Hoe ons product moet worden geïnstalleerd en gebruikt hangt af van de lokale omstandigheden en de lokale en nationale regelgeving die staan vermeld in onze handleiding. Shell Recharge is niet verantwoordelijk voor enig verlies of schade – met inbegrip van maar niet beperkt tot indirecte, persoonlijke of gevolgschade –...
6 WAARSCHUWING Geeft aan dat ernstig letsel kan ontstaan dat mogelijk de dood tot gevolg kan hebben of dat het product ernstig beschadigd kan raken als u de handleiding niet op de juiste wijze opvolgt. Geeft aan dat u licht tot matig letsel kunt oplopen of dat het product beschadigd kan raken als u 6 VOORZICHTIG de handleiding niet op de juiste wijze opvolgt.
MID-gecertificeerd Gecertificeerd volgens de meetinstumentenrichtlijn. Vereist voor energiemeters die worden gebruikt voor handelsdoeleinden Millimeter Near-field-communication Newtonmeter OCPP Open charge point protocol Printplaatje RCBO Aardlekautomaat. Beschermt een elektrische installatie tegen zowel overmatige lekstromen als te hoge stromen die zijn veroorzaakt door overbelasting of kortsluiting. Aardlekbeveiliging.
meebrengen. onbevoegde verwijdering of modificatie van onderdelen of veiligheidsvoorzieningen van het product. gebruik van reserveonderdelen of accessoires die niet door de fabrikant zijn goedgekeurd. gebruik in een ontvlambare en/of explosieve omgeving. 2.3. Kwalificatie van de installateur Alleen geautoriseerde technici mogen het product installeren en onderhouden. Ze moeten beschikken over de volgende kwalificaties: ze zijn bekend met en houden zich aan de veiligheidsinstructies en de delen van deze handleiding die ...
Indien na het resetten van de overstroombeveiliging, aardlekbeveiliging of aardlekautomaat het apparaat niet geactiveerd kan worden of opnieuw doorslaat, moet u contact opnemen met Shell Recharge of uw installateur. Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder ...
3. Beschrijving van het product 3.1. Belangrijkste onderdelen 1. RFID-lezer 4. Productgegevens 2. Led-statusindicator 5. a. Type 2 EV-laadpuntcontact en kap 3. Identificatielabel met serienummer b. Laadkabelconnectorhouder voor vaste kabel 3.2. Interne aansluitingen 1. Klemmenblokken 7. Ethernetpoort 2. Fase L1 aansluiting 8. Fase L2 aansluiting 3.
3.2.1. Interne aansluitingen voor accessoires 1. Ethernetpoort 6. Datakabelinvoer met grijze tule 2. Connector extra onderbreker 7. Datakabelinvoer met grijze tule 3. Aarding vaste kabel 8. Klem vaste kabel 4. Connector piek-/dalurenmodule 9. Invoer vaste kabel 5. Vaste kabelverbinding. Houd dezelfde volgorde aan als de verbinding boven de contactor L1 = connector 2 L2 = connector 4 L3 = connector 6...
Pagina 10
EV, de huisaansluiting op uw locatie en het elektriciteitsverbruik van uw gebouw. ** Neem contact op met Shell Recharge om de laadcapaciteit te veranderen *** Neem voor meer informatie contact op met Shell Recharge : +44 20 3868 1036 en druk op optie 1 Montage Maximale montagehoogte laadpuntcontact...
2G/4G-mobiele verbinding op het Business Pro laadpunt. Door de ingebouwde simkaart maakt het Business Pro laadpunt automatisch verbinding met de Shell Recharge backoffice als het laadpunt wordt opgestart. Als er geen voldoende signaal beschikbaar is (minimaal -80 dBm), moet een mobiele router worden geïnstalleerd.
3.5. Smart Charging diensten 3.5.1. Faserotatie Business Pro & Lite 3.0 laadpunten kunnen worden geïnstalleerd met behulp van een 3-fasen stroomvoorziening. Veel elektrische voertuigen gebruiken echter alleen de eerste fase bij het opladen. Om te voorkomen dat alle 1-fase elektrische voertuigen op dezelfde fase worden geladen, dient u faserotatie toe te passen om het energieverbruik gelijkmatig over alle drie de fasen te verdelen.
