1. De camera met surroundzicht aan de voorkant is op het
rooster aan de voorkant gemonteerd.
2. De slimme zijzichtcamera's links achteraan/rechts achteraan
zijn op de voorspatborden gemonteerd.
3. De slimme zijzichtcamera's aan de linker- en rechtervoorkant
zijn gemonteerd aan de buitenkant van de basis van de linker-
en rechterachteruitkijkspiegels.
4. De surroundcamera's links en rechts zijn gemonteerd
aan de binnenkant van de basis van de linker- en
rechterachteruitkijkspiegels.
5. De binnencamera's zijn gemonteerd onder het bovenste
afdekpaneel van de A-stijl en boven het bovenste afdekpaneel
van de B-stijl.
6. De vooruitkijkcamera of de trifocale camera aan de voorkant
is gemonteerd in de voorruit, ter hoogte van de binnenspiegel.
(Sommige modellen zijn uitgerust met een vooruitkijkcamera,
terwijl andere zijn uitgerust met een trifocale camera aan
de voorkant, die niet beide in hetzelfde model worden
gemonteerd)
7. De achteruitkijkcamera is gemonteerd in de buurt van de
kentekenplaatverlichting aan de rechterkant van de achterklep.
Opmerking: Het type en de locatie van de camera's in uw
auto is afhankelijk van de daadwerkelijke uitrusting van uw
voertuig.
50
Starten en rijden
FCW (Waarschuwing aanrijding voorzijde) en AEB
(Autonoom noodremsysteem)
De
waarschuwing
(Botsingswaarschuwing
noodremsysteem). De functie waarschuwing aanrijding voorzijde
(FCW) waarschuwt de bestuurder met visuele en akoestische
signalen voor voetgangers, fietsen of voertuigen die zich voor zijn
voertuig bevinden. Als de bestuurder niet binnen een redelijke
termijn actie onderneemt, activeert het systeem de automatische
noodremfunctie.
De aanrijdingsassistent kan snel en kortstondig remmen als reactie
op verschillende aanrijdingsrisico's, waardoor de bestuurder zich
ongemakkelijk kan voelen, en de bestuurder moet op dit moment
actief remmen.
Als het risico op een aanrijding verder toeneemt, remt het systeem
hard en stopt het voertuig onder normale omstandigheden. De
meeste bestuurders zijn niet gewend op die manier te rijden
en zouden zich er ongemakkelijk bij kunnen voelen. Als de
botsingsassistent met succes een aanrijding met een achterligger
heeft vermeden, blijft het voertuig korte tijd stilstaan en moet de
bestuurder zo snel mogelijk actie ondernemen.
De bestuurder of inzittende merkt de functie van de waarschuwing
aanrijding voorzijde gewoonlijk alleen op wanneer het voertuig
op het punt staat te botsen. De aanrijdingsassistent wordt
geactiveerd wanneer de bestuurder vroeg moet beginnen met
remmen, maar kan de bestuurder niet in alle gevallen helpen.
aanrijding
voorzijde
omvat
voor)
en
AEB
FCW
(Autonoom