5 Steekverbindingen vastzetten ....................
Pagina 6
Inhoudsopgave Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 7
Inleiding Doel van deze documentatie Deze beknopte bedrijfshandleiding is een samenvatting van de wezenlijke kenmerken, functies en veiligheidsaanwijzingen en bevat alle informatie die nodig is voor een veilig gebruik van het apparaat. Dit zijn aanwijzingen voor montage, aansluiting, inbedrijfstelling, bedrijf, onderhoud, demontage en buitenbedrijfstelling van het apparaat.
Pagina 8
Meer informatie vindt u in de bedrijfshandleidingen, zie 'Bibliografie (Pagina 111)'. Toepassingsgebied Deze beknopte bedrijfshandleiding beschrijft de SIPROCESS GA700-apparaten, die toegelaten zijn voor het gebruik in explosieve zones. De handleiding heeft betrekking op inschuifbare- en wandapparaten met de ingebouwde analysemodules, die afhankelijk van meettaak en lokale omstandigheden worden ingezet.
Pagina 9
De markering db wordt alleen gebruikt, als er minimaal een module CALOMAT 7 7MB304x-2xxxx-xxxx ingebouwd is. De markering op is wordt alleen gebruikt, als er minimaal een module ULTRAMAT 7 7MB301x-2xxxx-xxxx resp. 7MB301x-3xxxx-xxxx ingebouwd is. Tabel 1-1 SIPROCESS GA700-Ex-apparaten met analysemodules Appa‐ MLFB-nummer Beschermingswijze ATEX en IECEx-certifica‐...
Pagina 10
Inleiding 1.5 Productiedatum Appa‐ MLFB-nummer Beschermingswijze ATEX en IECEx-certifica‐ raatva‐ riant 7MB3000-xxxxx-xxGx II 2G Ex pyb db ib op is IIC T4 Gb (voor incidenteel explo‐ Wandapparaat: sieve gassen) 7MB301x-2xxxx-xxBx BVS 14 ATEX E 153 X II 3G Ex ec db ib nA nC op is IIC T4 Gc 7MB301x-3xxxx-xxBx IECEx BVS 14.0104X II 3D/2G Ex pyb db ib op is IIIC/IIC T65°C ...
Pagina 11
Inleiding 1.7 Levering 1963, 1983, 2003, 2023 1964, 1984, 2004, 2024 1965, 1985, 2005, 2025 1966, 1986, 2006, 2026 1967, 1987, 2007, 2027 1968, 1988, 2008, 2028 1969, 1989, 2009, 2029 Conform DIN EN 60062 De referentie van de productielocatie (bijv. N1) wordt voorafgegaan door het eigenlijke serienummer (F.-nr.) Gekwalificeerd personeel voor toepassingen in Ex-zones Personen die het apparaat op plaatsen installeren, aansluiten, in bedrijf stellen, bedienen,...
Pagina 12
Inleiding 1.8 Transport en opslag 4. Controleer de leveringsomvang op juistheid en volledigheid aan de hand van de pakbon. Vergelijk de serienummers op de leveringsbon met de serienummers op het basisapparaat of op de modules. 5. Controleer of bij de verpakking de volgende voorwerpen zijn meegeleverd: –...
Pagina 13
De inhoud van deze productdocumentatie vormt geen onderdeel van een vroegere of bestaande overeenkomst, toezegging of van een rechtsverhouding en is ook niet bedoeld om deze te wijzigen. Alle verplichtingen van Siemens volgen uit het betreffende koopcontract, dat ook de volledige en uitsluitend geldige regeling van de aansprakelijkheid bevat.
Pagina 14
Inleiding 1.9 Aanwijzingen bij de garantie Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 15
• Canadian Electrical Code (Canadese elektriciteitscode) (CEC) (Canada) Andere bepalingen voor toepassingen op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, zijn bijvoorbeeld: • IEC 60079-14 (internationaal) • EN 60079-14 (EU) Meer informatie vindt u onder: Certificaten (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/ps/17731/cert) Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 16
Veiligheidsaanwijzingen 2.2 Ondeskundige wijzigingen bij het apparaat 2.1.2 Overeenstemming met de Europese richtlijnen De CE-aanduiding op het apparaat geeft de overeenstemming met de volgende Europese richtlijnen aan: Elektromagnetische compati‐ Richtlijn van het Europees parlement en de Raad biliteit EMC 2014/30/EU van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wet‐...
Pagina 17
Veiligheidsaanwijzingen 2.3 Gebruik in gebieden waar ontploffingsgevaar heerst Gebruik in gebieden waar ontploffingsgevaar heerst WAARSCHUWING Ongeschikt apparaat voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen Explosiegevaar • Gebruik uitsluitend apparaten die voor gebruik op de beoogde plaats waar ontploffingsgevaar kan heersen, toegelaten en overeenkomstig gemarkeerd zijn. WAARSCHUWING Gebruik buiten toegestane spanningsgrenzen Ontploffingsgevaar...
Pagina 18
Veiligheidsaanwijzingen 2.3 Gebruik in gebieden waar ontploffingsgevaar heerst Opmerking Behuizing enkel bij montage of onderhoud openen Tijdens het gebruik moet de behuizing altijd gesloten blijven. • Houd de behuizing tijdens het gebruik gesloten. • Open de behuizing uitsluitend tijdens montage of onderhoud. Sluit de behuizing na beëindiging van deze werkzaamheden.
Pagina 19
Veiligheidsaanwijzingen 2.4 Algemene bepalingen betreffende explosiebeveiliging Algemene bepalingen betreffende explosiebeveiliging 2.4.1 Interne explosiebeveiliging De interne explosiebeveiliging heeft betrekking op het meetgastraject (Containment System, "CS") in de analysator en de ontstekingsbeveiliging van het procesgas. Hierbij doen zich verschillende gevallen voor: Tabel 2-1 Interne explosiebeveiliging: differentiatie Meetgas Maatregelen...
