7 Aansluiting
7.1 Sensoren
De transmitter heeft 1 behuizing. De klemmen voor het aansluiten van de sensoren, uitgangen en de spanningsvoorziening
bevinden zich aan de achterzijde van de behuizing.
Afb. 7.1:
Aansluitingen van de transmitter
1 – sensoren kanaal A
2 – sensoren kanaal B
3 – spanningsvoorziening
4 – uitgangen
5 – equipotentiaalklem
7.1
Sensoren
De transmitter heeft 2 kabelschroefverbindingen voor het aansluiten van de sensoren. Als de transmitter slechts één
meetkanaal heeft, dan is één opening afgesloten met een blinde stop.
Wij raden u aan de kabels vóór het aansluiten van de sensoren van het meetpunt naar de transmitter te leggen om het
aansluitpunt niet te belasten.
Opmerking!
Als er sensoren vervangen of toegevoegd worden, dan moet ook de sensormodule vervangen of toegevoegd worden.
Afb. 7.2:
De sensoren aansluiten op de transmitter FLUXUS *801**-A10****-AA, *801**-A10****-AP
1
1 – sensoren meetkanaal A en B
50
5
1
4
3
FLUXUS F801
2
2020-06-26, UMFLUXUS_F801V1-0NL