De Business Pro verbindt alle laadpunten binnen het laadpuntnetwerk en zorgt er zo voor dat het totale energieverbruik niet hoger is dan de capaciteit van de huisaansluiting. Dynamic Power Management voor bedrijven stelt een dynamische maximale stroom voor alle laadpunten binnen een groep van Business Pro in.
Pagina 14
Sterconfiguratie (bij voorkeur) 1 Pro ≤40 Lites Lite Lite Lite Lite Lite Serieschakeling-configuratie* 1 Pro ≤15 Lites Lite Lite Lite Lite Lite Lite * Niet aangeraden voor installaties met Dynamic Power Management voor bedrijven. Als Dynamic Power Management voor bedrijven wordt toegevoegd aan een bestaande installatie met een configuratie van serieschakelingen, sluit u het Business Pro laadpunt, het eerste Business Lite laadpunt en de module Dynamic Power Management voor bedrijven aan op een speciale onbeheerde netwerkswitch.
Het typeplaatje/de markering bevindt zich op de rechterkant van het product. Model: Business Pro 01902272 Prod Date: 03/2022 Voltage: 3X400V+N+PE Current:32A f:50Hz IP54 Class I #phases:3 Product of Shell EV Charging Solutions mfd by Ecological Innovation www.shellrecharge.com Installatiehandleiding – Business Pro & Lite 3.0 - 19SRNL02...
4. Transport en opslag 4.1. Transport Laat het product niet vallen en vermijd stoten tijdens het transport van het product. Overmatige trillingen tijdens het transport kunnen leiden tot losgeraakte verbindingen en de goede werking van het product beïnvloeden. 4.2. Opslag Koppel het product los van de stroomvoorziening als u het product gaat opslaan. Bewaar het product altijd in omgevingsomstandigheden die vallen binnen het bereik dat staat vermeld in hoofdstuk 3.3.
LET OP Het laadpunt kan begrensd worden tussen 6 A en 32 A, zoals beschreven in hoofdstuk Inschakelen van het laadpunt. *Shell Recharge is niet verantwoordelijk voor spanningsschommelingen in het net. Het elektrische voertuig kan gevoeliger zijn voor spanningsval. 6.2. Datakabel en netwerkschakelaar (optioneel) Ethernetkabel: standaard CAT5 of CAT6 UTP-grondkabel met T568B aangesloten RJ45-connectoren;...
6.5. Elektrische beveiliging installatieautomaat B- of C-karakteristiek*; De installateur moet een geschikte installatieautomaat kiezen die past bij de laadlimiet van het laadpunt, rekening houdend met de specificaties van de fabrikant van de installatieautomaat, de selectiviteitsregels en de richtlijnen van EV-Ready. Installatieautomaten moeten aan een van de volgende normen voldoen: IEC 60898-1, IEC 60947-2 of IEC 61009-1.
Voor paalmontage op een betonvoet moet ophoogzand worden gebruikt om het gat van de betonvoet te bedekken, dit voor optimale stabiliteit. 6.9. Installatiegereedschap en -materialen Zorg dat u bij het installeren van een Shell Recharge-laadpunt basisgereedschap voor elektromonteurs hebt. Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving Bekabelde ethernetverbinding.
9. Controleer het projectplan voor de implementatie van Dynamic Power Management voor bedrijven. Als Dynamic Power Management voor bedrijven in de instellingen is geïmplementeerd, bereid dan een ethernetkabel voor van de verdeelkast van het gebouw naar óf het Business Pro laadpunt óf de onbeheerde netwerkswitch, afhankelijk van de aansluitconfiguratie.
Pagina 23
Muurmontage Stoepmontage Grondmontage Ga naar hoofdstuk 8.1.1. Muurmontage Ga naar hoofdstuk 8.1.2. Stoepmontage Ga naar hoofdstuk 8.1.3. Grondmontage 8.1.1. Muurmontage 10 cm ±90 cm 6 × 50 (2×) 15. Gebruik een kabel- of materiaaldetector om zeker te stellen dat u bij het boren in de muur niets zult raken. LET OP Verzeker u ervan dat de muur sterk genoeg is om het gewicht van het laadpunt te dragen.