Pagina 20
Veiligheidsaanwijzingen 2.4 Algemene bepalingen betreffende explosiebeveiliging technische gegevens van de desbetreffende apparaatuitvoering. De exacte gegevens over de condities van de meetgasingang vindt u in het hoofdstuk 'Technische gegevens voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (Pagina 101)'. Controleer het containmentsysteem na alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden op dichtheid, vooral vóór het invoeren van brandbare meetgassen.
Pagina 21
Veiligheidsaanwijzingen 2.4 Algemene bepalingen betreffende explosiebeveiliging 2.4.2.3 Beveiligingsklasse Ex t WAARSCHUWING Ontploffingsgevaar Apparaten die met beveiligingsklasse Ex t 'Stofbescherming door behuizing' worden gebruikt, zijn niet ontworpen voor het invoeren van brandbare gasmengsels. Anders bestaat er explosiegevaar. Daarom geldt: • Voer bij gebruik met beveiligingsklasse Ex t alleen niet-brandbare meetgassen in. •...
Pagina 22
Veiligheidsaanwijzingen 2.4 Algemene bepalingen betreffende explosiebeveiliging Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 23
Bij oudere apparaten kunnen de omschakeltijden tot 10 seconden en de veilige bedrijfstoestand tot 100 seconden duren. Let als u SIPROCESS GA700-apparaten in kritische processen inzet op de volgende aanwijzingen: • Bewaak de grenswaarden extern via de besturing. • Als er een optionele module 2.1 ingebouwd is, dan leest u de apparaatstatus af via de digitale uitgangen van de optionele module.
Pagina 24
Algemene aanwijzingen 3.3 Meten van hoge concentraties zuurstof Meten van hoge concentraties zuurstof WAARSCHUWING Meting van gasmengsels met een hoog zuurstofgehalte Explosiegevaar Het invoeren van onbrandbare gasmengsels met een zuurstofgehalte van meer dan 21% kan leiden tot de ophoping van zuurstof in verhoogde concentratie in de behuizing. Er bestaat explosiegevaar.
Pagina 25
Opmerking Compatibiliteit van materialen Siemens kan u ondersteunen bij de keuze van de componenten van de analysator die door de meetstof worden bevochtigd. De verantwoordelijkheid voor de keuze ligt echter volledig bij de exploitant van het apparaat. Siemens aanvaardt geen aansprakelijkheid voor fouten of falen op grond van incompatibiliteit van materialen.
Pagina 26
Installeren 4.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING Overschrijding van de maximaal toegestane bedrijfsdruk Gevaar voor letsel en vergiftiging. De maximaal toegestane bedrijfsdruk hangt van de apparaatuitvoering af. Indien de maximaal toegestane bedrijfsdruk overschreden wordt, kan het apparaat beschadigd worden. Hete, giftige en agressieve meetstoffen kunnen vrijkomen. •...
Pagina 27
Installeren 4.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen LET OP Directe bestraling door de zon Beschadiging van het apparaat Door inwerking van UV-straling kan het apparaat oververhit raken en kunnen materialen broos worden. • Bescherm het apparaat tegen directe bestraling door de zon. •...
Pagina 28
Installeren 4.3 Installatieaanwijzingen Installatieaanwijzingen Opmerking Toestand van de inbouwlocatie De inbouwlocatie dient in de volgende toestand te verkeren: • Goed toegankelijk • Vrij van schokken en trillingen • Binnen de grenswaarden voor de omgevingstemperatuur Opmerking Weerbestendige installatie Installeer het apparaat op een plaats, waar het beschermd is tegen: •...
Pagina 29
Installeren 4.4 Inschuifapparaat Opmerking Dimensionering van de spoelgasafvoerleiding Bij de dimensionering van de minimale binnendiameter en lengte van de spoelgasafvoerleiding geldt: • De toegestane binnendruk in de behuizing mag bij het gekozen ontwerp niet worden overschreden. • De volumestroom van spoelgas tijdens de voorspoelfase moet bij het gekozen ontwerp minimaal 60 l/min bedragen.
Pagina 30
Installeren 4.4 Inschuifapparaat Opmerking Installeren in schakelkasten • Zorg bij het installeren in schakelkasten voor voldoende ventilatie tussen de apparaten. • Zorg ervoor dat de in de technische gegevens aangegeven, toegestane omgevingstemperatuur niet overschreden wordt. 4.4.2 Inschuifapparaat installeren Maattekening De volgende afbeelding toont de afmetingen van het inschuifapparaat en de afstand van de bevestigingsboorgaten aan de bevestigingshoeken.
Pagina 31
Installeren 4.5 Wandapparaat Opmerking Optioneel kunt u het inschuifapparaat op geleidingsprofielen of bodemplaten in een frame of kast plaatsen. Wandapparaat 4.5.1 Specifieke veiligheidsaanwijzingen voor het apparaat WAARSCHUWING Open kabelopening of verkeerde kabelwartel Ontploffingsgevaar op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen. • Sluit de kabelopeningen voor de elektrische aansluitingen af. Gebruik hiervoor uitsluitend kabelwartels of afsluitstoppen die voor de desbetreffende beschermingswijze toegelaten zijn.
