Als de camera en de millimetergolfradarsensor aan de voorkant
geen voorligger kunnen detecteren, wordt de door de bestuurder
ingestelde snelheid gehandhaafd. Dit geldt ook als de snelheid
van de voorligger hoger is dan de opgeslagen snelheid. Als
de camera de rijstrooklijnen voor zich niet kan zien, wordt de
geïntegreerde cruise assist beperkt tot adaptieve cruise control.
Activering van de geïntegreerde cruise assist
Wanneer het "ICA-controlelampje (Integrated Cruise Assist)
(grijs)"
op het combi-instrument oplicht, kunt u de
ICA-functie (Integrated Cruise Assist) gebruiken, die zich in de
standby-status bevindt.
In deze toestand kunt u de schakelhendel twee keer achter elkaar
naar beneden bewegen en loslaten om de ICA-functie (Integrated
Cruise Assist) te activeren.
Wanneer de ICA-functie (Integrated Cruise Assist) is geactiveerd,
gaat het "ICA-controlelampje (Integrated Cruise Assist) (blauw)"
op het combi-instrument branden.
Starten en rijden
RCW (Waarschuwing voor aanrijdingen achteraan)
De RCW (Rear Collision Warning) houdt de objecten achter het
voertuig in realtime in de gaten via de achterradar en geeft een
alarm wanneer wordt gedetecteerd dat een voertuig snel nadert
en tegen de achterkant kan botsen.
Activering of deactivering van de functie
Werkwijze voor activatie van de functie
Wanneer het voertuig wordt gestart, is de aanrijdingsassistent
standaard geactiveerd.
Om de functie opnieuw te activeren nadat u deze hebt
gedeactiveerd, stelt u op het scherm van de middenconsole het
volgende in: Instellingen -> Geavanceerde rijhulp -> Collision
Assist activeren.
Assistent voor aanrijdingen achteraan
De assistent voor aanrijdingen achteraan detecteert achterliggers.
Als het voertuig tijdens het achteruitrijden tegen de achterligger
dreigt te botsen en de bestuurder geen maatregelen neemt,
activeert het systeem de assistent voor aanrijdingen achteraan
om het voertuig actief af te remmen.
Als de assistent voor aanrijdingen achteraan actief is, is dit voor
de meeste bestuurders geen normale rijstijl en kunnen ze zich
ongemakkelijk voelen. Als de botsingsassistent met succes
een botsing achteraan heeft vermeden, blijft het voertuig korte
tijd stilstaan en moet de bestuurder zo snel mogelijk actie
ondernemen.
2
55