Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellen Nominale Waterdebiet; Algemeen; Waterdebietregelmethode (Vast Toerental) - Carrier 61AF 030 Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

9 - INSTELLEN NOMINALE WATERDEBIET

9.1 - Algemeen

De optionele watercirculatiepompen van de 61AF-units zijn zo
ontworpen dat de hydromodules kunnen werken over een reeks van
mogelijke configuraties op basis van specifieke installatiecondities,
d.w.z. met temperatuurverschillen tussen de waterintrede en -uittrede
(Delta T) bij een vollast van 3 tot 10 K. Dit vereiste verschil tussen
de waterintrede- en -uittredetemperatuur is bepalend voor het
nominale debiet van het systeem.
De pomp van de hydromodule is een pomp met een variabel toerental.
Er kunnen twee waterdebietregelmethoden worden geselecteerd:
- vaste toerental regeling
- regeling met variabel toerental op basis van een constant
temperatuurverschil..
De standaard fabrieksinstelling is vast toerental. Instellingen
mogen alleen door een vertegenwoordiger van Carrier Service
worden veranderd.
Met het oog op de debietregeling en energiebesparingen zal het
toerental van de pomp tot een minimum worden beperkt als de
capaciteit van de unit 0% bedraagt.
Het is van essentieel belang om het nominale waterdebiet van
het systeem te kennen om het te kunnen regelen met het variabele
p o m p t o e r e n t a l o f e e n h a n d b e d i e n d e k l e p d i e o p d e
wateruitlaatleiding van het systeem moet zijn aangebracht (nr. 20
in het watercircuitdiagram).
De debietregeling op basis van het pomptoerental of met de
handbediende klep maakt het mogelijk om de druk dan wel de
debietkromme van het systeem te regelen overeenkomstig de
pompdruk/debietkromme om het nominale debiet te verkrijgen op
het vereiste instelpunt (zie het voorbeeld voor unit type 61AF 035).
Het afgelezen drukverlies in de platenwarmtewisselaar wordt
gebruikt om het nominale debiet van het systeem te regelen en
aan te passen. De aflezing is mogelijk met een verschildrukmanometer
die moet worden gemonteerd bij de ingang en de uitgang van de
warmtewisselaar.
Raadpleeg de specificaties van de unit-selectie om de
bedrijfscondities van het systeem te kennen en voor het afleiden
van het nominale debiet en drukverlies van de platenwarmtewisselaar
bij de gespecificeerde condities. Als deze informatie niet
beschikbaar is bij het in bedrijf stellen van het systeem, dient u
contact op te nemen met de technische serviceafdeling die
verantwoordelijk is voor de installatie van het systeem.
Deze kenmerken zijn te vinden met het selectieprogramma van
de elektronische catalogus voor alle ∆T-voorwaarden in het gebied
van 3 tot 10 K.
Voor toepassingen met sanitair warm water (wateruittrede bij
temperaturen van boven de 60°C) kan de regeling niet worden
ingesteld op een ∆T onder 8 K op de condensator

9.2 - Waterdebietregelmethode (vast toerental)

Reinigingsmethode watercircuit
- Open de klep volledig (nr. 20), indien aanwezig.
- Start het systeem of de pomp van de unit op (met een snelle
test) als de unit is voorzien van een hydromodule met pomp.
- Bereken het drukverlies van de platenwarmtewisselaar door
het verschil te nemen tussen de uitlezingen van de
manometer op de waterintrede en uittrede van de unit (nr.
19).
- Laat de pomp twee uur lang draaien om het watercircuit van
het systeem te reinigen (aanwezigheid van vaste
verontreinigingen).
- Lees de waarde opnieuw af.
- Vergelijk deze waarde met de oorspronkelijke waarde.
- Als het drukverlies is afgenomen, moet u het gaasfilter
verwijderen en reinigen omdat het watercircuit vaste deeltjes
bevat. Sluit in dit geval de afsluiters bij de waterintrede en
-uittrede (nr. 17), tap de watersectie van de unit (nr. 4) af en
verwijder het gaasfilter (nr. 18 of 1 voor een unit met een
hydromodule).
- Ontlucht het circuit (nr. 10 en 15).
- Herhaal deze procedure indien nodig om ervoor te zorgen
dat het filter geen vuildeeltjes bevat.
Controle van het waterdebiet
- Als het circuit wordt gereinigd, leest u de druk af op de
verschildrukmanometer (ingaande waterdruk BPHE -
uitgaande waterdruk BPHE) om het drukverlies van de
platenwarmtewisselaar en de inwendige leidingen te weten
te komen.
- Vergelijk de verkregen waarde met de theoretische
selectiewaarde.
- Als het gemeten drukverlies hoger is dan de opgegeven
waarde, betekent dit dat het debiet in de unit (en dus het
systeemdebiet) te groot is. De pomp levert een veel te groot
debiet op basis van het globale drukverlies van de toepassing.
Sluit in dit geval de regelklep of verlaag het pomptoerental.
Lees het nieuwe drukverschil af.
- Ga verder door de regelklep stapsgewijs te sluiten of het
pomptoerental te verlagen tot u het specifieke drukverlies
verkrijgt dat overeenkomt met het nominale debiet op het
vereiste werkpunt van het apparaat.
- Controleer of het minimale toerentalinstelling van de pomp
(bij een capaciteit van de unit van 0%) compatibel is met de
b e v e i l i g i n g s s c h a k e l a a r v o o r h e t d e b i e t ( g e e n
debietschakelaaralarm voor het minimale toerental).
NB: Als het watersysteem een te groot drukverlies heeft in
verhouding tot de beschikbare statische druk van de pomp
van het systeem, kan het nominale waterdebiet niet worden
b e r e i k t ( l a g e r r e s u l t e r e n d d e b i e t ) e n w o r d t h e t
temperatuurverschil tussen de waterintrede en -uittrede van
de waterwarmtewisselaar groter.
Om het drukverlies van het watersysteem te verlagen is het
nodig :
- om de afzonderlijke drukverliezen zo veel mogelijk te
beperken (bochten, hoogteverschillen, accessoires, enz.).
- om leidingen met de juiste diameter te gebruiken
- om uitbreidingen van het watersysteem zoveel mogelijk te
voorkomen.
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

61af 03561af 04561af 05561af 07561af 105

Inhoudsopgave