ABS-functie
Het is mogelijk dat ABS de remafstand niet verkort.
Dit hangt af van de toestand van het wegdek. De
remafstand zonder ABS kan op bepaalde wegen
(zoals grindwegen of besneeuwde wegen) zelfs
korter zijn.
ABS biedt geen oplossing wanneer u het voertuig
op een te korte afstand tot stilstand wilt brengen,
wanneer u met te hoge snelheid een bocht neemt, of
bij aquaplaning, dus wanneer een laag water contact
tussen de banden en het wegdek verhindert.
ABS mag u nooit in de verleiding brengen om
risico's te nemen die uw veiligheid of die van andere
weggebruikers in gevaar kunnen brengen. Het is
uw verantwoordelijkheid om tijdens het rijden de
normale veiligheidsafstand in acht te nemen en te
letten op het wegdek, het weer en de verkeerssituatie.
Als de grip van de banden op het wegdek onvoldoende is om de
remkracht op te vangen en een of meer wielen blokkeren, treedt
het ABS automatisch in werking. U hoort dan een snel kloppend
geluid dat via het rempedaal ook te voelen is.
Druk het rempedaal in een noodsituatie altijd helemaal in, ook als
de weg glad is. Het ABS wordt dan geactiveerd. Het controleert
de snelheid van elk wiel en varieert de remkracht op de wielen
afhankelijk van de beschikbare grip.
Daardoor blokkeren de wielen niet en houdt u de macht over het
stuur.
46
Starten en rijden
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden met ABS
•
Druk in een noodremsituatie de volle kracht op het rempedaal
in.
•
Oefen bij normaal remmen een gelijkmatige druk op het
rempedaal uit. NIET POMPEND REMMEN.
•
Bedenk dat er tijdens het remmen altijd gestuurd kan worden.
•
Het ABS kan de gevaren van aquaplaning, bumperkleven, te
snel rijden in bochten enz. niet wegnemen.
•
ABS biedt GEEN garantie op kortere remafstanden.
•
Schrik niet als het rempedaal hoorbaar en voelbaar pulseert.
Dat is normaal en betekent dat het ABS werkt.