Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie-
handleiding
NewMotion
Business Pro
& Lite 2.1 / 2.2
Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13
NL
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Shell NewMotion Business Pro 2.1

  • Pagina 1 Installatie- handleiding NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Voorwoord 5.2.6. Montage van het laadpunt 1.1. Vertaalde instructies 5.2.7. Installatiegereedschap en -materialen 1.2. Copyright 5.3. Voorbereiding 1.3. Disclaimer 5.4. Montage 1.4. Over dit document 5.4.1. Muurmontage 1.5. Gebruikte symbolen in het document 5.4.2. Stoepmontage 1.6. Gebruikte afkortingen/ terminologie in dit 5.4.3.
  • Pagina 3: Voorwoord

    1. Voorwoord 1.1. Vertaalde instructies Deze handleiding is in meerdere talen vertaald. De originele handleiding is geschreven in Brits Engels. Alle andere taalversies zijn vertalingen van de originele handleiding. 1.2. Copyright De inhoud van deze handleiding is beschermd door het auteursrecht en andere intellectuele eigendomsrechten. De inhoud van deze handleiding mag alleen worden gekopieerd, gewijzigd, gereproduceerd en vertaald met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van The NewMotion B.V.
  • Pagina 4 Gelijkstroom DHCP Dynamic Host Configuration Protocol DIN-rail Een DIN-rail is een standaard metalen rail die op grote schaal wordt gebruikt voor de montage van installatieautomaten en industriële besturingsapparatuur in meterkasten of verdeelkasten. Verdeelkast Onderdeel van het stroomvoorzieningssysteem dat de elektrische energie verdeelt in ondergeschikte circuits en zorgt voor een zekering of installatieautomaat voor elk circuit in een gemeenschappelijke behuizing (bron: Wikipedia).
  • Pagina 5: Veiligheid

    2. Veiligheid 2.1. Inleiding Lees de instructies uit deze handleiding goed door voordat u met het product gaat werken. Als u de instructies uit deze handleiding niet opvolgt, kunt u uzelf en anderen in gevaar brengen. Houd u altijd aan de informatie op de etiketten en het product label die rechtstreeks op het product zijn aangebracht en zorg ervoor dat deze informatie good leesbaar blijft.
  • Pagina 6: Restrisico's

    Draag een veiligheidsbril bij het boren van gaten om uw ogen te beschermen tegen stof of andere deeltjes die uw ogen kunnen beschadigen. 2.5. Restrisico's Ondanks het veilige ontwerp en constructie van het product en de voorgeschreven beschermende maatregelen heeft het product nog restrisico's.
  • Pagina 7: Beschrijving Van Het Product

    3. Beschrijving van het product 3.1. Belangrijkste onderdelen 1. RFID-lezer 4. Productgegevens 2. Led-statusindicator 5. Type 2 EV-laadpuntcontact en kap, of 3. Identificatielabel met serienummer laadkabelconnectorhouder voor vaste kabel 3.2. Interne aansluitingen 1. Klemmenblokken 9. Invoer voor voedingskabel 2. Aardingspunt voor paalmontage 10.
  • Pagina 8: Interne Aansluitingen Voor Vaste Kabel

    3.2.1. Interne aansluitingen voor vaste kabel 1. Aarding vaste kabel 5. DC-foutstroom detectiemodule 2. Kabelklem 6. Aansluiting DC-foutstroom detectiemodule 3. Invoer vaste kabel 7. Connector voor communicatie met de auto 4. Aansluiting vaste kabel. Houd dezelfde naar rode draad volgorde aan als bij de aansluiting met relais L1 = poort 1 L2 = poort 2 L3 = poort 5...
  • Pagina 9: Smart Charging Diensten

    Certificaten IEC-61851-1 IEC-61851-22 EV-Ready 1.4 G & ZE-Ready 1.4 G IEC-62262 -> IK10 IEC-60529 -> IP54 IEC-62955 -> 6 mA DC foutbescherming kWh-meting MID-gecertificeerd A-gewogen geluidsdrukniveau <70 dB(A) Gebruikersinterface Identificatie RFID (NFC) Mifare 13,56 MHz IEC 14443A IEC 14443B Plug & charge (via online portaal) Communicatie backoffice Business Pro 2.2 GPRS 2G / 4G LTE Cat 1 (minimaal -80 dBm Vodafone partners) Ethernetaansluiting CAT5/CAT6 (DHCP, TCP 443, TCP80, TCP21)
  • Pagina 10: Dynamic Power Sharing