Pagina 32
Installeren 4.5 Wandapparaat 4.5.2 Wandapparaat installeren Maattekening De volgende afbeelding toont de afmetingen van het wandapparaat en de afstand van de bevestigingsboorgaten. De afmetingen zijn in mm aangegeven. Afbeelding 4-2 Boormal en zijaanzicht Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 33
Installeren 4.5 Wandapparaat Afbeelding 4-3 Afmetingen bij open wandapparaat Werkwijze 1. Boor vier gaten in de wand. De afmetingen voor de boorgaten vindt u in de boortekening. 2. Steek de pluggen in de gaten. 3. Plaats het wandapparaat tegen de wand en bevestig het met bouten. Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 34
Installeren 4.5 Wandapparaat Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 35
Aansluiten Gasaansluitingen 5.1.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING Invoeren van toxische, agressieve of brandbare gassen Het beperkt vrijkomen van giftige of agressieve gassen kan bij het invoeren ervan niet volledig worden voorkomen. • Controleer voor het invoeren van toxische, agressieve of brandbare gassen de buisverbindingen op dichtheid.
Pagina 36
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen 5.1.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen GEVAAR Invoeren van brandbare media in OXYMAT 7 Ontploffingsgevaar Het invoeren van brandbare media in OXYMAT 7 kan ontploffingen veroorzaken. • Bouw in het meet- en referentiegaskanaal direct aan het apparaat geschikte vlamdovers in. WAARSCHUWING Losse leidingen dan wel open spoelgasaansluitingen aan het wandapparaat (bedrijf met beschermingswijzen Ex t en Ex ec)
Pagina 37
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen Zuivering van het meetgas Om het vervuilen van de door meetgas doorstroomde delen te voorkomen, moet het meetgas voldoende worden gezuiverd overeenkomstig de meettaak. Wij adviseren u hiervoor de volgende minimumconfiguratie: • Apparaat voor gasmonsterneming met filter •...
Pagina 38
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen De volgende afbeelding toont exemplarisch de achterzijde van het inschuifapparaat met gasaansluitingen van een OXYMAT 7 en een CALOMAT 7. ① Inbouwlocatie analysemodule 1: OXYMAT 7 Gasaansluitingen: Meetgasingang Meetgasuitgang niet bezet Referentiegasingang ② Inbouwlocatie analysemodule 2: CALOMAT 7 Gasaansluitingen: Meetgasingang Meetgasuitgang...
Pagina 39
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen ① Spoelgasingang ② Spoelgasuitgang ③ Inbouwlocatie analysemodule 2: ULTRAMAT 7 Gasaansluitingen: Meetgasingang Meetgasuitgang Referentiegasuitgang Referentiegasingang Atmosferische druksensor ④ Inbouwlocatie analysemodule 1: OXYMAT 7 Gasaansluitingen: Meetgasingang Meetgasuitgang niet bezet Referentiegasingang Afbeelding 5-2 Wandapparaat: Gasaansluitingen aan het voorbeeld combinatiebedrijf OXYMAT 7 / ULTRAMAT 7, onderzijde apparaat Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 40
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen Wandapparaat met sterk verwarmde analysemodules De volgende afbeelding toont de onderzijde van het wandapparaat met gasaansluitingen van een OXYMAT 7 in sterk verwarmde uitvoering. ① Spoelgasingang ② Spoelgasuitgang ③ Referentiegasingang ④ Meetgasingang ⑤ Meetgasuitgang Afbeelding 5-3 Wandapparaat: Gasaansluitingen van een sterk verwarmde OXYMAT 7, onderzijde apparaat De volgende afbeelding toont de onderzijde van het wandapparaat met gasaansluitingen van een ULTRAMAT 7 in sterk verwarmde uitvoering.
Pagina 41
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen ① Spoelgasingang ② Spoelgasuitgang ③ Inbouwlocatie analysemodule 2: ULTRAMAT 7 Gasaansluitingen: Meetgasingang Meetgasuitgang Referentiegasuitgang Referentiegasingang Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 42
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen 5.1.5.2 Spoelgasaansluitingen Overzicht ① Spoelgasingang ② Spoelgasuitgang Afbeelding 5-4 Spoelgasaansluitingen Uitvoering van de gasaansluitingen Afmetingen van spoelgasaansluitstukken Doorsnede buiten 12 mm Lengte Zonder sluitkappen 28 mm Met sluitkappen 41 mm - Ex px-, Ex py, dan wel Ex pz-veiligheidsvoorziening selecteren Als u het wandapparaat met beveiligingsklasse Ex px, Ex py dan wel Ex pz bedient, moet u een Ex p-veiligheidsvoorziening op het apparaat aansluiten.
Pagina 43
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen Minimale eisen Over het algemeen kan elke Ex px-, Ex py- of Ex pz-veiligheidsvoorziening, die over een monstertestverklaring voor het explosiegevaarlijk gebied beschikt, worden gebruikt. Deze veiligheidsvoorziening moet ten minste de volgende eigenschappen bezitten: • Veiligheidsniveau voor de bewaking: –...
Pagina 44
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen 5.1.6.2 Apparaat met analysemodules in standaarduitvoering Werkwijze 1. Verbind de gasleidingen via geschikte klemringkoppelingen met de bijbehorende gasingangen en -uitgangen. Let bij het vastdraaien van de wartelmoeren aan de gasaansluitstukken op een correcte contramoer om een dicht gaskanaal tot stand te brengen. 2.
Pagina 45
Aansluiten 5.1 Gasaansluitingen 5.1.6.4 Apparaat met een ULTRAMAT 7-analysemodule in sterk verwarmde uitvoering Overzicht ① Gasaansluitingen voor meet- en referentiegas ② Kabelwartels klemringwartels 6 mm (4 stuks) ③ Verwarmde externe meet- en referentiegasleidingen (niet in leveringsomvang) Afbeelding 5-5 ULTRAMAT 7 sterk verwarmde uitvoering, gas aansluiten Werkwijze ②...
