van het laadpunt in te schakelen.
7. Controleer of de elektrische beveiliging correct is gelabeld zoals beschreven in hoofdstuk 9.
8. Controleer of de installatie van het laadpunt in het schakelschema is opgenomen.
6 Alle toegepaste overstroombeveiligingen van het laadpunt in de verdeelkast moeten nog steeds zijn
uitgeschakeld.
1. Verwijder de toegepaste lockout-tagout-uitrusting.
2. Schakel alleen de stroom in van de hoofdoverstroombeveiliging.
3. Meet of de spanning op de hoofdoverstroombeveiliging binnen 10% van 230 V tussen de fase(s) en de
nulgeleider ligt, alvorens de beveiligingsinrichtingen van de laadpunten in te schakelen.
4. Schakel de beveiligingsinrichting in van het Business Pro laadpunt.
5. Meet de spanning op de toegepaste installatieautomaat, aardlekschakelaar of aardlekautomaat in de
verdeelkast van het Business Pro laadpunt. Deze moet binnen 10% van 230 V tussen de fase(s) en de
nulgeleider liggen. Op deze manier controleert u meteen of de nulgeleider goed is geïnstalleerd.
6. Het laadpunt start op en de led zal eerst rood en dan groen knipperen.
7. Wacht tot de led stopt met knipperen en uit blijft. Dit kan 5 - 10 minuten duren.
8. Schakel de beveiligingsinrichtingen van de Business Lite laadpunten in.
9. Meet de spanning op de toegepaste installatieautomaat, aardlekschakelaar of aardlekautomaat in de
verdeelkast van de Business Lite laadpunten. Op deze manier controleert u meteen of de nulgeleider goed is
geïnstalleerd.
10. Het laadpunt start op en de led zal eerst rood en dan groen knipperen.
11. Wacht tot de led stopt met knipperen en uit blijft. Dit kan 5 - 10 minuten duren.
LET OP
Schakel eerst de Business Pro in en wacht totdat het laadpunt correct is verbonden voordat u de
Business Lite laadpunten inschakelt die op de Business Pro zijn aangesloten.
LET OP
Het doorslaan van de overstroombeveiliging, aardlekschakelaar of aardlekautomaat kan worden
veroorzaakt door een aardfout, lekkage of een defect relais. Indien na het resetten van de
overstroombeveiliging, aardlekbeveiliging of aardlekautomaat het apparaat niet geactiveerd kan worden of
opnieuw doorslaat, moet u contact opnemen met Shell Recharge of uw installateur.
11.2. Configuratie
Nadat het laadpunt is opgestart, gebruikt u de Installer-app om het laadpunt in gebruik te nemen.
De Installer-app is te vinden in de App Store (iOS) of de Play Store (Android).
Om toegang te krijgen heeft u een installateurscertificaat nodig dat via de Installer Training Academy
verkrijgbaar is.
Raadpleeg shellrecharge.com/installer voor meer informatie en neem contact op met uw lokale Shell Recharge
Solutions-team.
11.2.1. Netwerkverbinding
LET OP
Zoals uitgelegd in hoofdstuk 3.4., kan het nodig zijn een wifi-extender toe te passen als het
wifisignaal op de plaats van het laadpunt te zwak is.
Alle Shell Recharge laadpunten moeten worden geconfigureerd om correct te werken, maar het
configuratieproces verschilt per type laadpunt.
De Business laadpunten moeten worden geconfigureerd door de installatiehelpdesk van Shell Recharge .
Vul het installatieformulier in voordat u de installatiehelpdesk belt.
LET OP
Vanaf december 2021 kunnen de Business laadpunten worden geconfigureerd met de Installer app
en hoeft u na een installatie de installatiehelpdesk niet meer te bellen.
Installatiehandleiding – Business Pro & Lite 3.0 - 19SRNL02
NL
52