Een geheugenkaart plaatsen
De camera bewaart foto's op Secure Digital (SD) geheugenkaarten (apart verkrijgbaar;
0 207).
1
Zet de camera uit.
A
Geheugenkaarten plaatsen en verwijderen
Zet de camera altijd uit voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
2
Open het deksel van de geheugenkaartsleuf.
Schuif het deksel van de kaartsleuf uit (q) en open
de kaartsleuf (w).
3
Plaats de geheugenkaart.
Houd de geheugenkaart vast zoals rechts
aangegeven, en schuif ze in de camera tot ze
vastklikt. Het toegangslampje van de geheugenkaart
brandt enkele seconden. Sluit het deksel van de
geheugenkaartsleuf.
D
Geheugenkaarten plaatsen
Als u een geheugenkaart ondersteboven of
achterstevoren probeert te plaatsen, kan deze schade aan
de camera of de geheugenkaart veroorzaken. Zorg ervoor
dat u de geheugenkaart op de juiste manier plaatst.
Als dit de eerste keer is dat de geheugenkaart in de camera wordt gebruikt of dat de
kaart in een ander apparaat wordt geformatteerd, moet u de kaart formatteren
zoals beschreven op pagina 22.
A
Geheugenkaarten verwijderen
Controleer of het toegangslampje niet brandt, schakel de
camera uit, open het deksel van de geheugenkaartsleuf, en
druk op de kaart om ze uit te werpen (q). De kaart kan
vervolgens handmatig worden verwijderd (w).
A
De beveiligingsschakelaar
Geheugenkaarten zijn voorzien van een
beveiligingsschakelaar die ongewenst overschrijven
voorkomt. Wanneer deze schakelaar in de "vergrendelde"
positie staat, kunt u geen foto's opnemen of wissen en kunt u
de geheugenkaart niet formatteren (er klinkt een pieptoon als
u de sluiter probeert te ontspannen). Schuif de schakelaar naar
de positie "schrijven" om de geheugenkaart te ontgrendelen.
Voorkant
Toegangslampje
Beveiligingsschakelaar
X
21