Rekenfunctie
Rekenfunctie
Functiebeschrijving
De rekenfunctie levert uit 4 waardes van de analoge ingangsvariabelen op basis van verschillende
rekenopgaves en functies 4 verschillende rekentechnische uitkomsten. Aan de uitkomsten zijn
functiegroottes naar keuze toe te wijzen.
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Uitkomst (vrijgave =
uit)
Uitkomst ABCD (vrijgave =
uit)
Uitkomst AB (vrijgave =
uit)
Uitkomst CD (vrijgave =
uit)
Ingangsvariabele A - D
➢ Wordt de functie geblokkeerd (vrijgave = uit), geeft deze waardes uit, welke ofwel door de
Gebruiker met "Uitkomst (vrijgave = uit)" vastgelegd worden of van een eigen bron
stammen. Hiermee is via de vrijgave de omschakeling tussen analoge waardes mogelijk.
Omdat de functie 4 verschillende uitkomsten levert, heeft deze ook 4 ingangsvariabele voor
deze uitkomsten, indien de vrijgave UIT is
➢ Met bron „Gebruiker" op een ingangsvariabele kan een instelbare getalswaarde vastgelegd
worden.
➢ Omdat de rekenopgaves ofwel met alle 4 of met telkens 2 ingangsvariabelen geschieden,
dient op een geschikte keuze van de niet gebruikte ingangsvariabelen voor een correcte
uitkomst te worden gelet.
102
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Analoge waarde voor de uitgangsvariabele uitkomst, indien de
vrijgave UIT is
Analoge waarde voor de uitgangsvariabele uitkomst ABCD, indien de
vrijgave UIT is
Analoge waarde voor de uitgangsvariabele uitkomst AB, indien de
vrijgave UIT is
Analoge waarde voor de uitgangsvariabele uitkomst CD, indien de
vrijgave UIT is
Analoge waardes voor de rekenopgaves (5 kommaposities)