    Option 1 Option 2 Option 3 3 . 4 . 2 . Dynamic Power Sharing De Business Line maakt gebruik van Dynamic Power Sharing om het energieverbruik gelijkmatig te verdelen over de aangesloten laadpunten. Dynamic Power Sharing stelt een statisch maximaal toegestaan stroomverbruik in voor alle laadpunten binnen een groep van een Business Pro.
  • Pagina 11: Het Maken Van Een Projectplan

    Zie hoofdstuk 3.5. Het maken van een projectplan voor meer informatie over netwerkconfiguratie. Zie hoofdstuk 6. Dynamic Power Management for Business (optioneel) voor meer informatie over het installeren van het Dynamic Power Management voor bedrijven systeem. 3.5. Het maken van een projectplan Maak voordat u de Business Pro &...
  • Pagina 12: Product Label / Markeringen

    Combinatie van serieschakeling- en sterconfiguraties 1 Business Pro ≤40 Business Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite • Configuratie van de faserotatie voor elk laadpunt, indien van toepassing; 3.6. Product label / markeringen Het product is gemarkeerd in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften.
  • Pagina 13: Installatie

    5. Installatie 5.1. Inhoud van de zending/Controleer de inhoud 5.1.1. Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 1. Laadpunt (1×) 7. M8 onderlegring - klein (5×) 2. Gekleurde tule 10 - 22,5 mm (6×) 8. M8 × 12 mm PZ3 kopbout (5×) 3.
  • Pagina 14: Installatiemateriaal (Niet Meegeleverd)

    5.2. Installatiemateriaal (niet meegeleverd) 5.2.1. Voedingskabel De elektricien is verantwoordelijk voor de keuze van het type en de maat van de voedingskabel en de veiligheidscomponenten die passend zijn voor de specifieke situatie, in overeenstemming met de lokale regelgeving; • Draad voor de stroom bij maximale laadsnelheid van het laadpunt onder continue belasting; •...
  • Pagina 15: Montage Van Het Laadpunt

    LET OP Het laadpunt wordt geleverd met een DC-foutstroomdetectietoestel dat is gecertificeerd volgens IEC 62955. * De installateur moet een geschikte overstroombeveiliging selecteren die overeenkomt met de stroomsterkte-instelling van het laadpunt, rekening houdend met de specificaties van de MCB-fabrikant en de richtlijnen voor EV-Ready;...
  • Pagina 16: Voorbereiding

    Pictogram Beschrijving Boormachine en boren. Schroevendraaier PZ3. RJ45 krimptang. Waterpas. Rolmaat. Dit is optioneel. Als een modeltype boven dit pictogram staat, dan is dit alleen optioneel voor dat specifieke model. Torx-schroevendraaier (T20). Spanningstester. Schuifmaat. 5.3. Voorbereiding 1. Schakel de stroom naar het circuit waarop u het laadpunt wilt installeren uit. 2.
  • Pagina 17: Montage

    11 . Bereid ethernetkabels voor tussen elke laadpuntlocatie. LET OP De ethernetkabel aan de laadpuntzijde nog niet strippen of voorzien van een connector. 12 . Draai de klep van het laadpuntcontact tegen de klok in en trek hem uit de kap (zie afbeelding 11 13 .
  • Pagina 18: Muurmontage

    5.4.1. Muurmontage ±90 cm 1. Bevestig de muurbeugel op een muur op de juiste hoogte (± 90 cm) (zie afbeelding 15). LET OP Verzeker u ervan dat de muur sterk genoeg is om het gewicht van het laadpunt te dragen. 2.
  • Pagina 19 Ø10 - 13 mm Ø13 - 15.5 mm Ø15.5 - 18 mm Ø18 - 21 mm Ø21 - 22.5 mm 5 . Verwijder de achterste kabelklem (zie afbeelding 6 . Plaats de plastic afstandhouders op de achterkant van de behuizing (zie afbeelding 7 .
  • Pagina 20: Stoepmontage

    ethernetkabel voor uitgaande gegevens. M8 × 12 mm Coach screw (6.3 × 70 mm) 12 . Maak de behuizing vast op de muur met de 2 meegeleverde M8 × 12 mm bouten, 3 M8 onderlegringen en 2 houtdraadbouten (niet meegeleverd) (zie afbeelding 19 ). LET OP Borg de meegeleverde aardingskabel tussen de behuizing en de schroef rechtsonder, indien dit vereist wordt door de plaatselijke regels en voorschriften.
  • Pagina 21 3 . Zet de bevestigingen vast in de gaten. Laat het chemische anker drogen, indien van toepassing. 4 . Voer de voedingskabel en de datakabel(s) door de paal (zie afbeelding 21 ). LET OP Controleer het projectplan om te zien hoeveel datakabels nodig zijn voor dit laadpunt. 5 .
  • Pagina 22: Grondmontage

    LET OP Voor Business Pro laadpunten: Controleer het projectplan om te zien of het Business Pro laadpunt is aangesloten op de backoffi ce via een ethernetkabel of mobiele verbinding. In het geval van een mobiele verbinding is er geen ethernetkabel voor ingaande data. 12 .
  • Pagina 23 M8 × 35 mm 2 . Plaats de paal op de betonvoet. 3 . Bevestig de paal op de betonvoet met de 4 meegeleverde M8 × 35 mm inbusbouten en onderlegringen (zie afbeelding 27 ). 4 . Voer de voedingskabel en de datakabel(s) door de paal (zie afbeelding 28 ). LET OP Controleer het projectplan om te zien hoeveel datakabels nodig zijn voor dit laadpunt.
  • Pagina 24 Ø10 - 13 mm Ø13 - 15.5 mm Ø15.5 - 18 mm Ø18 - 21 mm Ø21 - 22.5 mm 8 . Verwijder de achterste kabelklem (zie afbeelding 9 . Steek de gekleurde doorvoertule die overeenkomt met de diameter van de voedingskabel in het gat van de achterste ingangsopening (zie afbeelding LET OP Gebruik een schuifmaat om de dikte van de voedingskabel te meten en zoek de juiste gekleurde tule erbij.
  • Pagina 25: Elektrische Aansluiting

    M8 × 12 mm 14 . Bevestig de behuizing op de paal met de 4 meegeleverde M8 × 12 mm bouten en onderlegringen (zie afbeelding 33 ). LET OP Zet de meegeleverde aardingsdraad vast tussen de behuizing en de schroef rechtsonder. 5 .
  • Pagina 26 5 . Steek de gestripte PE-, N- en L1-draden in de bijbehorende klemmen (zie afbeelding 35 ). LET OP De kabel L1 moet altijd worden aangesloten op het grijze klemmenblok. Om optimaal gebruik te maken van het beschikbare vermogen van 3-fase-aansluitingen, dient u bij de installatie van meerdere laadpunten gebruik te maken van faserotatie.
  • Pagina 27: Vaste Laadkabel

    8 . Zet de voedingskabel vast met de kabelklem (zie afbeelding 39 ). 5 . 5 . 2 . Vaste laadkabel 1 . Verwijder de voorste kabelklem (zie afbeelding 40 ). Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13...
  • Pagina 28 Ø10 - 13 mm Ø13 - 15.5 mm Ø15.5 - 18 mm Ø18 - 21 mm Ø21 - 22.5 mm 2 . Steek de gekleurde doorvoertule die overeenkomt met de dieameter van de vaste kabel in het gat van de voorste ingangsopening (zie afbeelding LET OP Gebruik een schuifmaat om de dikte van de vaste kabel te meten en zoek de juiste gekleurde tule erbij.
  • Pagina 29: Bekabelde Interconnectie

    9 . Sluit de DC-foutstroom detectiemodule aan op de printplaat (zie afbeelding 43 ). 5 . 6 . Bekabelde interconnectie 1 . Neem de ethernetkabel voor inkomende gegevens van de linker doorvoertule, gezien vanaf de voorkant. LET OP Voor Business Pro laadpunten: Controleer het projectplan om te zien of het Business Pro laadpunt is aangesloten op de backoffi ce via een ethernetkabel of mobiele verbinding.
  • Pagina 30 7 . Sluit de ethernetkabel voor inkomende gegevens aan op de linker ethernetpoort van het laadpunt (zie afbeelding 45 ). 8 . Herhaal stap 2 - 6 voor de ethernetkabel voor uitgaande gegevens van de rechter doorvoertule, gezien vanaf de voorkant.
  • Pagina 31: Afronden Van De Installatie