Pagina 46
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen 5.1.7 Overige aanwijzingen bij de gasaansluiting Houd u voor een probleemloos bedrijf aan het volgende: • Let bij het vastdraaien van de wartelmoeren aan de gasaansluitstukken op een correcte contramoer om een dicht gaskanaal tot stand te brengen. •...
Pagina 47
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen WAARSCHUWING Ontbrekende randaarde-aansluiting Gevaar voor elektrische schok Bij ontbrekende randaarde-aansluiting bestaat het gevaar voor elektrische schok. Afhankelijk van de uitvoering van het apparaat sluit u de stroomvoorziening als volgt aan: • Netstekker: Zorg ervoor dat de gebruikte contactdoos een randaarde-aansluiting heeft. Controleer of de randaarde-aansluiting van contactdoos en netstekker bij elkaar passen.
Pagina 48
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen 5.2.2.1 Ontploffingsgevaar door onjuiste voeding WAARSCHUWING Ontploffingsgevaar door onjuiste voeding Het gebruik van Power over Ethernet (PoE) is niet toegestaan voor Ex e- Ex py-apparaten! • Sluit het apparaat alleen aan op een Ethernet zonder energietoevoer. WAARSCHUWING Ongeschikte kabels en/of kabelwartels Ontploffingsgevaar op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Pagina 49
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen WAARSCHUWING Verkeerd leggen van afgeschermde leidingen Explosiegevaar door vereffeningsstromen tussen het gebied waar ontploffingsgevaar heerst, en het gebied waar geen ontploffingsgevaar heerst. • Aard afgeschermde leidingen die naar het gebied waar ontploffingsgevaar heerst, lopen slechts aan één kant. •...
Pagina 50
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen 5.2.3 Aansluitaanwijzingen Opmerking Isolatie van externe aansluitingen De isolatie van de externe aansluitingen tegen netspanning voor het beoogde bedrijf van het apparaat met een nominale netspanning tot 300 V is ontworpen voor 3000 V AC. Opmerking Eisen aan de aansluiting De netvoedingskabel moet voldoen aan de op de standplaats geldende voorschriften en voorwaarden en voorzien zijn van een randaarde, die op behuizingspotentiaal ligt.
Pagina 51
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen 5.2.4 Voorwaarden voor de elektrische aansluiting • U heeft ervoor gezorgd dat er in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat een bij het apparaat horende netscheidingsinrichting aanwezig is, die op elk moment makkelijk toegankelijk is. Deze netscheidingsinrichting moet gemarkeerd worden, zodat duidelijk is dat deze uitsluitend aan dit apparaat is toegewezen.
Pagina 52
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen Overzicht ① Stekkernummers ② Voedingseenheid: Koude-apparaatstekker met bevestigingshoek ③ Verwerkingsmodule, ethernet met vergrendeling en D-Dub 37-polig (vrouwelijk), digitale ingan‐ gen en digitale uitgangen ④ Optionele module 1.1, D-Sub 25-polig (vrouwelijk), digitale ingangen en digitale uitgangen of gesloten afdekking ⑤...
Pagina 53
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen 5.2.5.2 Stroomvoorziening aansluiten Opmerking Vastzetten van de koude-apparaatstekker Het apparaat wordt geleverd met een koude-apparaatstekker en een bevestigingshoek. De boven de koude-apparaatstekker geschroefde bevestigingshoek beschermt de koude- apparaatstekker tegen onverhoeds lostrekken. Overzicht ① ④ Voedingseenheid Koude-apparaatstekker ②...
Pagina 54
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen ⑤ 3. Plaats de bevestigingshoek boven de koude-apparaatstekker en schroef deze aan de behuizing. Het draaimoment bedraagt 2,5 Nm. ② 4. Sluit het apparaat op de potentiaalvereffening aan. Hiervoor schroeft u de ringkabelschoen met spanring op de schroefdraadbout M4. ⑤...
Pagina 55
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen Opmerking Klemgedeeltes van de kabelwartels Gebruik kabels die afgestemd zijn op de klemgedeeltes van de kabelwartels: • Kabelwartel M16 x 1,5 (kunststof): Klemgedeelte 5 ... 10 mm • Kabelwartel M16 x 1,5 (metaal): Klemgedeelte 6 ... 10 mm •...
Pagina 56
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen Overzicht ① Bouten deur ② Afschermplaat ③ Kabelwartels voor signaalleidingen (7 stuks) Afbeelding 5-8 Wandapparaat, signaalkabels aansluiten Werkwijze ① 1. Draai de zes schroeven los en open de deur van het wandapparaat. ② 2. Verwijder de afschermplaat aan de rechter zijwand.
Pagina 57
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen ③ 7. Bevestig de signaalkabel in de kabelwartel . Draai hiervoor de wartelmoer met een draaimoment van 3 Nm vast. ② 8. Breng de afschermplaat weer aan in het wandapparaat en bevestig deze met schroeven. ① 9.
Pagina 58
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen 1. Ethernet-kabel voorbereiden: ① Kabelwartel ②④ Contact schermoplegpunt ③ Ethernet-kabel ⑤ Gevlochten afscherming Afbeelding 5-9 Schermoplegpunt Ethernet-kabel ③ – Strip de Ethernet-kabel op het gewenste punt zodanig, dat de gevlochten ⑤ afscherming over een lengte van ca. 1 cm vrij ligt. –...
Pagina 59
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen 5.2.6.4 Stroomvoorziening aansluiten Overzicht ① ④ Voedingseenheid Afschermplaat ② ⑤ Koude-apparaatstekker Kabelwartel netadapter ③ ⑥ Bouten deur Potentiaalvereffening Afbeelding 5-11 Wandapparaat, stroomvoorziening aansluiten Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 60
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen Opmerking Toepassing met beveiligingsklasse Ex py of Ex ec Bij werking met beveiligingsklasse Ex py of Ex ec moet de vaste bevestiging van de koude- apparaatstekker aan de voedingseenheid worden vastgezet met een bevestigingshoek die aan de behuizing van het apparaat is bevestigd.
