Starten
Start het voertuig dat stroom levert en laat de motor
verschillende minuten stationair draaien.
• Start het voertuig dat starthulp nodig heeft.
• Laat de motor na het starten minstens 2 minuten stationair
draaien.
Opmerking: als het voertuig ook na meerdere pogingen niet
wil starten, heeft het onderhoud nodig.
Loskoppelen
• Zet de motor van het voertuig dat stroom levert uit.
• Let er tijdens het loskoppelen op dat de kabelklemmen geen
contact met elkaar of met bewegende motoronderdelen
maken.
• Verwijder de startkabels. Het verwijderen gebeurt in
omgekeerde volgorde als het aansluiten.
Schakel in het gestarte voertuig geen elektrische apparaten in
voordat de startkabels zijn verwijderd. Elektronisch geregelde
motoren met common-railinspuiting kunnen niet door middel
van slepen worden gestart.
DV90 NL.indd 191
DV90 NL.indd 191
Wat te doen in een noodsituatie
Let op
Wiel verwisselen
Krik
Opmerking: Het type en de plaats van de krik is afhankelijk
van de configuratie van uw voertuig.
Locatie
Bij modellen met enkele banden bevinden de krik en de
gereedschapsset zich in de opbergbak bij de zijopstap
rechtsvoor.
3
191
24.06.2020 10:58:42
24.06.2020 10:58:42