11 - BELANGRIJKSTE SYSTEEMCOMPONENTEN
11.10 - Condensor
De condensor is een platenwarmtewisselaar. De wateraansluiting
van de warmtewisselaar is een Victaulicaansluiting. De condensor
heeft een thermische isolatie van 19 mm dik polyurethaanschuim.
Standaard is de standaard voorzien van vorstbescherming.
11.11 - Economiser
De economiser is een plaattype economiser.
11.12 - Koudemiddel
61AF units zijn gevuld met vloeibaar R-407C koudemiddel, een
niet-azeotropisch koudemiddelmengsel dat bestaat uit 23% R-32,
25% R-125 en 52% R-134a en wordt gekenmerkt door het feit dat
wanneer er een faseovergang is, de temperatuur van het vloeistof/
dampmengsel niet constant is, zoals met azeotropische
koudemiddelen.
Alle controles moeten druktests zijn, en de geschikte druk/
temperatuurverhoudingstabel moet worden gebruikt om de
overeenkomstige verzadigde temperaturen te bepalen (puntcurve
voor verzadigde luchtbelletjes of puntcurve voor verzadigde
vochtdruppels).
De lekdetectie is vooral belangrijk voor apparaten die zijn gevuld
met koudemiddel R-407C. Afhankelijk van of het lek plaatsvindt
in de vloeistof- of in de dampfase, is de verhouding van de
verschillende onderdelen in de resterende vloeistof niet hetzelfde.
OPMERKING: voer regelmatig lekcontroles uit en repareer
gevonden lekken onmiddellijk. Als er een lek is in de
platenwarmtewisselaar, dan moet dit onderdeel worden
vervangen.
Het koudemiddel mooet altijd worden bijgevuld in de vloeistoffase
naar de vloeistofleiding.
De koudemiddelcilinder moet altijd ten minste 10% van de
beginvulling bevatten.
Raadpleeg de gegevens op de naamplaat van het apparaat voor
de koudemiddelhoeveelheid per circuit.
32
11.13 - Hogedrukbeveiliging
61AF units zijn voorzien van automatisch resettende
overdrukschakelaars, gekalibreerd op 3130 kPa relatieve druk (soft
alarm wordt handmatig gereset).
OPMERKING: Controle tijdens bedrijf:
- Houd u aan de voorschriften die gelden voor het toezicht
op apparatuur onder druk.
- De gebruiker of operator wordt geacht een controle- en
onderhoudslogboek bij te houden.
- Houd u aan de controleprogramma's van EN378, bijlage D.
- Houd u aan de lokale aanbevelingen van de bedrijfstak,
als deze er zijn.
- Inspecteer regelmatig de staat van de coating (verf) om
afbladdering als gevolg van corrosie te detecteren.
- Controleer de warmtewisselaar vloeistof regelmatig op
verontreiniging (bijv. siliciumkorreltjes). Deze
verontreinigingen kunnen slijtage of corrosie veroorzaken
door pitvorming.
- Filter de warmtewisselaarvloeistof en voer de interne
inspecties uit zoals beschreven in EN378, bijlage C.
- De rapporten van de periodieke controles door de
gebruiker of het bedienend personeel moet worden
opgenomen in het service en onderhoudsdossier.
REPARATIE
Elke reparatie, met inbegrip van het vervangen van bewegende
delen:
- Moet worden gedaan volgens de lokale voorschriften en
door gekwalificeerde technici en in overeenstemming
met gekwalificeerde procedures,
- Moet worden gedaan in overeenstemming met de
instructies van de originele fabrikant. Reparaties en
wijzigingen waarvoor een permanente montage nodig is
(solderen, lassen, uitbreiding enz..) moeten worden
gedaan met gebruikmaking van de juiste procedures en
door gekwalificeerde technici..
Elke wijziging of reparatie moet worden vermeld in het
inspectie- en onderhoudslogboek