Starten en rijden
• Overtuig
u
ervan
onderhoudsinspecties zijn verricht in overeenstemming
met het deel "Onderhoud en service - inspectie door de
eigenaar".
• Controleer of de stoel in de juiste positie staat.
• Controleer of alle achteruitkijkspiegels goed zijn afgesteld.
• Controleer of alle verlichting, signaleringssystemen en
waarschuwingslampjes normaal werken.
• Controleer of alle inzittenden hun veiligheidsgordel goed
hebben omgedaan.
Zet de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) en controleer
of alle waarschuwingslampjes en meters normaal werken. (Zie
"Waarschuwings- en controlelampjes" in het deel "Voordat
u gaat rijden").
Lees eerst het deel "Voordat u gaat rijden" in dit instructieboekje
en zorg dat u uw voertuig en de uitrustingen ervan goed
begrijpt voordat u dit deel doorleest.
112
DV90 NL.indd 112
DV90 NL.indd 112
Starten en rijden
dat
alle
dagelijkse/wekelijkse
Let op
Contactschakelaar
Starten met de sleutel
Haal nooit de sleutel uit het contact onder het rijden,
want zonder sleutel kunt u het voertuig niet meer
besturen.
Verwijder altijd de sleutel nadat u het contact hebt
uitgeschakeld, vooral wanneer er kinderen zonder
toezicht in het voertuig blijven zitten.
Rijden
in
de
neutraalstand
contact is gevaarlijk, omdat de rembekrachtiging en
stuurbekrachtiging dan niet meer werken.
Opmerking: Als uw voertuig is uitgerust met een
startonderbreker, zie dan "Startonderbreker" in dit deel.
De contactschakelaar kan in de volgende standen worden gezet:
LOCK: contact uitgeschakeld. In deze stand is het alleen
mogelijk de sleutel in het contact te steken of uit het contact
te halen. Nadat de sleutel in de stand LOCK is verwijderd,
vergrendelt de contactschakelaar de stuurkolom om draaiing
van het stuur onmogelijk te maken.
ACC: De stuurkolom wordt ontgrendeld en elektrische apparaten
en accessoires, zoals de radio en sigarettenaansteker, werken.
Opmerking: Het kan zijn dat u het stuurwiel iets moet
draaien om het stuurslot te ontgrendelen.
met
uitgeschakeld
24.06.2020 10:58:25
24.06.2020 10:58:25