Pagina 24
19. Bevestig de muurbeugel op een muur op de juiste hoogte (± 90 cm) (zie afbeelding 16 LET OP Gebruik een waterpas om zeker te zijn dat de muurbeugel waterpas staat. 20. Plaats de behuizing op de muurmontageplaat en markeer de posities voor de onderste bevestigingsschroef (zie afbeelding 17).
Pagina 25
28. Maak met een schroevendraaier een gat in de grijze tule(s) voor de datakabel(s). 29. Voer de ethernetkabel voor inkomende gegevens door de rechter doorvoertule, gezien vanaf de achterkant. (zie afbeelding 19) LET OP Voor Business Pro laadpunten: Controleer het projectplan om te zien of het Business Pro laadpunt is aangesloten op de backoffice via een ethernetkabel of mobiele verbinding.
Pagina 26
8.1.2. Stoepmontage 1. Plaats de paal op de stoep en markeer de locaties voor de gaten (zie afbeelding 21). 2. Verwijder de paal en boor gaten in de stoep voor de keilbouten of chemische ankers. LET OP Raadpleeg de verpakking van de bevestigingsmiddelen voor de juiste diameter en diepte. 3.
Pagina 27
LET OP Gebruik een schuifmaat om de dikte van de stroomkabel te meten en de juiste maat voor de doorvoertule te bepalen. 10. Voer de voedingskabel ca. 15 cm door de doorvoertule. Smeer deze indien nodig (zie afbeelding 24 11. Maak met een schroevendraaier een gat in de grijze tule(s) voor de datakabel(s). 12.
Pagina 28
8.1.3. Grondmontage 40 cm 25 cm 55 cm 1. Graaf een gat van 55 cm diep en ca. 25 × 40 cm breed (zie afbeelding 27). 6 VOORZICHTIG Er kunnen elementen in de grond zitten die u niet wilt raken, controleer op ondergrondse voorzieningen voordat u begint te graven.
Pagina 29
5. Plaats de betonvoet in het gat (zie afbeelding 30). LET OP Zorg voor een afstand van minimaal 5 cm tussen de bovenkant van de betonvoet en het aardoppervlak. 6. Vul het gat met ophoogzand (niet meegeleverd) (zie afbeelding 31). LET OP Zorg ervoor dat de paal waterpas staat met behulp van een waterpas.
Pagina 30
12. Maak met een schroevendraaier een gat in de grijze tule(s) voor de datakabel(s). 13. Voer de ethernetkabel voor inkomende gegevens door de rechter doorvoertule, gezien vanaf de achterkant. (Zie afbeelding 33) LET OP Voor Business Pro laadpunten: Controleer het projectplan om te zien of het Business Pro laadpunt is aangesloten op de backoffice via een ethernetkabel of mobiele verbinding.
8.2. Elektrische aansluiting 8.2.1. Stroomaansluiting voor TN- en TT-netsystemen ± 10 mm ± 100 mm ± 100 mm 1. Zorg ervoor dat u ±15 cm vrije voedingskabel hebt, gemeten vanaf de doorvoertule (zie afbeelding 35). 2. Verwijder ±10 cm van de buitenisolatie van de voedingskabel. 3. Strip ±1 cm van de isolatie van de vijf draden. 4.
Pagina 32
Gebruik altijd faserotatie aan de onderkant van de kWh-meter. Optie 1 Optie 2 Optie 3 2.4 Nm PZ/S2 5. Steek de gestripte L2- en L3-draden in de bodem van de kWh-meter. Gebruik een aanhaalmoment van 2,4 Nm (zie afbeelding 40). 6. Noteer de toegepaste faserotatie op het installatieformulier op de achterzijde van de beknopte installatiegids.