Pagina 61
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen Werkwijze ③ 1. Draai de zes schroeven los en open de deur van het wandapparaat. ④ 2. Verwijder de afschermplaat aan de rechter zijwand. Hiertoe draait u de schroeven los. ⑤ 3. Draai de wartelmoer van de kabelwartel los.
Pagina 62
Aansluiten 5.2 Elektrische aansluitingen Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 63
• Voer alleen gasmengsels in het apparaat in, waarvan u de samenstelling kent en die geschikt zijn voor analyse op het betreffende apparaat. Neem de veiligheidsinstructies in deze bedieningshandleiding in acht. Neem in geval van twijfel contact op met uw SIEMENS- contactpersoon.
Pagina 64
In gebruik nemen 6.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar door vrijkomend gas Ondichte gaskanalen leiden tot concentraties van het meetgas in het apparaat. • Controleer of de schroefkoppelingen aan de gasaansluitingen goed vastzitten. Draai indien nodig de schroefkoppelingen aan met een geschikte steeksleutel. Let daarbij op een onberispelijk vastschroeven van de contramoer.
Pagina 65
In gebruik nemen 6.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen WAARSCHUWING Verlies van de explosiebeveiliging Explosiegevaar in gebieden waar ontploffingsgevaar heerst, door geopend of niet naar behoren gesloten apparaat. • Sluit het apparaat zoals in de bedieningshandleiding beschreven. Zie ook Installeren (Pagina 25) WAARSCHUWING Schokken op de plaats van installatie...
Pagina 66
In gebruik nemen 6.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen WAARSCHUWING Stof in de behuizing met inwendige overdruk beschermingswijze Ex p Ontploffingsgevaar De ontvlambare omgeving met stof in het inwendige van de behuizing met inwendige overdruk kan een explosie veroorzaken. Alvorens toe te passen op plaatsen met stof waar ontploffingsgevaar kan heersen in zones 21 en 22: •...
Pagina 67
• Bij veranderingen van de meetgasdruk neemt u contact op met de Service (Pagina 114). • Laat het drukschakelpunt van de drukschakelaar referentiegas aanpassen door een Siemens- monteur of door een voor deze situatie geschoolde persoon.
Pagina 68
In gebruik nemen 6.5 Gaskanalen op dichtheid controleren Veiligheidsvoorziening voor overdrukomhulsel in zone 2 Een ongeschikte veiligheidsvoorziening voor het overdrukomhulsel in zone 2 kan tot explosiegevaar in explosiegevaarlijke gebieden leiden. Neem daarom de volgende aanwijzingen in acht: • Wanneer u geen brandbare gassen of gas-/luchtmengsels (meetgassen) in het apparaat brengt, dan gebruikt u in zone 2 de beschermingswijze 'Vereenvoudigd overdrukomhulsel Ex pz'.
Pagina 69
In gebruik nemen 6.5 Gaskanalen op dichtheid controleren beveiligingsklasse 'Overdrukomhulsel' en moeten separaat gecontroleerd worden volgens de norm EN IEC 60079-2. 6.5.2 Aanbevolen testopbouw voor analysemodules in standaarduitvoering Plaatsing van de gasaansluitingen aan analysemodules in standaarduitvoering De volgende afbeelding geeft de gasaansluitingen schematisch weer: Meetgasingang Meetgasuitgang ULTRAMAT 7: Referentiegasuitgang...
Pagina 70
In gebruik nemen 6.5 Gaskanalen op dichtheid controleren Testopbouw voor controle op dichtheid bij analysemodules in standaarduitvoering Ter controle van de dichtheid adviseren wij de hierna geschetste testopbouw: ① Afsluiter ② Drukregelaar ③ Manometer (relatieve druk) Meetgasingang Meetgasuitgang OXYMAT 7 / ULTRAMAT 7: Sluitstoppen vastschroeven OXYMAT 7 / ULTRAMAT 7: Sluitstoppen vastschroeven Afbeelding 6-2 Aanbevolen testopbouw voor de dichtheidscontrole...
Pagina 71
In gebruik nemen 6.5 Gaskanalen op dichtheid controleren Testopbouw voor controle op dichtheid bij OXYMAT 7 sterk verwarmd Ter controle van de dichtheid adviseren wij de volgende testopbouw: ① Afsluiter ② Drukregelaar ③ Manometer (relatieve druk) Meetgasingang Meetgasuitgang Sluitstoppen vastschroeven Afbeelding 6-4 Aanbevolen testopbouw voor de dichtheidscontrole bij OXYMAT 7 sterk verwarmd Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering...
Pagina 72
In gebruik nemen 6.5 Gaskanalen op dichtheid controleren 6.5.4 Aanbevolen testopbouw voor de ULTRAMAT 7 in sterk verwarmde uitvoering Plaatsing van de gasaansluitingen aan de ULTRAMAT 7 sterk verwarmd in het wandapparaat De volgende afbeelding laat de gasaansluitingen van een sterk verwarmde ULTRAMAT 7 zien: Meetgasingang Meetgasuitgang Referentiegasuitgang...
Pagina 73
In gebruik nemen 6.5 Gaskanalen op dichtheid controleren Testopbouw voor controle op dichtheid bij ULTRAMAT 7 sterk verwarmd Ter controle van de dichtheid adviseren wij de volgende testopbouw: ① Afsluiter ② Drukregelaar ③ Manometer (relatieve druk) Meetgasingang Meetgasuitgang Sluitstoppen vastschroeven Sluitstoppen vastschroeven Afbeelding 6-6 Aanbevolen testopbouw voor de dichtheidscontrole bij ULTRAMAT 7 sterk verwarmd...
