13 - UNITS MET VENTILATOREN MET BESCHIKBARE DRUK VOOR
BINNENINSTALLATIE (OPTIE 11)
Deze optie geldt voor 61AF units die zijn gemonteerd in het
gebouw in een fabrieksruimte. Voor dit type installatie, wordt de
koude lucht uit de verdampers naar buiten afgevoerd door de
ventilatoren via een kanaalsysteem.
De installatie van een kanaalsysteem op de afvoer van de
luchtverdamper veroorzaakt een drukverlies vanwege de
weerstand die de luchtstroming ondervindt.
Daarom zijn in de units met deze optie krachtiger ventilatormotoren
gemonteerd dan in standaardunits. Voor elke installatie van een
unit in een technische ruimte verschilt het kanaaldrukverlies,
afhankelijk van de lengte, de diameter en de bochten van het
kanaal.
61AF units voorzien van ventilatoren met beschikbare druk zijn
ontworpen om te werken met luchtuitblaaskanalen met een
maximum drukverlies van 100 Pa.
13.3 - 61- Elektrische gegevens voor 61AF, units met optie 11
61 - unit met optie 11 (zonder hydromodule)
Voedingscircuit
Nominale voeding
Netspanningslimieten
Voeding stuurstroomcircuit
Maximum aanloopstroom (Un)
Standaardunit
Unit met elektronische starter
Cosinus Phi unit, bij maximum capaciteit
Max. opgenomen vermogen van de unit
Nominaal door de unit opgenomen stroom
Max. door de unit opgenomen stroom (Un)
Max. door de unit opgenomen stroom (Un-10%)†
Beschikbare voeding voor externe aansturing
Kortsluitvastheid en -beveiliging
(1) Maximale directe aanloopstroom (maximale bedrijfsstroom van de compressor + stroomsterkte ventilator + aanloopstroom van de compressor).
(2) Opgenomen vermogen, compressor en ventilator, op de functioneringsgrenzen van de unit (verzadigde aanzuigtemperatuur 10°C, verzadigde condensatietemperatuur
65°C) en nominale spanning van 400 V (gegevens vermeld op de kenplaat van de unit).
(3) Gestandaardiseerde Eurovent-condities: intrede/uittrede watertemperatuur condensator = 40°C/45°C, temperatuur buitenlucht db/nb = 7°C/6°C.
(4) Max. bedrijfsstroom van de unit bij max. opgenomen vermogen en 400 V (waarden aangegeven op de kenplaat van de unit).
†
Max. bedrijfsstroom van de unit bij max. opgenomen vermogen en 360 V..
34
(1)
(2)
(2)
(3)
(4)
13.1 - Ventilator persdrukaansluiting
Op de unit is een vierkante flens gemonteerd. Als de installateur
de voorkeur geeft aan rond kanaal een kan makkelijk een
standaard ronde flens worden gemonteerd op de ventilatoruitgang.
De unit heeft een rooster aan persdrukzijde. Dit rooster moet
worden verwijderd voor aansluiting op het kanaalsysteem.
Aangeraden wordt om een flexibele verbinding te gebruiken voor
de aansluiting op het kanaalsysteem. Als deze aanbeveling niet
wordt opgevolgd, kunnen trillingen en geluiden worden
overgebracht op de structuur van het gebouw.
13.2 - Toepasselijke regels voor units
opgenomen in een luchtkanaalsysteem
Zorg ervoor dat de aanzuig- of afvoeraansluitingen niet per ongeluk
worden afgesloten door de plaatsing van het paneel (bijv. lage
retour of open deuren enz.).
035
V-ph-Hz
V
24 V via ingebouwde transformator
A
133,5
173,5
A
72,5
93,3
0,82
0,82
kW
16
A
22
A
29
A
31
Voeding (24V) ten behoeve van externe aansturing
045
055
075
400-3-50
360-440
204,5
159,5
103,7
106,5
0,82
0,82
21
24
33
25
30
44
34
40
57
37
44
62
Zie tabel op de pagina 18
105
244
147,5
0,82
48
59
81
87