Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

De bestuurder of inzittende merkt de functie van de waarschuwing
aanrijding voorzijde gewoonlijk alleen op wanneer het voertuig op
het punt staat te botsen. De assistent voor aanrijdingen achteraan
wordt geactiveerd wanneer de bestuurder vroeg moet beginnen
met remmen, maar kan de bestuurder niet in alle gevallen helpen.
Activering of deactivering van de functie
Werkwijze voor activatie van de functie
Wanneer het voertuig wordt gestart, is de aanrijdingsassistent
standaard geactiveerd.
Om de functie opnieuw te activeren nadat u deze hebt
gedeactiveerd, stelt u op het scherm van de middenconsole het
volgende in: Instellingen -> Geavanceerde rijhulp -> Collision
Assist activeren.

Dodehoekdetectie

De dodehoekdetectie omvat twee actieve veiligheidshulpfuncties:
BSD (Dodehoekdetectiesysteem) en LCA (Assistentiesysteem
voor het wisselen van rijbaan). Wanneer het subsysteem
detecteert dat een voertuig met hogere snelheid nadert in de
dodehoek van de achteruitkijkspiegels of vanop een afstand,
waarschuwt het systeem de bestuurder via de LED-lampjes op de
linker- en rechterbuitenspiegels of door een geluidssignaal van
het combi-instrument, enz.
56
Starten en rijden
Activering of deactivering van de functie
Stel op het scherm van de middenconsole in: Instellingen
-> Geavanceerde rijhulp -> Blindehoekdetectie, waar u de
waarschuwing voor het openen van het portier kunt activeren/
deactiveren. Als de schakelaar grijs is en niet kan worden
bediend, ga dan naar onze onderhoudsdealer voor onderhoud.
Detectiediagram
Zone (1) bevindt zich ongeveer 3 m achter de dodehoek van het
voertuig; zone (2) ligt ongeveer 70 m achter de dodehoek van het
voertuig.
Dodehoek verwijst naar de blinde zones achter de linker- en
rechterachteruitkijkspiegels van het voertuig (zoals weergegeven
in zone 1). Als er zich een voertuig in deze zone bevindt, geeft
deze functie de bestuurder een waarschuwing om het risico op
aanrijdingen door af te slaan of door van rijstrook te veranderen
te vermijden.
Als er met een voertuig met hoge snelheid wordt gereden (veel hoger
dan die van het voertuig), zoals aangegeven in zone 2, geeft deze
functie de bestuurder een signaal om het risico op een aanrijding
door af te slaan of door van rijstrook te veranderen te vermijden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave