Voertuig starten/stoppen
Inschakelen van het voertuig
Ontgrendel het voertuig met een sleutel. Wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend, kan het voertuig automatisch
worden ingeschakeld.
Voertuig starten
Het voertuig dat nog niet gestart is, kan worden gestart als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan.
•
Neem plaats in het voertuig met een geldige sleutel.
•
Stap op het rempedaal en schakel de versnelling naar de
D- of R-versnelling om het voertuig te starten (het "READY-
controlelampje" op het combi-instrument gaat branden).
40
Starten en rijden
Schakelen
Positie van de versnelling
P (parkeerstand)
Als u tijdens het rijden in de P-versnelling
(parkeerstand) parkeert, kan dit schade aan de
transmissie
(parkeerstand) niet in plaats van de elektronische
parkeerrem. Zorg ervoor dat de schakelhendel in
de P-versnelling (parkeerstand) staat en dat de
elektronische parkeerrem volledig is ingeschakeld.
Het voertuig moet volledig tot stilstand worden gebracht voordat
naar de P-stand (parkeerstand) wordt geschakeld.
R (achteruitversnelling)
Het
worden gebracht voordat in of uit de stand R
(achteruitversnelling)
u tijdens het rijden naar de R-stand schakelt, wordt
de reductie beschadigd.
De stand R wordt gebruikt voor achteruitrijden.
Wanneer u van de P- naar de R-versnelling schakelt, van de
N- naar de R-versnelling of van een D- naar de R-versnelling
schakelt, moet u op het rempedaal trappen.
veroorzaken.
Gebruik
voertuig
moet
volledig
wordt
de
P-stand
tot
stilstand
geschakeld;
als