Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vorstbeveiliging; Bescherming Tegen Cavitatie (Optie 116) - Carrier 61AF 030 Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8 - WATERAANSLUITINGEN

8.3 - Vorstbeveiliging

De platenwarmtewisselaars, het leidingstelsel en de pomp van de
hydromodule kunnen door vorst beschadigen, ondanks de
ingebouwde vorstbescherming van de units. De vorstbescherming
van de platenwarmtewisselaar en alle onderdelen van het
watercircuit is gegarandeerd:
- Tot minimaal -20°C door elektrische verwarmingselementen
(warmtewisselaar en inwendige leidingen) met een
automatische voeding (units zonder hydromodule),
- Tot minimaal -10°C door een elektrisch verwarmingselement
op de warmtewisselaar met een automatische voeding en door
de pomp te laten draaien (units met hydromodule),
- Tot minimaal -20°C door elektrische verwarmingselementen
(warmtewisselaar en inwendige leidingen en buffertankmodule
indien aanwezig) met een automatische voeding en door de
pomp te laten draaien (units met hydromodule en "Versterkte
vorstbescherming" optie).
Schakel nooit de verwarmingselementen van de platenwarmtewisselaar
en van het watercircuit of de pomp uit, anders is de vorstbescherming
niet gegarandeerd. De hoofdschakelaar van de unit en de
hulpschakelaar van het verwarmingselement moeten altijd gesloten
blijven (zie het bedradingsschema voor de plaats van deze
onderdelen).
Voor de vorstbescherming van de units met hydromodule moet de
watercirculatie in het watercircuit in stand blijven door periodiek de
pomp in te schakelen. Als een afsluitklep is gemonteerd, moet een
bypass worden opgenomen in het systeem, zie hieronder.
Winterstand
Gesloten
Waternetwerk
Gesloten
Aanbevolen wordt om een primair glycolsysteem te gebruiken
voor lagetemperatuurtoepassingen, zie hieronder:
Waternetwerk
3
Verklaring
1
Primair glycolsysteem (minimum 10%)
2
Tussenwarmtewisselaar
3
Secondair systeem
24
Eenheid
Open
2
Eenheid
1
BELANGRIJK: afhankelijk van de klimaatomstandigheden
in uw omgeving moet u het volgende doen als u het apparaat
in de winter uitschakelt:
- Voeg ethyleenglycol of propyleenglycol toe in de
geschikte concentratie om de installatie te beschermen
tot een temperatuur van 10 K onder de laagste
temperatuur die geacht wordt op te treden op de plaats
van de installatie. Indien ethyleenglycol of propyleenglycol
is toegevoegd, zorg er dan voor dat de pomp van de unit
niet wordt gebruikt en dat zuivere glycol in verhouding
tot de hoeveelheid vloeistof wordt toegevoegd (mogelijke
beschadiging van de pomp). Voeg altijd een vooraf
afgemeten en bereid mengsel toe.
- Als de unit voor een langere periode niet gebruikt wordt,
moet deze worden afgetapt, en moet de warmtewisselaar
uit voorzorg worden gevuld met ethyleenglycol of
propyleenglycol via de aansluiting van de ontluchting
van de waterintrede.
- Vul het apparaat bij het begin van het volgende seizoen
weer met water en voeg een anti-corrosie inhibitor toe.
- Externe componenten, zoals bijv. circulatiepompen,
moeten in overeenstemming met de plaatselijke
voorschriften worden gekozen. Ook moet er rekening
worden gehouden met de toegestane en nominale
waterhoeveelheden door de warmtewisselaars. Deze
moeten liggen tussen de waarden in de tabel
(selectiegegevens).
- Om corrosie te voorkomen bij een gedeeltelijk ventilatie,
moet het complete afgetapte warmteoverdrachtcircuit
worden gevuld met stikstof voor een periode van een
maand. Als de warmteoverdrachtvloeistof niet voldoet
aan de voorschriften van Carrier, moet de stikstofvulling
direct worden toegepast.

8.4 - Bescherming tegen cavitatie (optie 116)

Voor een optimale levensduur van de pompen in de geïntegreerde
hydromodules (opties 116) bevat het regelingsalgoritme van de 61AF
apparaten een beveiliging tegen cavitatie.
Hiervoor is een minimum druk van 40 kPa (0,4 bar) vereist bij de
pompingang, zowel stilstaand als tijdens de werking. Als de druk
lager is dan 40 kPa kan het apparaat niet opstarten, of er gaat een
alarm af en wordt het apparaat gestopt. Om een voldoende druk te
verkrijgen, wordt het volgende aanbevolen:
- een druk in het watercircuit te handhaven tussen 1 en 4 bar
(maximaal),
- om het watercircuit te reinigen voor het met water wordt
gevuld (zie hoofdstukken 9.2 en 9.3),
- het gaasfilter regelmatig te reinigen,
NB: Het gebruik van geïntegreerde hydromodules in de open
lus is niet toegestaan.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

61af 03561af 04561af 05561af 07561af 105

Inhoudsopgave