Rijden
Een nieuw voertuig inrijden
Dit voertuig hoeft niet speciaal te worden ingereden, maar om
goede prestaties op de lange termijn te waarborgen, bevelen
we het volgende aan:
De eerste 3.000 km:
• Rij niet te wild en varieer de snelheid regelmatig.
• Trap het gaspedaal nooit helemaal in, in geen enkele
versnelling.
• Laat de motor in geen enkele versnelling te langzaam
draaien.
• Vermijd indien mogelijk bruusk remmen.
Na een kilometerstand van 3.000 kunt u de snelheid van het
voertuig geleidelijk opvoeren tot de maximaal toegestane
snelheid.
Laat het toerental niet te hoog oplopen, om de motor
en het milieu te beschermen en het brandstofverbruik
en motorlawaai te beperken.
DV90 NL.indd 123
DV90 NL.indd 123
Starten en rijden
Rijden
Neem nooit draagbare houders met brandstof in de
auto mee. Ze kunnen gaan lekken en vlam vatten.
Laat tijdens het rijden niet uw voet op het koppelingspedaal
rusten; anders kan de koppeling versleten/beschadigd raken.
Neem het volgende in acht bij het rijden op een weg die bedekt
is met water, sneeuw, ijs, modder, zand, enz.:
• Rem af, rij voorzichtig en houd een langere remafstand aan.
• Vermijd plotselinge acties tijdens het remmen, sturen of
accelereren.
• Breng zand of ander slipvast materiaal onder de aangedreven
wielen aan of monteer sneeuwkettingen om de benodigde
grip te verkrijgen wanneer het voertuig vast komt te zitten in
ijs, sneeuw of modder.
Slippen
Als het voertuig op een nat wegdek gaat slippen, kunt u het
als gevolg van de afgenomen wrijvingskracht tussen de weg
en de banden niet meer besturen. Slippen kan veroorzaakt
worden door bepaalde wegoppervlakken, bandendrukken en
voertuigsnelheden. Slippen is erg gevaarlijk.
De beste methode om een slip tegen te gaan is om snelheid te
minderen en voorzichtig te blijven als u merkt dat de weg nat is.
Let op
24.06.2020 10:58:26
24.06.2020 10:58:26
2
123