C.M.I.-menu
Uitgangsvariabelen
Uitgangsvariabelen geven de uitkomst van de functiemodule weer. Deze kunnen direct voor het
schakelen van hardwarematige uitgangen worden gebruikt, zijn de ingangsvariabelen voor een andere
functie of zijn met CAN- of DL-Bus-uigangen verbonden. Een uitgangsvariabele kan ook meervoudig
met uitgangen, functie-ingangsvariabelen, CAN- of DL-Bus-uitgangen verbonden worden.
Het aantal uitgangsvariabelen is afhankelijk van de functie zeer verschillend.
Voorbeeld: In de functie „Vergelijk" zijn er slechts 3, in de functie „Cv-groep" 23 uitgangsvariabelen.
17