─ Plaats de verlengstang en druk de verlengstang
omlaag tot het te verwisselen wiel net boven de grond
hangt.
5 Verwijder voorzichtig het wiel.
6 Plaats het reservewiel en draai de wielmoeren rechtsom
vast.
7 Laat het voertuig zakken en haal de krik weg.
8 Zet de wielmoeren diagonaal vast in de afgebeelde
volgorde, met een aanhaalmoment van 180±18 Nm
(enkel wiel) of 200±20 Nm (dubbel wiel).
200
DV90 NL.indd 200
DV90 NL.indd 200
Wat te doen in een noodsituatie
9 Plaats de wielsierdop in omgekeerde volgorde.
10 Berg het vervangen wiel, de wielmoersleutel, de krik, en de
Trek het wiel na vervanging helemaal omhoog en zet het
goed vast. Bij modellen met stalen wielen kan het vervangen
wiel op de plaats van het reservewiel gemonteerd worden.
Omdat de band beschadigd en leeggelopen is, kan deze
mogelijk niet goed worden vastgemaakt. Als het vervangen
wiel niet op de plaats van het reservewiel wordt bevestigd
en de kabel onbelast wordt opgewikkeld, kan de kabel te
los komen te zitten, waardoor het reservewiel een volgende
keer niet geleidelijk kan worden neergelaten. Daarom moet
iemand onder het voertuig aan de kabel blijven trekken, om te
voorkomen dat deze te los wordt opgewikkeld. Bij modellen
met aluminium wielen kan het vervangen wiel niet op de plaats
van het reservewiel gemonteerd worden. Leg het wiel tijdelijk
in de laadruimte en neem contact op met de onderhoudsdealer
om de beschadigde band te laten repareren.
Opmerking: Bij modellen met dubbele wielen en een
sierdop op het achterwiel, de sierdop vastzetten met de
haakse sleutel, met een aanhaalmoment van 10 Nm.
gereedschapsset op.
Let op
24.06.2020 10:58:44
24.06.2020 10:58:44