7. Zet de voedingskabel vast met de kabelklem (zie afbeelding 41). 8. Steek de aardingsdraad in de aardklem. 8.2.2. Stroomaansluiting voor IT-netsystemen 6 WAARSCHUWING Deze verbindingsmethode is alleen geschikt voor IT-netsystemen. Houd er rekening mee dat dit laadpunt alleen kan worden geïnstalleerd in 1-fase naar een IT-netsysteem. Voor een 3-fase installatie moet een transformator worden toegepast.
Pagina 34
Om faserotatie toe te passen van het laadpunt dat op een IT-netsysteem is geïnstalleerd: Optie 1 Optie 2 Optie 3 Faserotatie - Optie 1 (zie afbeelding 44) sluit L1 van het net aan op L1 van de aansluitklem van het laadpunt sluit L2 van het net aan op aansluitklem N van het laadpunt ...
4. Zet de voedingskabel vast met de kabelklem (zie afbeelding 47). 5. Steek de aardingsdraad in de aardklem. 8.3. Versie met vaste laadkabel 12-23 mm 10-16 mm 9-13 mm 3 mm 1. Verwijder de voorste kabelklem (zie afbeelding 48 2. Duw de doorvoertule binnenstebuiten (zie afbeelding 48 3.
Pagina 36
PZ/S2 3.5 Nm 5. Sluit de rode auto-communicatiedraad aan (zie afbeelding 49 6. Steek de aardingsdraad in het PE-aansluitblok (zie afbeelding 49 7. Steek de draden van de vaste kabel in de relais (zie afbeelding 49 LET OP Gebruik een aanhaalmoment van 3,5 Nm. 8.
8.4. EV- en ZE-Ready installatie 12-23 mm 10-16 mm 9-13 mm 3 mm 1. Verwijder de voorste kabelklem (zie afbeelding 51 2. Duw de doorvoertule binnenstebuiten (zie afbeelding 51 3. Knip de doorvoertule aan de voorkant op de juiste maat met een schaar, afgestemd op de dikte van de vaste kabel (zie afbeelding 51 LET OP Gebruik een schuifmaat om de dikte van de accessoirekabel te meten en de juiste maat voor de...
4. Zet de accessoirekabel vast met de kabelklem (zie afbeelding 53). 5. Volg de instructies die bij de extra isolator worden geleverd voor het aansluiten van de isolator in de consumentenunit. 8.5. Bekabelde interconnectie 1. Neem de ethernetkabel voor inkomende gegevens van de linker doorvoertule, gezien vanaf de voorkant. LET OP Voor Business Pro laadpunten: Controleer het projectplan om te zien of het Business Pro laadpunt is aangesloten op de backoffice via een ethernetkabel of mobiele verbinding.
Pagina 39
6. Controleer met behulp van een RJ45-kabeltester of u de connectoren aan beide zijden correct hebt geïnstalleerd. 7. Sluit de ethernetkabel voor inkomende gegevens aan op de linker ethernetpoort van het laadpunt (zie afbeelding 55). 8. Herhaal stap 2 - 6 voor de ethernetkabel voor uitgaande gegevens van de rechter doorvoertule, gezien vanaf de voorkant.
9. Afronden van de installatie M4 × 12 (4×) 1.45 Nm M4 × 12 (2×) 1.45 Nm 11. Zorg ervoor dat de rubberen afdichting op de rand van de behuizing goed op zijn plaats zit. 12. Plaats de kap op de behuizing (zie afbeelding 57). 13.
Pagina 41
M4 × 20/ M4 × 20 M4 × 16 1.45 Nm 1.45 Nm M4 × 20/ M4 × 16 1.45 Nm 16. Zet het grijze deksel met de hand vast op het deksel met de bijgeleverde M4 × 25 mm Torx-bout, met behulp van een T20-schroevendraaier (zie afbeelding 60).
17. Identificeer en plaats de bijgeleverde zekeringkastlabels onder elke geïnstalleerde beveiliging van de laadpunten in de verdeelunit (zie afbeelding 62). 10. Dynamic Power Management for Business (optioneel) Als de klant Dynamic Power Management voor bedrijven samen met het laadpunt heeft gekocht, installeer dan de apparatuur van Dynamic Power Management voor bedrijven in de verdeelkast. Volg hierbij de onderstaande stappen.
