3 Grondbeginselen
3.4 Ongestoord stromingsprofiel
Houdt u zich aan de volgende instructies bij het kiezen van het meetpunt:
Horizontale buis
Kies een meetpunt waar de sensoren aan de zijkant van de buis kunnen worden bevestigd zodat de geluidsgolven zich
horizontaal in de buis verspreiden. Op die manier kunnen vaste deeltjes op de bodem van de buis of gasbellen aan de
bovenzijde van de buis het verspreiden van het signaal niet beïnvloeden.
Afb. 3.10: Aanbevolen aanbrenging van de sensoren
Verticale buis
Kies het meetpunt op een plaats waar de vloeistof stijgt. De buis moet volledig gevuld zijn.
Afb. 3.12: Aanbevolen aanbrenging van de sensoren
Vrije in- of uitloop
Kies het meetpunt op een gedeelte van de buis dat niet kan leeglopen.
Afb. 3.14: Aanbevolen aanbrenging van de sensoren
3.4
Ongestoord stromingsprofiel
Veel doorstromingselementen (b.v. bochtstukken, ventielen, pompen, reducties) veroorzaken een lokale vervorming van
het stromingsprofiel. Het voor een correcte meting vereiste axiaalsymetrische stromingsprofiel in de buis bestaat dan niet
meer. Door zorgvuldige keuze van het meetpunt is het mogelijk, de invloed van storingsbronnen te beperken.
Het is buitengewoon belangrijk dat u een meetpunt kiest dat op voldoende afstand van storingsbronnen ligt. Alleen dan
kunt u verwachten dat het stromingsprofiel zich volledig gevormd heeft. Meetresultaten kunnen echter ook worden
geleverd als de afstanden ten opzichte van storingsbronnen om praktische overwegingen niet in acht kunnen worden
genomen (niet ideale inloop) (zie paragraaf 16.6).
De voorbeelden in de volgende tabel tonen de aanbevolen rechte in- of uitlooptrajecten voor de verschillende types
storingsbronnen van storingsbronnen van doorstromingen.
18
Afb. 3.11: Ongunstige aanbrenging van de sensoren
Afb. 3.13: Ongunstige aanbrenging van de sensoren
Afb. 3.15: Ongunstige aanbrenging van de sensoren
FLUXUS F801
2020-06-26, UMFLUXUS_F801V1-0NL