Synchronisatie
Functiebeschrijving
Deze functie stelt uit de kloktijd- en datuminformatie van de regelaar tijd- en datumafhankelijke
uitgangsvariabele ter beschikking.
Hierdoor kunnen bv. andere functiemodules met digitale signalen worden geschakeld, welke datum-
of tijdafhankelijke vrijgaves benodigen.
De functie kan naar keuze éénmalig of cyclisch aflopen.
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Parameters
Modus
Optreden
Venster 1 - 8
➢ De instelling „cyclisch / eenmalig" legt vast, of na vrijgave AAN de geparametreerde
tijdvensters alleen éénmalig of altijd weer (cyclisch) doorlopen dienen te worden.
➢ In de functie kunnen maximaal acht datum- of tijdvensters worden ingesteld.
➢ Begin en einde van het tijdvenster:
In de modi „Uur" en „Dag" begint en eindigt het tijdvenster telkens met het begin van de
opgegeven minuut.
In de modi „Maand" en „Jaar" begint en eindigt het tijdvenster telkens met 00:00 uur van de
opgegeven dagen.
Uitgangsvariabelen
Status synchronisatie
Zomertijd
Regelaarstart
➢ De uitgangsvariabele "Regelaarstart" genereert 40 seconden na het inschakelen van het
apparaat cq. een reset een 20 seconden lange impuls en dient ter bewaking van
regelaarstarts (bv. na stroomuitval) in de datalogging. Daarvoor dient echter de intervaltijd in
de datalogging op 10 seconden ingesteld te zijn.
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Keuze: Uur, Dag, Maand, Jaar
Keuze: cyclisch of eenmalig
Opgave van de aan- en uitschakeltijdpunten per tijdvenster
Status synchronisatie AAN/UIT, keuze van de uitgang
Status zomertijd AAN/UIT
Status regelaarstart AAN/UIT
Synchronisatie
141