Controlelampje aanhangwagen
Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die uitgerust
zijn met een controlelampje voor de aanhangwagen.
Als het voertuig is ingeschakeld, en als de
aanhangwagen
correct
controlelampje "aanhangwagen (groen)" op het combi-instrument
wanneer het richtingaanwijzerlampje is ingeschakeld. Wanneer
de aansluiting met de aanhangwagen wordt verbroken, dooft het
"controlelampje aanhangwagen (groen)" op het combi-instrument.
Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
Druk
op
de
waarschuwinglampschakelaar
richtingaanwijzers tegelijkertijd te activeren. De "richtingaanwijzer
(groen)" op het combi-instrument gaat branden en knipperen.
Druk de schakelaar nogmaals in om de lampjes uit te schakelen.
Opmerking: Schakel de waarschuwingsknipperlichten in om
andere weggebruikers te waarschuwen dat uw voertuig een
defect heeft en dat naderen gevaarlijk kan zijn.
28
Voordat u gaat rijden
aangehangen
is,
knippert
om
Schakelaars op de stuurkolom en het
stuurwiel
het
alle
1. Ruitenwisser en sproeier, grootlicht, richtingaanwijzerhendel-
schakelaar
2. Versnellingspook
3. Selectieknop combi-instrument en schakelaar cruisecontrol
4. Spraakbediening, Bluetooth-telefoon en knop aangepaste
instellingen