Pagina 74
In gebruik nemen 6.5 Gaskanalen op dichtheid controleren 6.5.6 ULTRAMAT 7 op dichtheid controleren Opmerking Controlewaarden De controlewaarden werden vastgelegd onder de aanname, dat het totale volume van het gaskanaal in de analysemodule en in de verbindingsleiding naar de drukmeter 80 ml bedraagt. Werkwijze 1.
Pagina 75
In gebruik nemen 6.6 Apparaat in gebruik nemen Apparaat in gebruik nemen Werkwijze Starten ① Productidentificatie ② Versiestand van de firmware van het apparaat ③ Weergave van de voortgang Afbeelding 6-7 Startscherm (splash screen) Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering Beknopte bedieningshandleiding, 01/2022, A5E35134270-09...
Pagina 76
In gebruik nemen 6.6 Apparaat in gebruik nemen 1. Apparaat met spanning voeden: Informatie over de voedingsspanning van het apparaat vindt u in het hoofdstuk 'Elektrische aansluitingen (Pagina 46)' en in de specifieke documentatie (Pagina 111) van het apparaat. Het bootproces begint. Het apparaat toont op het display als eerste het startscherm (splash screen).
Pagina 77
In gebruik nemen 6.6 Apparaat in gebruik nemen Beknopte beschrijving van de gedetailleerde procedure Indien u de snelstartprocedure niet gebruikt, zet u het apparaat met de volgende bedieningsstappen in werking: 1. Hoofdmenu oproepen: – Schakel de meetwaardeweergave in de selectiemodus. Druk hiervoor op de toets <ENTER>.
Pagina 78
In gebruik nemen 6.6 Apparaat in gebruik nemen 8. Apparaat afstellen: [2.08] Instellingen > Afstellingen – Maak u vertrouwd met de principes van de afstelling. Bij de afstelling worden apparaatinterne karakteristieken gewijzigd. – Bereid de afstelling voor. Stel streefwaarden, afsteltoleranties en de stroomtijd van het meetgas in: [2.08.1] Streefwaarden, toleranties, stroomtijd –...
Pagina 79
Reparatie en onderhoud Algemene veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan het open apparaat Gevaar voor elektrische schok Als de behuizing geopend wordt of componenten van de behuizing verwijderd, bestaat er gevaar op een elektrische schok. • Alvorens de behuizing te openen of behuizingsdelen te verwijderen het apparaat altijd eerst spanningsvrij schakelen en nog 10 minuten wachten.
Pagina 80
Reparatie en onderhoud 7.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING Gevaar door onder druk staande gasleidingen Gevaar voor letsel bij onderhoudswerkzaamheden Bij het openen van de gasleidingen kunnen hete, giftige of agressieve meetgassen vrijkomen. Voorkom alvorens het apparaat te openen of uit te bouwen dat gas vrijkomt. •...
Pagina 81
Reparatie en onderhoud 7.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen LET OP Vocht dat het apparaat binnendringt Schade aan het apparaat. • Garandeer bij het verrichten van reinigings- en onderhoudswerkzaamheden dat er geen vocht het apparaat binnendringt. Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen 7.2.1 Verlies van de explosiebeveiliging...
Pagina 82
Reparatie en onderhoud 7.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen 7.2.2 Ontbrekende voorspoeling WAARSCHUWING Ontbrekende voorspoeling Explosiegevaar in gebieden waar ontploffingsgevaar heerst. Een explosieve atmosfeer die in een apparaat met overdrukinkapseling (beschermklasse Ex p) voorhanden is, kan bij inbedrijfstelling tot een explosie leiden. •...
Pagina 83
Reparatie en onderhoud 7.2 Veiligheidsaanwijzingen voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen WAARSCHUWING Onderhoud tijdens werking in een gebied waar ontploffingsgevaar heerst Explosiegevaar bij reparatie- en onderhoudswerkzaamheden van het apparaat in een gebied waar ontploffingsgevaar heerst. • Schakel het apparaat spanningsloos. •...
Pagina 84
Reparatie en onderhoud 7.3 Analysator onderhouden 7.2.5 Steekverbindingen vastzetten Opmerking Onveilige steekverbindingen Steekverbindingen zonder vergrendeling kunnen loskomen en uit het apparaat vallen. Bij werking met Ex py of Ex ec kan een ontsteking worden veroorzaakt. • Beveilig steekverbindingen zonder vergrendeling mechanisch, bijv. met een kabelbinder. Analysator onderhouden Na reparatie laat u het apparaat door een Ex‑expert controleren, voordat het apparaat weer in gebruik genomen wordt.
Pagina 85
Demonteren en verwijderen Demontage WAARSCHUWING Verkeerde demontage Door verkeerde demontage kunnen de volgende gevaren ontstaan: - Letsel door elektrische schok - Bij aansluiting op het proces gevaar door uitstromende meetstoffen - Explosiegevaar in gebieden waar ontploffingsgevaar heerst Neem voor een deskundige demontage het volgende in acht: •...
Pagina 86
Demonteren en verwijderen 8.2 Informatie over hergebruik (recycling) Informatie over hergebruik (recycling) Dit product is afkomstig van een milieubewuste fabrikant en voldoet aan de richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE). Dit product kan stoffen bevatten die bij een onvakkundige afvalverwerking (vuilstorten, verbrandingsinstallaties) potentieel schadelijk voor het milieu zijn.
