Logische functie
Basisschema
Functiebeschrijving
De logische functie genereert uit maximaal 10 digitale ingangen op basis van logische parameters
een digitale uitkomst.
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Uitkomst (vrijgave = uit)
Inv. uitkomst
(vrijgave = uit)
Ingangsvariabele
1 – (maximaal) 10
➢ Ingangsvariabelen, welke niet gebruikt worden, dienen op ongebruikt gezet te worden.
➢ Wordt de logische functie geblokkeerd (vrijgave = uit), geeft deze een waarde uit, welke
ofwel door de Gebruiker via "Uitkomst (vrijgave = uit)" cq. „Inv. uitkomst (vrijgave = uit)"
vastgelegd wordt of van een eigen bron stamt. Hierdoor is via de vrijgave de omschakeling
tussen digitale waardes mogelijk.
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Digitale waarde voor de uitgangsvariabele uitkomst, indien de vrijgave
UIT is
Digitale waarde voor de uitgangsvariabele inverse uitkomst, indien de
vrijgave UIT is
Digitale waardes AAN/UIT voor de bepaling vlgs. de modus.
Het
aantal
ingangsvariabelen
vastgelegd.
Logische functie
wordt
in
het
parametermenu
99