    5 . 7 . Afronden van de installatie LET OP Als er geen vaste kabel is geïnstalleerd, steekt u de zwarte tule in de voorste kabelinlaat (zie afbeelding 47 ). M4 × 12 mm 2 . Zorg ervoor dat de rubberen afdichting op de rand van de behuizing goed op zijn plaats zit. 3 .
  • Pagina 32 M4 × 20 mm 5. Zet de grijze klep iets gekanteld tegen de klok in het laadpuntcontact van de kap. (zie afbeelding 49). LET OP Als u een vaste laadkabel hebt geïnstalleerd, plaatst u in plaats daarvan de laadkabelconnectorhouder. 6. Bevestig de grijze klep handmatig op de kap met de meegeleverde M4 × 20 mm Torx-bout, met behulp van een T20-schroevendraaier (zie afbeelding 50).
  • Pagina 33: Dynamic Power Management For Business

    6. Dynamic Power Management for Business (optioneel) Als de klant Dynamic Power Management voor bedrijven (DPM voor bedrijven) samen met het laadpunt heeft gekocht, installeer dan de DPM voor bedrijven-apparatuur in de verdeelkast. Volg hierbij de onderstaande stappen. Als de DPM voor bedrijven apparatuur niet in het projectplan is inbegrepen, ga dan verder met hoofdstuk 7.
  • Pagina 34 Compatibele laadpuntmodellen Business Pro 2.2 (Cable) 09 1 _ _ _ _ _ Business Lite 2.2 (Cable) 09 0 _ _ _ _ _ Business Pro 2.1 (Cable) 09 1 _ _ _ _ _ Business Lite 2.1 (Cable) 09 0 _ _ _ _ _ Business Pro 2.0 (Cable) 08 1 _ _ _ _ _ Business Lite 2.0 (Cable)
  • Pagina 35: Rogowski Stroomsensor

    Doorsnede ader 0.2 - 6 mm2 massief 0.2 - 4 mm2 flexibel 26 - 14 AWG Koppel (Nm) 0.5 - 0.6 Nm 6.2.2. Rogowski stroomsensor Algemeen Isolatie Dubbele isolatie Gecertificeerde isolatiespanning 1000 V AC (RMS CAT III) 600 V AC (RMS CAT IV) Basisnauwkeurigheid <...
  • Pagina 36 1 . Zoek de hoofdhuisaansluiting van het gebouw, waar alle energieverbruik van het hele gebouw wordt afgenomen (zie afbeelding 51 ). 2 . Bevestig de EMpro vermogensmeter op een vrije opening op een DIN-rail in de verdeelkast dichtbij de hoofdhuisaansluiting (zie afbeelding 52 ). 3 .
  • Pagina 37 MAX 16A N(L) V1 V2 V3 VN L1’ L2’ L3’ N’ PE’ 4 . Steek de draden voor de stroomvoorziening in de connectoren aan de onderkant van de EMpro vermogensmeter (zie afbeelding 54 ). 5 . Verbind de EMpro vermogensmeter met een bestaande installatieautomaat in de verdeelkast (zie afbeelding 54 ). LET OP De stroomvoorziening moet voldoen aan de specifi caties zoals vermeld in hoofdstuk 3 .
  • Pagina 38: Het Business Pro Laadpunt Op De Empro Vermogensmeter Aansluiten

    6. Steek de draden van de Rogowski stroomsensoren in de overeenkomstige connectoren op de EMpro vermogensmeter (zie afbeelding 55). LET OP Zorg ervoor dat L1, L2 en L3 van de huisaansluiting overeenkomen met L1, L2 en L3 op de EMpro vermogensmeter.
  • Pagina 39 7 . Steek de RJ45-connector in de datapoort op de onderkant van de EMpro vermogensmeter (zie afbeelding 57 ). 8 . Verbind de EMpro vermogensmeter met het Business Pro laadpunt in een van de volgende drie confi guraties. LET OP Raadpleeg het projectplan voor de juiste netwerkconfi guratie voor de EMpro vermogensmeter.
  • Pagina 40 Combinatie van serieschakeling- en sterconfiguraties 1 Pro ≤40 Lites EMpro ≤16A Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Lite Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13...
  • Pagina 41: Inbedrijfstelling

