5
Druk de ontspanknop half in.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
De camera zal automatisch de scherpstelpunten
selecteren. Als het onderwerp donker is, kan de
flitser omhoog klappen en kan de AF-
hulpverlichting gaan branden.
6
Controleer de aanduidingen in de zoeker.
Wanneer het scherpstellen voltooid is, zullen de
geselecteerde scherpstelpunten kortstondig
worden gemarkeerd, zal een pieptoon weerklinken
(de pieptoon weerklinkt eventueel niet als het
onderwerp in beweging is) en de
scherpstelaanduiding (I) zal verschijnen in de
zoeker.
Scherpstelaanduiding
I
I (knippert)
Terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt het aantal resterende
opnamen dat in het buffergeheugen ("t"; 0 36) kan worden opgeslagen in de
zoeker weergegeven.
7
Maak de foto.
Druk voorzichtig de ontspanknop helemaal in om
de sluiter te ontspannen en de foto te maken. Het
toegangslampje naast het deksel van de
geheugenkaartsleuf zal branden en de foto zal
enkele seconden lang worden weergegeven in de
monitor (de foto verdwijnt automatisch uit het
scherm wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt). U mag de geheugenkaart niet uitnemen
en de voedingsbron niet verwijderen of loskoppelen
voordat het toegangslampje uit is en de opname
klaar is.
Beschrijving
Onderwerp is scherp.
Camera kan niet scherpstellen met
autofocus. Zie pagina 40.
Scherpstel-
Buffercapaciteit
aanduiding
Toegangslampje
s
27