10.3. Technische specificaties 10.3.1. EMpro vermogensmeter Algemeen Display Lcd-display met tweekleurige achtergrondverlichting Bereik spanningsmeting 100-230V AC of 150-250 V DC Afmetingen (H × B × D) 90 x 90 x 71,9 mm Afmetingen 5 DIN Energieverbruik ≤4 W Type aansluiting 3-fasen (3 of 4 aders) en 1-fase (1 ader) Hoofdzekering ≤16 A Bedrijfsmodus...
Invoerdata Meetprincipe Meting werkelijke RMS-waarde Gemeten waarde AC sinus (50/60 Hz) Bereik spanningsmeting 35 - 690 V AC Fase/fase 20 - 400 V AC Fase/neutrale ader Nauwkeurigheid spanningsmeting 0,2% Naam invoer Stroommeting RC1, RC2, RC3 Maximale stroommeting invoerstroom 4000 A Drempelwaarde van meetbereik nominale waarde Nauwkeurigheid spanningsmeting Stroom, spanning en aansluiting Verbindingsmethode Schroefverbinding Afstriplengte 8 mm Schroefdraad Doorsnede ader...
Pagina 46
1. Zoek de hoofdhuisaansluiting van het gebouw, waar alle energieverbruik van het hele gebouw wordt afgenomen (zie afbeelding 65). ¡ 2. Bevestig de EMpro vermogensmeter op een vrije opening op een DIN-rail in de verdeelkast dichtbij de hoofdhuisaansluiting (zie afbeelding 66). Installatiehandleiding –...
Pagina 47
¢ 3. Bevestig de Rogowski stroomsensor(en) rond de fasedraad/-draden van de hoofdhuisaansluiting op de locatie die in stap 1 is vastgesteld (zie afbeelding 67). LET OP Het is heel belangrijk dat de L1 van de Rogowski stroomsensor ook de L1 in de faserotatie- configuratie is! LET OP Zorg ervoor dat de pijl op de stroomsensoren in de richting van de stroom wijst. LET OP Zorg ervoor dat de stroomsensoren niet te dicht bij elkaar staan, anders kunnen ze interfereren en een verstoord signaal afgeven.
L N(L) V2 V3 VN L1’ L2’ L3’ N’ PE’ Drie-fasen-aansluiting ⁄ 6. Steek de draden van de Rogowski stroomsensoren in de overeenkomstige connectoren op de EMpro vermogensmeter (zie afbeelding 69). LET OP Zorg ervoor dat L1, L2 en L3 van de huisaansluiting overeenkomen met L1, L2 en L3 op de EMpro vermogensmeter.
Pagina 49
ƒ 7. Steek de RJ45-connector in de datapoort op de onderkant van de EMpro vermogensmeter (zie afbeelding 71). 8. Verbind de EMpro vermogensmeter met het Business Pro laadpunt in een van de volgende drie configuraties. LET OP Raadpleeg het projectplan voor de juiste netwerkconfiguratie voor de EMpro vermogensmeter. Sterconfiguratie 1 Pro ≤40 Lites...
Combinatie van serieschakeling- en sterconfiguraties ≤40 Lites 1 Pro EMpro ≤16 A Lite Lite Lite Lite Lite ≤15 Lite Lite Lite Lite Lite ≤15 Lite Lite Lite Lite Lite ≤15 ¤ 11. Inbedrijfstelling 11.1. Installatieformulier Elke groep van onderling verbonden laadpunten bestaat uit één Business Pro laadpunt en maximaal 40 Business Lite laadpunten.
De Installer-app is te vinden in de App Store (iOS) of de Play Store (Android). Om toegang te krijgen heeft u een installateurscertificaat nodig dat via de Installer Training Academy verkrijgbaar is. Raadpleeg shellrecharge.com/installer voor meer informatie en neem contact op met uw lokale Shell Recharge Solutions-team. 11.2.1. Netwerkverbinding LET OP Zoals uitgelegd in hoofdstuk 3.4., kan het nodig zijn een wifi-extender toe te passen als het...