Pagina 87
De technische gegevens voor algemene toepassingen vindt u in de bedrijfshandleidingen en in het hoofdstuk 'Algemene technische gegevens (Pagina 87)'. Als u SIPROCESS GA700-apparaten gebruikt op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, dan gelden bovendien, dan wel alternatief de gegevens van het hoofdstuk 'Technische gegevens voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (Pagina 101)'.
Pagina 88
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens 9.2.2 Technische gegevens inschuifbehuizing Tabel 9-2 Inschuifbehuizing: Algemene technische gegevens Algemeen Inbouwpositie horizontaal Gewicht ca. 8,5 kg Beschermingsgraad IP20 conform EN 60529 Elektrische kenmerken Hulpvoeding AC 100 ... 240 V (nominaal gebruiksbereik 85 ... 264 V) 50 ...
Pagina 89
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Tabel 9-3 Inschuifbehuizing: Optiemodules Optiemodules Optiemodule 1.1 • 12 digitale uitgangen, met wisselcontacten, belastbaarheid: AC/DC 24 V/1,7 A (totale belasting van alle 12 relaisuitgangen bij continubedrijf max. 244 W), potenti‐ aalvrij, niet vonkend • 8 digitale ingangen, ontworpen voor 24 V, potentiaalvrij, vrij parametreerbaar Optiemodule 2.1 •...
Pagina 90
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Elektrische kenmerken Elektrische veiligheid conform EN 61010-1, overspanningscategorie II Transiëntbeveiliging Er moet verzekerd worden dat de transiëntbeveiliging op een waarde ingesteld is, die niet boven 140% van de piekspanningswaarde aan de voedingsaansluitingen van het apparaat komt Leiding voedingseenheid max.
Pagina 91
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Tabel 9-10 Wandbehuizing: Klimatologische richtlijnen Klimatologische omstandigheden Toegestane bedrijfshoogte 3000 m boven NAP Toegestane omgevingstemperatuur -30 ... +65 °C (-22 ... 149 °F) bij opslag en transport Vochtigheid omgeving (rel. vochtig‐ < 90 % heid) bij opslag, transport of gebruik Toegestane omgevingstemperatuur Technische gegevens voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen...
Pagina 92
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Tabel 9-13 OXYMAT 7: Voorwaarden aan gasingang Voorwaarden aan gasingang Meetgasdruk met interne druksensor 500 ...2500 hPa (abs.) met interne druksensor 500 … 3000 hPa (abs.) Druk referentiegas 2000 ... 4000 hPa boven de meetgasdruk max.
Pagina 93
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Tabel 9-16 OXYMAT 7: Meetresponsie Meetresponsie Schommeling uitgangssignaal bij statische dempingsconstan‐ ≤ ±0,5 % van het kleinste meetbereik te van 0 s en dynamische ruisonderdrukking van 5 %/10 s (ruisbandbreedte komt overeen met 1 % = 6σ- waarde dan wel 0,333 % = 2σ- waarde), met geactiveerde trillingscompensatie: 1,5-voudige waarde...
Pagina 94
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Beïnvloedingsfactoren Meetgasdebiet Afwijking in het nulpunt ≤ 1% van het kleinste meetbereik per 0,1 l/min debietveran‐ dering dan wel 50 vpm O per 0,1 l/min debietverandering binnen het toege‐ stane debietbereik De betreffende hoogste waarde geldt Afwijking bij compensatiegas ≤...
Pagina 95
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Tabel 9-20 OXYMAT 7: Delen die met meetgas in aanraking komen Materialen van delen die met OXYMAT 7 OXYMAT 7 sterk verwarmd meetgas in aanraking komen Meetkamer Edelstaal: RVS: • Platen: Materiaalnr. 1.4571 • Platen: Materiaalnr.
Pagina 97
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Tabel 9-24 ULTRAMAT 7: Temperatuur meetkamer en gaskanaal Temperatuur meetkamer en gas‐ ULTRAMAT 7 ULTRAMAT 7 sterk verwarmd kanaal Gaskanaal 5 K boven omgevingstemperatuur Edelstalen buisleiding: ≥ 60 °C (140 °F) bij omgevingstemperatuur = 5 °C (41 °F) ≥...
Pagina 98
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Tabel 9-27 ULTRAMAT 7: Beïnvloedingsfactoren Beïnvloedingsfactoren Omgevingstemperatuur Nulpunt ≤ 1% van het kleinste meetbereik / 2 K Meetwaarde ≤ 1% van het actuele meetbereik/ 10 K Meetgasdruk zonder drukcompensatie ≤ 1,5% van het actuele meetbereik/ 1% drukverandering met ingeschakelde ≤...
Pagina 99
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens 9.2.6 Technische gegevens CALOMAT 7 Tabel 9-32 CALOMAT 7: Algemene technische gegevens Algemeen Voor gegevens over het kleinste meetbereik zie moduleplaat Vermogensopname < 20 W Gewicht ca. 3 kg Elektrische veiligheid conform DIN EN 61010-1 Max.
Pagina 100
Technische gegevens 9.2 Algemene technische gegevens Tabel 9-36 CALOMAT 7: Tijdresponsie Tijdresponsie Opwarmtijd bij kamertemperatuur < 30 min (max. nauwkeurigheid na 2 h) Responsie Weergavever‐ Standaardmodule < 2,5 s traging T Module met geïntegreerde vlam‐ < 3,5 s dover Dode tijd (T ) bij 1 l/min <...
Pagina 101
Technische gegevens 9.3 Technische gegevens voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen Tabel 9-39 CALOMAT 7: Klimatologische condities Klimatologische condities Opslag en transport - 30…+70 °C (-22...158 °F) Max. toegestane omgevingstemperatuur rond 0…50 °C (32...122 °F) het actieve basisapparaat Omgevingsvochtigheid (relatieve luchtvochtig‐...
