FLUXUS F801
3.1.4
De stromingssnelheid meten in de HybridTrek-mode
De HybridTrek mode verbindt de TransitTime mode en de NoiseTrek mode. Bij een meting in de HybridTrek-mode
schakelt de transmitter – al naar gelang het aandeel van gassen en vaste stoffen in het medium – automatisch heen en
weer tussen de TransitTime-mode en de NoiseTrek-mode.
De meetopstelling is identiek als die van de TransitTime-mode.
3.1.5
De stromingssnelheid meten in de NoiseTrek-parallelstraal-mode
Bij buizen met een kleine buisdiameter of bij media die het ultrasoon signaal sterk dempen, kan de looptijd in het medium
zo kort worden dat de signaalkwaliteit niet meer voldoende is. In dit geval moet de NoiseTrek-parallelstraal-mode worden
gebruikt.
De NoiseTrek-parallelstraal-mode werkt op dezelfde wijze als de NoiseTrek-mode. De ultrasone signalen worden echter
door verschillende sensoren verzonden en ontvangen. Dit levert een betere signaalkwaliteit op. De sensoren worden op
korte afstand naast elkaar aangebracht op de buis.
Met deze meetopstelling kan niet worden gemeten in de TransitTime-mode.
Afb. 3.5:
Meetopstelling in de NoiseTrek-parallelstraal-mode
3.2
Meetopstellingen
3.2.1
Begrippen
doorstralingsopstelling
De sensoren zijn aan de tegenover elkaar liggende zijden van de
buis gemonteerd.
Meetpad
De weg die het ultrasone signaal aflegt als het de buis eenmaal doorkruist. Het aantal weglengten is:
• oneven als de meting wordt verricht in de diagonale mode
• even als de meting wordt verricht in de reflex mode
Straal
De weg die het ultrasone signaal aflegt tussen de sensoren – de sensor die het ultrasone signaal uitzendt en de sensor
die het ontvangt. Een straal bestaat uit 1 of meerdere weglengten.
Afb. 3.6:
Doorstralingsopstelling met 2 stralen en 3 meetpaden
UMFLUXUS_F801V1-0NL, 2020-06-26
reflectieopstelling
De sensoren zijn aan dezelfde zijde van de buis gemonteerd.
Afb. 3.7:
Reflectieopstelling met 1 straal en 4 meetpaden
3 Grondbeginselen
3.2 Meetopstellingen
15