Gebruik alleen de kogeltip-stylets die bij de elektrode of in St. Jude Medical accessoiresets verpakt zijn.
OPMERKING
Gebruik geen siliconenolie, minerale olie of een andere substantie dan steriele fysiologisch-zoutoplossing of steriel water of
gehepariniseerde fysiologisch-zoutoplossing om de stylet te smeren.
Voerdraden
De voerdraad wordt in de elektrode gestoken zodat de elektrode door het veneuze systeem heen gemanipuleerd kan worden.
OPMERKING
U kunt overwegen de voerdraad voordat deze ingebracht wordt, onder te dompelen in een heparine-oplossing om het
risico op het ontstaan van een trombus tijdens het gebruik zo klein mogelijk te houden.
Voerdraden kunnen op twee manieren met de elektrode worden gebruikt: door het distale uiteinde van de voerdraad in te brengen
door de connectorpin van de elektrode, of door het distale uiteinde van de elektrode over het proximale uiteinde van de voerdraad te
schuiven.
Plaatsing van de elektrode
Het gebruik van een geschikt katheterinvoersysteem wordt aanbevolen voor deze procedure (zie Voorbereiding van de elektrode
(pagina 4)).
Wanneer het katheterinvoersysteem eenmaal is aangebracht met het distale uiteinde in de sinus coronarius, dient u een venogram te
maken om individuele informatie te verkrijgen over de patiënt voor wat betreft de anatomie en potentiële locaties in de coronaire
aders voor stimulatie van het linkerventrikel.
Dompel het elektrodelichaam (maar niet de elektrodetip of elektrodeconnector) in een steriele zoutoplossing of steriel water alvorens
de elektrode in het katheterinvoersysteem te steken, zodat het oppervlak glad wordt en de elektrode gemakkelijker geïmplanteerd
kan worden.
Voordat de distale tip van de elektrode in het katheterinvoersysteem wordt ingevoerd, brengt u het doorspoel-/trechterinstrument voor
IS4-elektroden op de connectorpin van de elektrode aan en spoelt u het binnenlumen door met steriele fysiologisch-zoutoplossing,
water of gehepariniseerde fysiologisch-zoutoplossing.
Plaatsing van de elektrode met behulp van de stylet-methode
Elke Quartet™ Model 1458Q elektrode wordt geleverd met zes kogeltip-stylets in verschillende stevigheidsgraden. De stylets lopen
taps toe voor een betere controle tijdens het manipuleren met de elektrode. De stylets hebben een PTFE-coating zodat ze
gemakkelijker door de elektrode kunnen gaan.
Wanneer de stylet in de elektrode wordt gestoken, zorgt dit voor stevigheid van de elektrode zodat deze gemakkelijk door het
veneuze systeem heen gemanipuleerd kan worden.
Wanneer u de kogeltip-stylets gebruikt om de elektrodetip naar voren te brengen of te positioneren, steek de stylet dan
1.
helemaal in de elektrode voordat u deze probeert de elektrode in te brengen.
Het is belangrijk dat de stylet schoon is voordat deze wordt ingebracht. Gebruik geen siliconenolie, minerale olie of andere
substantie dan een steriele fysiologisch-zoutoplossing of steriel water of gehepariniseerde fysiologisch-zoutoplossing om de
stylet reinigen of te smeren.
Bij het verwisselen van stylets plaatst u, voordat u een nieuwe voerdraad of stylet inbrengt, het doorspoel-/trechterinstrument
voor IS4-elektroden op de connectorpin van de elektrode, en spoelt u met een geschikte Luer-Lok™ injectiespuit
binnenlumen door met steriele fysiologisch-zoutoplossing, water of gehepariniseerde fysiologisch-zoutoplossing.
VOORZICHTIG
Spoel de elektrode vóór het implanteren door.
Nadat de elektrode via het katheterinvoersysteem in de sinus coronarius is gevoerd, kan het beter zijn een zachtere stylet of een
2.
stylet met een kleine curve aan het distale uiteinde te gebruiken. Door de stylet een stukje terug te trekken kan de tip buigen
waardoor de elektrode gemakkelijker verder ingevoerd en gepositioneerd kan worden. Het gebruik van een kleine curve in het
distale einde van de stylet kan helpen om de tip beter te kunnen sturen.
OPMERKING
Tijdens de implantatieprocedure kan een kleine hoeveelheid bloed zichtbaar zijn in het lumen.
Voer de elektrode met behulp van fluoroscopische observatie naar voren in de sinus coronarius.
3.
Gebruik links-laterale fluoroscopie om te controleren of de elektrode naar achteren wijst. De elektrodetip dient geheel in de
hartschaduw te liggen bij anterieure-posterieure (AP) fluoroscopie.
Lokaliseer aan de hand van het venogram de grote hartader en voer de elektrodetip daar over een korte afstand in, tot de
4.
elektrodetip in de grote hartader komt.
VOORZICHTIG
Wanneer u de hartaders binnengaat, dient u uiterst voorzichtig te zijn bij het manoeuvreren van de elektrodetip.
Voer de elektrodetip in een geschikte coronaire ader terwijl u de elektrode en de stylet manipuleert om een optimale
5.
elektrodetip-oriëntering te verkrijgen.
Bepaal de stimulatie- en waarnemingsdrempels (zie Intra-operatieve metingen (pagina 8)).
3
Luer-Lok is een gedeponeerd handelsmerk van Becton Dickinson & Co., Franklin Lakes, NJ.
6
3
het