    7. Inbedrijfstelling 7.1. Configuratie Elke groep van onderling verbonden laadpunten bestaat uit één Business Pro laadpunt en maximaal 40 Business Lite laadpunten. Het is belangrijk om dit laadpunt in elke groep te identificeren. Dit laadpunt beheert alle aangesloten Lite laadpunten. Om de configuratie succesvol te laten zijn, dient u tijdens de installatie van de laadpunten het installatieformulier op de achterzijde van de meegeleverde Quick Installation Guide in te vullen.
  • Pagina 42: Controles Voor Inbedrijfstelling

    laadpunten gecombineerd onderaan op het installatieformulier in. 7.2. Controles voor inbedrijfstelling 1. Controleer of alle schroeven en aansluitingen stevig vastzitten; 2. Controleer of alle fasedraden correct zijn aangesloten; 3. Controleer met een netwerkkabeltester of de draden van de datakabels goed zijn aangesloten; 4.
  • Pagina 43: Stoppen Met Laden

    7.5.2. Stoppen met laden 1. Identificeer. 2. Koppel los. 7.5.3. Toelichting bij de ledkleuren Een elektrisch voertuig is aangesloten en volledig opgeladen, of is ingepland om te worden opgeladen Een elektrisch voertuig is aangesloten, maar wordt niet opgeladen Een elektrisch voertuig wordt aangesloten en opgeladen De laadkaart wordt niet geaccepteerd Het laadpunt is in een fouttoestand Knipperend in...
  • Pagina 44: Probleemoplossing

    8. Probleemoplossing 6 WAARSCHUWING - Het oplossen van problemen moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien die werkt in overeenstemming met alle relevante lokale wet- en regelgeving. - Het laadpunt is aangesloten op het elektriciteitsnet en zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kunnen er gevaarlijke spanningen aanwezig zijn op de aansluitingen.
  • Pagina 45 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing - Waarschuwing Het ledlampje 1 Start het laadpunt opnieuw op door het uit te schakelen door de voor lage/hoge installatieautomaat in de meterkast (zekeringkast) om te draaien en schakel deze brandt constant spanning na 20 seconden weer in. Het duurt ongeveer 5-10 minuten voordat het laadpunt rood zonder dat er opnieuw wordt opgestart.
  • Pagina 46 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing - Probleem met Het ledlampje Volg de stappen 1-7 hieronder: elektrisch voertuig brandt constant 1 Start het laadpunt opnieuw op door het uit te schakelen door de rood terwijl de - Waarschuwing installatieautomaat in de meterkast (zekeringkast) om te draaien en schakel deze voor lage/hoge laadkabel is na 20 seconden weer in.
  • Pagina 47 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing - Het elektrische Het ledlampje 1 Controleer of er voor het elektrische voertuig een uitgestelde laadtijd is gepland voertuig stelt de of dat er een limiet is voor de maximale laadtoestand van de accu. brandt constant laadsessie uit Als dat het geval is, overleg dan met de klant of deze planning en limiet inderdaad groen...
  • Pagina 48: Onderhoud

    9. Onderhoud 9.1. Schoonmaken en ontsmetten We raden aan om de behuizing van het laadpunt regelmatig schoon te maken met een eenvoudig vochtig doekje. Zorg er ook voor dat er geen planten op of tegen het laadpunt groeien. • Gebruik geen hogedrukreiniger om het product te reinigen. •...
  • Pagina 49: Bijlage A - Eg Verklaring Van Overeenstemming

    Bijlage A - EG Verklaring van overeenstemming Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13...
  • Pagina 50: Bijlage B - Eg-Conformiteitsverklaring - Kabel

    Bijlage B - EG-conformiteitsverklaring - Kabel Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13...
  • Pagina 51: Bijlage C - Installatieformulier

    Bijlage C - Installatieformulier Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13...
  • Pagina 52 Nederlands - Vertaalde instructies | 091NMNL13 | 03/2021 Manufactured by: The New Motion B.V. Rigakade 20, 1013 BC | Amsterdam, The Netherlands +31880109500 | www.newmotion.com...

Inhoudsopgave