11.2.2. Configuratie-instellingen - Standaard bedrijfsinstallatie Vul de vereiste instellingen in op het installatieformulier, vul de antwoorden in Ampère per fase in. Faserotatie van elk laadpunt. - Selecteer of u optie 1, 2 of 3 van de faserotatie hebt toegepast. De laadlimiet van elk laadpunt. ...
Rogowski stroomsensoren van die fasen op de module Dynamic Power Management voor bedrijven om te wisselen. 5. Neem contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk om het Dynamic Power Management voor bedrijven-systeem te laten configureren. Houd het ingevulde installatieformulier bij de hand om de configuratie te vergemakkelijken.
ID's van parkeerplaats zoals beschreven op het installatieformulier; netwerkschakelaars; verdeelkasten; Module Dynamic Power Management voor bedrijven, indien toegepast. 3. Archiveer het installatieformulier op een veilige plek voor toekomstig gebruik, zoals bij het oplossen van problemen of uitbreiding van de installatie. LET OP De verdeelkast is een goede plek om het installatieformulier samen met de groepenverklaring van de installatie op te slaan.
Voer geen werkzaamheden uit in regenachtige omstandigheden of bij een luchtvochtigheid van meer dan 95%. LET OP Als het probleem niet is opgelost na het raadplegen van deze probleemoplosser, neem dan contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk voor meer hulp. 13.1. Problemen met het laadpunt oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er brandt geen licht ...
Pagina 57
Als dit geen resultaat oplevert: Als u zeker weet dat de laadkabel niet defect is: neem contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk. Het ledlampje Er is een niet-geautoriseerde laadkaart De gebruiker kan het laadpunt activeren en de laadpas...
Pagina 58
Als dit geen resultaat oplevert: Het laadpunt is mogelijk defect, neem contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk. Het ledlampje Het laadpunt is mogelijk defect 1 Start het laadpunt opnieuw door het uit te schakelen door...
Pagina 59
Als het voertuig door de autodealer goed is getest en de datakabels zijn getest, maar het lampje nog steeds groen blijft terwijl u denkt dat het laadpunt zou moeten laden, neem dan contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk. Het ledlampje Het laadpunt is opnieuw aan het Wacht ongeveer 10 minuten totdat het laadpunt opnieuw is opgestart.
7 Controleer de datakabel tussen de Business Pro en de Business Lite(s) met behulp van een netwerkkabeltester. Als de datakabel goed is getest en het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met uw lokale Shell Recharge-installatieservice. Installatiehandleiding – Business Pro & Lite 3.0 - 19SRNL02...
Pagina 61
4 Vervang de installatieautomaat, aardlekschakelaar of aardlekautomaat die blijven doorslaan, omdat die mogelijk defect is. Als dit geen resultaat oplevert: Neem contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk. Stroomstoring van Incorrecte configuratie van het 1 Controleer of de configuratie van de Dynamic Power laadpunt.
14. Onderhoud 14.1. Schoonmaken en ontsmetten We raden aan om de behuizing van het laadpunt regelmatig schoon te maken met een eenvoudig vochtig doekje. Zorg er ook voor dat er geen planten op of tegen het laadpunt groeien. Gebruik geen hogedrukreiniger om het product te reinigen. ...
Pagina 63
Installatiehandleiding – Business Pro & Lite 3.0 - 19SRNL02...
17. EG Verklaring van overeenstemming DocuSign Envelope ID: E67BC64F-C85D-4BA9-8286-B5028AFBC0A6 EU Declaration of Conformity Based on Decision N° 768/2008/EC Manufacturer Ecological Innovation NV Brandstraat 13 9160 Lokeren Belgium No. 21DOCAPL310 This declaration of conformity is issued under the sole responsibility of the manufacturer. Object(s) of the declaration: Product: EV Charging Station (AC) Model number(s) 601S212100L...
Pagina 65
Installatiehandleiding – Business Pro & Lite 3.0 - 19SRNL02...
Pagina 66
Nederlands | Vertaalde instructies 19SRNL02 | 10/2022 Manufactured by: Shell EV Charging Solutions B.V. Rigakade 20, 1013 BC | Amsterdam, The Netherlands +31880109500 | www.shellrecharge.com...