Pagina 102
Vochtigheid Niet onder het dauwpunt bij opslag en gebruik Toegestane bedrijfshoogte 2 000 m boven NAP Na controle van afzonderlijke situatie ook hoger. Wend u eventueel tot uw Siemens-partner. Tabel 9-43 Elektrische aansluitgegevens voor wand- en inschuifapparaat Elektrische aansluitgege‐ Alle apparaten, alle ontstekingsklassen, indien niet anders vermeld...
Pagina 103
Technische gegevens 9.3 Technische gegevens voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen Tabel 9-45 Condities meetgasingang voor ULTRAMAT 7 Condities meetgasingang voor ULTRAMAT 7 Type apparaat Wandapparaat Wandapparaat Inschuifapparaat Beschermingswijze Ex py Ex pz, Ex ec, Ex tc Ex ec Gassoort Brandbare gassen tot Niet-brandbare gassen...
Pagina 104
Technische gegevens 9.3 Technische gegevens voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen Tabel 9-47 Pneumatische gegevens van het spoelgas Pneumatische gegevens van het spoelgas Volume behuizing ca. 60 l Spoelgas • Inert gas (bijv. stikstof uit een drukgasfles) • Lucht uit een ex-vrije zone, voorwaarde: –...
Pagina 105
Bijlage A Ex px-veiligheidsvoorziening A.1.1 Overzicht Voorbeeld van een Ex p-veiligheidsvoorziening ① ② Ex-interfacerelais SR852 Elektrische aansluitingen I/O wandapparaat ③ ④ Ingang spoelgas, Swagelok, 12 mm (buitendiameter) Drukregelaarventiel voor spoelgas met manometer, G 1/4", voordruk max. 10 bar ⑤ ⑥ SVP2, proportioneel spoelmiddelventiel, 2 mm, 24 VDC Ingang spoelgas →...
Pagina 106
Het afgebeelde aansluitschema heeft bij wijze van voorbeeld betrekking op het overdrukbeschermingssysteem 'F870S-HD' van de firma Gönnheimer Elektronik GmbH: Neem als u een veiligheidsvoorziening van andere fabrikanten gebruikt eventueel contact op met uw SIEMENS-servicepartner. A.1.2 Aansluitschema's WAARSCHUWING...
Pagina 107
Bijlage A A.1 Ex px-veiligheidsvoorziening A.1.2.1 Veiligheidsvoorziening Ex p Pneumatische aansluitingen van de Ex p-besturing (voorbeeld) Ex p-besturing F870S Netaansluiting Ex-vermogensrelais SR853 Analysemodule 1 (AM1) Ex-interfacerelais SR852, 16-polig Analysemodule 2 (AM2) Proportionele klep Vlamdovers Drukregelaar voor spoelgas met ma‐ Signaalkabelaansluiting nometer ①...
Pagina 108
Bijlage A A.1 Ex px-veiligheidsvoorziening Elektrische aansluitingen van de Ex p-besturing met periferie (voorbeeld) Afbeelding A-3 Elektrische aansluitingen van een Ex p-veiligheidsvoorziening, Gönnheimer Elektronica GmbH Ex-powerrelais SR853 Aansluitingen Netkabel N Netkabel L Veiligheidsaarddraad PE 8, 9; 10, 11 Dubbel gezekerde vermogenscontacten om het analyseapparaat los te schakelen van het net (ver‐...
Pagina 109
Netaansluiting L 23, 24 Netaansluiting PE 28, 30 na 29, 31 Dubbel gezekerde contacten voor het vrijschakelen van bouwstenen met netspanning als scheidingsre‐ lais en Ex-vermogensrelais SIPROCESS GA700 Aansluiting Gegevensinterface, communicatie-interface (bijv. Ethernet) A.1.3 Technische gegevens Spoeleenheid bestaand uit: FS870S met SVP2...
Pagina 110
Bijlage A A.1 Ex px-veiligheidsvoorziening Spoeleenheid bestaand uit: FS870S met SVP2 SR852 SR853 Drukregelaar Apparatengroep II 2G / II 2D FS870S: Ex-beveiliging type II 2 G Ex e db mb ib [pxb] IIC T4 Gb II 2 D Ex tb IIIC T100°C [ib] [pxb] Db ATEX: BVS 10 ATEX E 112 IECEx: IECEx BVS 10.0095 SR852: Ex-beveiliging type...
Pagina 111
Vertraging Q < Q betrieb Vertraging ext. alarm Bibliografie Tabel A-1 Literatuur 1 - bedieningshandboeken LUI Titels Talen Artikelnummers SIPROCESS GA700 Duits (de-DE) A5E31930441 Bedienen met de Local User Interface Engels (en-US) A5E31930478 Bedieningshandboek Tabel A-2 Literatuur 2 - bedieningshandboeken PDM...
Pagina 113
Kroatisch (hr-HR) Frans (fr-FR) A5E35640457 Nederlands (nl-NL) Tabel A-7 Literatuur 6 - Catalogussen Titel/ Adres Adres SIPROCESS GA700 → Catalogus AP 01 → Informatie- en downloadcentrum (https:// support.industry.siemens.com/cs/ww/en/view/ 109745623) Certificaten De certificaten vindt u online onder: Certificaten (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/ps/17731/cert). Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering...
Pagina 114
Verdere ondersteuning Bij vragen over het gebruik van de in het handboek beschreven producten waar u hier geen antwoord op vindt, richt u zich tot uw Siemens-contactpersoon in de voor u bevoegde vertegenwoordigingen en filialen. Onze contactpersonen vindt u onder: Partner (https://www.automation.siemens.com/partner)